1e 02-04-2024

Welkom!
  • Telefoons in de bak.
  • Plek zoals op de plattegrond.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je Chrombook (dicht laten).
  • Gezicht naar het bord.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
  • Telefoons in de bak.
  • Plek zoals op de plattegrond.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je Chrombook (dicht laten).
  • Gezicht naar het bord.

Slide 1 - Tekstslide

Programma 1e dinsdag 

  • 5 minuten stil lezen.
  • Terugblik persoonsvorm.
  • Nakijken.
  • Uitleg werkwoordelijk gezegde.
  • Oefenen.

Slide 2 - Tekstslide

 Stil lezen
5 minuten.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Weet je nog? (kader en GL)
De toren gaat omvallen.

Hoeveel werkwoorden staan er in deze zin?
Welke werkwoorden zijn dat?
Welke is het zelfstandig werkwoord?
Welke is het hulpwerkwoord?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Ik heb gisteren Pasen gevierd.

Slide 5 - Tekstslide

Veel ouderen eten alleen met kerst.
  • Welke twee betekenissen kan deze zin hebben?

  • Wat kun je aan de oranje woorden veranderen zodat de zin betekent dat veel ouderen in hun eentje eten met Pasen?

Slide 6 - Tekstslide

Oplossing
Oud > Veel ouderen eten alleen met kerst.
Nieuw > Veel ouderen eten met kerst alleen.

Door het woord "alleen" te verplaatsen, verandert de betekenis van de zin.

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk was les 2 afmaken
We gaan nu opdracht 1 samen doen.
De Chromebooks blijven dicht en je kijkt mee op het scherm.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 1 van les 2 (video)
  • Die doen we klassikaal. De vraag bij het filmpje is:

Wat wordt in het filmpje bedoeld met het woord "alleen"?


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 3 nakijken
Ga naar opdracht 3 van Grammatica 2, les 2.
We kijken deze vraag na.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 13 nakijken
Ga naar opdracht 13 van Grammatica 2, les 2.
We kijken deze vraag na.

Slide 11 - Tekstslide

Het werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in een zin samen.

Bijvoorbeeld:
Ik kan lasagne blijven eten.
W.w.g. = kan blijven eten.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is hier het werkwoordelijk gezegde?
Schrijf op wat het werkwoordelijk gezegde is in de onderstaande zinnen. Doe dit in Word.

  1. Hij haalt de pannenkoek uit de pan.
  2. Hij had de pannenkoek uit de pan moeten halen.
  3. Hij had de pan rond moeten draaien.
  4. Hij draait de pan rond.
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Nakijken
Wat is het werkwoordelijk gezegde


  1. Hij haalt de pannenkoek uit de pan.
  2. Hij had de pannenkoek uit de pan moeten halen.
  3. Hij had de pan rond moeten draaien.
  4. Hij draait de pan rond.

Slide 14 - Tekstslide

Tijd over? 
Begin aan les 3.

Slide 15 - Tekstslide

Regels
Wie weet nog welke regels er in de les gelden?

Slide 16 - Tekstslide

Regels in de klas
  1. Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
  2. Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
  3. Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.
  4. We gaan respectvol om met de docent om.


Slide 17 - Tekstslide

Als je je niet aan de regels houdt
1 streepje = waarschuwing.
2e streepje = Regels overschrijven.
3e streepje = nablijven.

Slide 18 - Tekstslide