2.3 Wie trekt er aan de touwtjes?
Ik kan opnoemen door welke machtsstructuren de verschillende ontwikkelingsperioden van Z-A worden gekenmerkt (R)
Ik kan uitleggen hoe en waardoor de politiek in Z-A zich ontwikkeld heeft (T1)
Ik kan uitleggen wat de relatie is tussen de economische en politieke ontwikkeling van de afgelopen decennia. (T1)
Ik kan de politieke onrust in verschillende landen in Zuid-Amerika vergelijken en een advies geven hoe de problemen opgelost zouden kunnen worden. (I)