SO Voeding en vertering



Voeding en Vertering 
So § 2.1 t/m 2.3
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



Voeding en Vertering 
So § 2.1 t/m 2.3

Slide 1 - Tekstslide

Is melk een dierlijk voedingsmiddel?
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Noem je dingen die je eet en drinkt voedingsstoffen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Is slagroom een dierlijk voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Worden reservestoffen aangegeven met een letter (bijvoorbeeld C, A en B)?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Is sojamelk een dierlijk voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Kan één voedingsstof uit meerdere voedingsmiddelen bestaan?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Kan voedingsvezel een onderdeel zijn van een voedingsmiddel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Is een enzym een stof waarmee je een andere stof aantoont?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Er wordt aangeraden om niet te veel producten met veel zout, veel suiker of veel vet te eten.
Is dat omdat je er een voedselvergiftiging van kunt krijgen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Is suiker een voorbeeld van een mineraal?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Een opgeslagen voedingsstof die niet meteen nodig is, is een reserve stof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Voedingsvezels worden verteerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Je lichaam heeft voor 4 taken voedingsstoffen nodig. Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
Voor energie
B
Voor nieuwe cellen
C
Voor uitscheidingsstoffen
D
Om gezond te blijven

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heten voedingsstoffen die nodig zijn voor vetverbranding?
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Reserve stoffen
D
Beschermende stoffen

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heten stoffen die je nodig hebt om nieuwe cellen te maken?
A
Beschermende stoffen
B
Reserve stoffen
C
Brandstoffen
D
Bouwstoffen

Slide 16 - Quizvraag

Er zijn 6 groepen voedingsmiddelen welke hoort er niet bij?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Frisdranken
D
Vitaminen

Slide 17 - Quizvraag

Welke groepen voedingsstoffen zijn nodig voor de opbouw van je lichaam?
A
Eiwitten, koolhydraten, vetten
B
Alle groepen voedingsstoffen
C
water, mineralen, vitaminen
D
Alleen bouwstoffen

Slide 18 - Quizvraag

Welke groep voedingsstoffen leveren geen energie op?
A
eiwitten
B
water
C
koolhydraten
D
vetten

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het nut van kauwen?
A
voedingsstoffen opnemen
B
oppervlakte vergroten
C
kaakspieren versterken

Slide 20 - Quizvraag

Waardoor ontstaan de peristaltische bewegingen van de darmen?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Lengte- en kringspieren

Slide 21 - Quizvraag



Welk organenstelsel is dit
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
bottenstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent verteren?
A
het afbreken van grote voedingsstoffen in kleinere stoffen
B
Het opbouwen tot grote voedingsstoffen
C
het toevoegen van verteringssappen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de functie van kauwen?
A
Oppervlakte verkleinen
B
Voedingssappen toevoegen
C
Voedsel verkleinen

Slide 24 - Quizvraag

Welke is geen verteringsklier
A
De galblaas
B
De lever
C
De darmen
D
De maag

Slide 25 - Quizvraag

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen het afbreken van voedingsstoffen
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heet een voedingsmiddel na de vertering?
A
Verteringssap
B
Verteringsklier
C
Verteringsproduct
D
Verteringsstelsel

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de functie van voedingsvezels?
Leg uit: wat doen ze in je lichaam?
EN worden ze verteerd?

Slide 28 - Open vraag

Iemand met obstipatie moet veel groente en fruit eten, waarom? Leg concreet uit..

Slide 29 - Open vraag

Dirk gaat regelmatig naar de sportschool en wilt sterkere spieren krijgen, welke voedingsstof moet hij veel eten?

Slide 30 - Open vraag

Leg uit waarom een hamburger zowel een dierlijk als een plantaardig voedingsmiddel is

Slide 31 - Open vraag

Hoe ontstaat darmperisaltiek?

Slide 32 - Open vraag

Wat is de rol van voedingsvezels bij vertering?
A
zorgen voor oppervlakte vergroting
B
zorgen voor een goede darmperistaltiek
C
helpen bij vertering van vet
D
helpen bij vertering van koolhydraten

Slide 33 - Quizvraag