woordenschat thema 6

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

analyseren

1. bekijken en bespreken wat er gebeurd of gedaan is
2. uitleggen welke betekenis iets heeft
3. bekijken hoe iets in elkaar zit
4. je zegt of doet iets tussen andere dingen door

verdunnen

1. het dunner maken van een vloeistof
2. het dunner maken van ranja
3. het dunner maken van verf
4. water toevoegen

Wat is een recensent?

aannemelijk

1. geloofwaardig
2. misschien
3. waarschijnlijk
4. niet waar

wat is overvloedig

Welk woord past het beste bij virtueel

1. computer
2. toekomst
3. bestaand
4. denkbeeldig

bruusk

1. hardhandig
2. zachtzinnig
3. onverwacht, je schrikt ervan
4. hard praten

Wat is ten nadele van

voor hetzelfde geld

1. dat iets even duur is
2. het had net zo goed anders kunnen gaan
3. dat het anders gaat dan verwacht
4. als het er echt op aan komt

Zet de drie woorden in goede volgorde (minder naar meer)
geobsedeerd verslaafd gefascineerd

ontvoering

grootscheeps

1. massaal
2. grote schepen
3. erg veel
4. veel mensen die komen kijken

Wat is nul op rekest krijgen?

Wat is zinspelen op?

ongedeerd

1. ernstig verwond
2. bang
3. met de schrik vrijkomen
4. zonder verwondingen

wat is aannemelijk?

de meeting

1. een online bijeenkomst
2. samenkomen
3. een bijeenkomst
4. een vergadering

een campagne

1. een alcoholische drank
2. een plan
3. wat de politiek doet
4. goed overdacht plan