toegepast rekenen: "in verhouding"
1. Blader de reclamefolders en maak een boodschappenlijst.
2. Zoek minstens 3 producten waar je in twee winkels kunt kopen (bijvoorbeeld in AH en Kruidvat) of
vergelijk 2 diverse producten met elkaar.
3. Vergelijk de producten/prijzen en bereken waar je voordeliger uit komt.
4. Leg uit hoe je het hebt gemaakt (berekening)
5. In de volgende les ga je presenteren.