1VWO_Chapitre2_Herhaling_WP2324
1 / 17
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Zet het werkwoord in de juiste vorm.
On (organiser) une grande fête.
On (organiser) une grande fête.
Slide 6 - Open vraag
Zet het werkwoord in de juiste vorm.
J' (inviter) tous mes amis.
J' (inviter) tous mes amis.
Slide 7 - Open vraag
Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Mes parents (aider) avec les devoirs.
Mes parents (aider) avec les devoirs.
Slide 8 - Open vraag
Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Nous (chercher) sur Internet.
Nous (chercher) sur Internet.
Slide 9 - Open vraag
Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Mon frère (habiter) à Paris.
Mon frère (habiter) à Paris.
Slide 10 - Open vraag
Maak de zin ontkennend.
J'aime le français.
J'aime le français.
Slide 11 - Open vraag
Maak de zin ontkennend.
C'est un problème.
C'est un problème.
Slide 12 - Open vraag
Maak de zin ontkennend.
Il y a une boulangerie.
Il y a une boulangerie.
Slide 13 - Open vraag
Maak de zin ontkennend.
J'ai soif.
J'ai soif.
