Trainingskunde les 2 Sportanatomie

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

De helft van alle botten zit in je handen en voeten.

A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Een bot bestaat uit beenweefsel (kalk en lijmstof).
Kalk zorgt voor de soepelheid van botten.
A
waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Synovia is een soort ‘kussentje’ met vocht zodat de pees van de spier niet rechtstreeks tegen het bot aanschuurt.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

De Latijnse naam voor knieschijf is patella.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Gewrichtsbanden worden in het Latijns ligamenten genoemd.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Het heupgewricht is een kogelgewricht.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Het kniegewricht is een zadelgewricht.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Noem nog 1 (fitness) oefening die statisch (isometisch) is

Slide 23 - Open vraag

Articulatio betekent bot
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Type 1: rode spiervezels; slow-twitch is voor sprinters?


A
Waar
B
Niet Waar

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide