TV2G leçon 18: wederkerende werkwoorden 1


Bonjour
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


Bonjour

Slide 1 - Tekstslide

Programme 
pour la leçon 18
        Aujourd'hui (=vandaag) :
- Réviser l'heure
- Regarder et écouter une vidéo sur Yannick Noah
- Les wederkerende werkwoorden partie 1









jeudi 30 mars

Slide 2 - Tekstslide

Quelle heure est-il?
12:00 uur (middags)

Slide 3 - Open vraag

Quelle heure est-il?
15:15 uur

Slide 4 - Open vraag

Quelle heure est-il?
18:30 uur

Slide 5 - Open vraag

Quelle heure est-il?
11:45 uur

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

De wederkerende werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een wederkerend werkwoord?
Geef een voorbeeld in het Nederlands.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het eerste wederkerend werkwoord dat je in het Frans hebt geleerd?

Slide 10 - Tekstslide

Deel 1
De wederkerende werkwoorden in de présent

Slide 11 - Tekstslide

1. présent

Je me lave à sept heures.

Ik was me om zeven uur 's ochtends.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Quelle différence remarques-tu entre le français et le néerlandais ?
Welk verschil merk je op tussen Frans en Nederlands?

Slide 14 - Tekstslide

De volgorde
Het wederkerend voornaamwoord staat voor de persoonsvorm:
Je me couche
Tu te couches
Il/Elle/On se couche
Nous nous couchons
Vous vous couchez
Ils/Elles se couchent

Supplément page 28

Slide 15 - Tekstslide

me-te-se => m'-t'-s'
Me, te en se worden m', t' en s' voor een klinker of een stomme h:
Je m'habille
Tu t'habilles
Il/Elle/on s'habille
Nous nous habillons
Vous vous habillez
Ils/Elles s'habillent
Supplément page 28

Slide 16 - Tekstslide

Des questions?

Slide 17 - Tekstslide

Supplément page 29
Faire les exercices B + C

Slide 18 - Tekstslide

Exercice B
  • je me réveille = ik word wakker
  • tu te réveilles
  • il se réveille
  • elle se réveille
  • nous nous réveillons
  • vous vous réveillez
  • ils se réveillent
  • elles se réveillent


Exercice C 
  1. se réveille
  2. te lèves
  3. vous lavez
  4. se rase
  5. nous maquillons
  6. m’habille
  7. me brosse les dents
  8. se déshabille
  9. se couche
  10. se reposent

Slide 19 - Tekstslide



Pratiquez le dialogue 1 page 35

Slide 20 - Tekstslide

Devoirs pour
après Bath :)
Apprendre : 
  • Quizlet/WRTS voca 2-3 
  • herhaal Quizlet/WRTS 2-2 N-F
  • Supplement, pages 28-29: de wederkerende werkwoorden

Slide 21 - Tekstslide