Huiswerk opnieuw zeer belangrijk! Leerdoel-vragen worden opgegeven als huiswerk. Deze maak je altijd.
Slide 6 - Tekstslide
1. P3 paragraven
§7.1: De Verlichting
§7.2 Verlicht absolutisme
§7.3 Democratische revoluties
§7.4 Abolitionisme en afschaffing slavernij
§8.1 Industriële revolutie
§8.5 Sociale kwestie
Slide 7 - Tekstslide
TV 7 Pruiken & Revoluties (1700-1800)
Op de achtergrond een proef met een elektriseermachine in Felix Meritis (Verlichting), op de voorgrond de guillotine (Franse revolutie)
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit wat de belangrijkste bron van kennis was tijdens de Renaissance. (Tijdvak 5 - ontdekkers & hervormers)
Slide 9 - Open vraag
2. Weten we nog?
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit op welke manier kennis werd vergaard tijdens de wetenschappelijke revolutie
Slide 11 - Open vraag
Vroeg moderne tijd
1500-1800
Renaissance: herinteresse in de Klassieke oudheid. (TV5 1500-1600)
Wetenschappelijke revolutie: door zelf te experimenteren en observeren tot de waarheid komen. (Empirisme) (TV6 1600-1700)
De Verlichting...... (TV7 1700-1800)
Erasmus
Newton
Slide 12 - Tekstslide
Verlichting
Slide 13 - Woordweb
§7.1 De Verlichting
27 Kenmerkend aspect
Rationeel optimisme en ‘Verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Rationeel: toepassing van het verstand (de rede) ]
Optimisme: Met een positieve blik iets bekijken
Verlicht denken = Gebruiken van het verstand
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht (5 min)
1. Lees 7.1 voor jezelf door. Beantwoord de volgende vragen.
1. Leg in jouw eigen in jouw eigen woorden uit welk verband er is tussen de wetenschappelijke revolutie (uit tijdvak 6) en de Verlichting.
2. Leg uit aan welke ouderwetse denkwijzen en houding het rationele denken van de Verlichting een einde aan wilde maken.
3. Wie was verantwoordelijk voor het Verlichtingsdenken over godsdienst en wat wilde hij bereiken?
Slide 15 - Tekstslide
Huiswerk
Weekplanner
Slide 16 - Tekstslide
HERHALING Schrijf op: A. In de renaissance haalde geleerde kennis uit: B. In de wetenschappelijke revolutie verkregen ze kennis door: C. Tijdens de Verlichting ontstond rationeel optimisme.