1b 03-04-2024

Welkom!
  • Telefoons in de bak.
  • Plek zoals op de plattegrond.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je Chrombook (dicht laten).
  • Gezicht naar het bord.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
  • Telefoons in de bak.
  • Plek zoals op de plattegrond.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je Chrombook (dicht laten).
  • Gezicht naar het bord.

Slide 1 - Tekstslide

Programma 1b woensdag 


  • 5 minuten stil lezen.
  • Quiz persoonsvorm en werkwoorden.
  • Aan het werk.

Slide 2 - Tekstslide

 Stil lezen
5 minuten.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Regels
Wie weet nog welke regels er in de les gelden?

Slide 4 - Tekstslide

Regels in de klas
  1. Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
  2. Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
  3. Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.
  4. We gaan respectvol om met de docent om.


Slide 5 - Tekstslide

Als je je niet aan de regels houdt
1 streepje = waarschuwing.
2e streepje = Regels overschrijven.
3e streepje = nablijven.

Slide 6 - Tekstslide

Welk woord is een werkwoord?
A
Eten.
B
Bus.
C
Groen

Slide 7 - Quizvraag

De persoonsvorm vinden.
Ik heb gisteren Pasen gevierd.

Ik maak de zin vragend om te weten wat de persoonsvorm is:
Heb ik gisteren Pasen gevierd?

Heb is de persoonsvorm, want die staat vooraan de zin.

Slide 8 - Tekstslide

Maar...
Het werkwoord opruimen is een splitsbaar werkwoordHet staat dus gesplitst in een zin, bijvoorbeeld:

  • Jij ruimt je kamer op. > ruimt op is de persoonsvorm.
  • Ik bel mijn moeder op. > bel op is de persoonsvorm.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Hij ruimt de afwas op.
A
Ruimt.
B
Ruimt op.

Slide 10 - Quizvraag

Ruimt op is de persoonsvorm, omdat het hele werkwoord opruimen.





Het werkwoord is een gesplitst werkwoord

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Veel ouderen eten met kerst alleen.

Slide 12 - Open vraag

De persoonsvorm vinden
Veel ouderen eten met kerst alleen.

Ik maak de zin vragend.

Eten veel ouderen met kerst alleen?

Slide 13 - Tekstslide

Het werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in een zin samen.

Bijvoorbeeld:
Houd je ook zo van lasagne?
W.w.g. = houd. Meer werkwoorden staan er niet in de zin.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Houd je ook zo van lasagne?
A
Houd
B
Houd van lasagne

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het w.w.g. (werkwoordelijk gezegde) in deze zin:
Hij flipt de pannenkoek om.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het w.w.g. (werkwoordelijk gezegde) in deze zin:
Alfredo heeft het wereldrecord hoogspringen verbroken.

Slide 17 - Open vraag

Klassikaal verder
Grammatica 2 > Opdracht 5 van les 2 

Slide 18 - Tekstslide