Grote getallen

Grote getallen
Hoofdstuk 8 paragraaf 1
Boek deel 2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grote getallen
Hoofdstuk 8 paragraaf 1
Boek deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Grote getallen
1 duizend = 1 000 (3 nullen)
1 miljoen = 1 000 000 (6 nullen)
1 miljard = 1 000 000 000 (9 nullen)
1 biljoen = 1 000 000 000 000 (12 nullen)

Om makkelijk te tellen mag je er een spatie tussen laten of een punt tussen elke 3 getallen zetten

Slide 2 - Tekstslide

De staatschuld van Nederland staat op dit moment op 381,14 biljoen.
Schrijf dit getal in alleen maar cijfers.

Slide 3 - Open vraag

Nederland heeft achttien miljoen honderdtachtig duizend vierhonderd tweeënnegentig inwoners.
Waar zien we dit getal?
A
18.018.492
B
18.018.092
C
18.180.492
D
18.184.092

Slide 4 - Quizvraag

Wat moet je dus kunnen met grote getallen?
1. Je moet ze kunnen uitspreken
2. Je moet het kunnen vertalen naar cijfers

Slide 5 - Tekstslide

Aantal inwoners in Dieren
Aantal mensen dat op deze wereld leeft
Aantal huizen in Nederland
Lengte van een marathon in meters
Duizenden
Miljoenen
Miljarden

Slide 6 - Sleepvraag

Apps downloaden
Wat moet je kunnen:
1. omrekenen

Slide 7 - Tekstslide

Je download Snapchat op je mobiel.
Je telefoon geeft aan dat het 79 MB aan informatie bevat. Welke 2 stellingen zijn waar?
A
Dat is 79 000 GB
B
Dat is 0,079 GB
C
Dat is 79 000 kB
D
Dat is 0,079 GB

Slide 8 - Quizvraag

Opslaggeheugen van iPhone 5 is 13,4 GB.
Hoeveel bytes zijn dat?

Slide 9 - Woordweb

Google verwerkt per dag 20,3 PB aan informatie. Hoeveel MB is dat?

Slide 10 - Open vraag

Aan de slag met de opdrachten
Maken: 2 t/m 8 + 15 + 16 
Vanaf blz. 110

Slide 11 - Tekstslide