Gedragsproblemen

Mw. van Put
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mw. van Put

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom je in de situatie van mevrouw Van Put kunt zeggen dat sprake is van een gedragsprobleem
  • Het gedrag van mevrouw Van Put is niet alleen een probleem voor zorgverleners, maar ook voor zichzelf. Ze onthoudt zichzelf goede zorg en dat schaadt haar eigen gezondheid. 
  • Ook komt het gedrag in meerdere situaties voor. Ook de mantelzorgers hebben moeite met de houding en het gedrag van mevrouw Van Put.
     

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van probleemgedrag zijn:


Het gedrag moet een probleem zijn voor de betrokkene zelf.

Het gedrag moet een probleem zijn voor anderen.

Het gedrag moet in verschillende situaties problemen geven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragsproblemen bij zorgvragers ontstaan door een samenspel van factoren.
Welke factoren spelen zeker een rol bij de gedragsproblemen van mevrouw Van Put?

  • De volgende factoren spelen een rol. 
  • – Veranderende eisen, veranderende situatie. De gezondheid van mevrouw Van Put gaat achteruit. Mevrouw is erg verzwakt en dit zal haar gevoelens van machteloosheid aanwakkeren, met als gevolg dat ze verhardt in haar houding dat ze niets moet. 
  • – Het evenwicht tussen draagkracht en draaglast. De draagkracht van mevrouw Van Put is klein als gevolg van haar kampverleden. De draaglast gaat haar draagkracht te boven. 
  • – Het ziektebeeld of de stoornis. Het kampsyndroom is vermoedelijk de belangrijkste oorzaak van de gedragsproblemen bij mevrouw. 
     

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je als zorgverlener in het algemeen doen om de draagkracht bij een zorgvrager te vergroten? Noem drie zaken.

Slide 5 - Woordweb

Is dit ook bij mevrouw Van Put mogelijk? Licht je antwoord toe.
Bij mevrouw Van Put is dit niet goed mogelijk. Het kampsyndroom is een zodanig grote problematiek dat die de deskundigheid van een verpleegkundige te boven gaat. Bovendien is mevrouw Van Put op een zodanige leeftijd dat verwerking van haar verleden niet meer als doel gesteld moet worden.
Omdat mevrouw Van Put veel moeite heeft met autoriteit, is het bovendien moeilijk haar zelfstandigheid te stimuleren. Stimuleer je haar iets te veel, dan zal ze dit als ‘moeten’ ervaren.

Voor het omgaan met gedragsproblemen zijn verschillende adviezen te geven. Welke adviezen zou jij geven aan Maartje?

Slide 6 - Woordweb

Een antwoord kan zijn:
– Realiseer je dat aan gedragsproblemen bepaalde oorzaken ten grondslag liggen en ga op zoek naar deze oorzaken.
In deze situatie hoeft Maartje niet meer op zoek te gaan naar de oorzaak, maar het is wel zinvol als ze zich verdiept in wat een kampsyndroom inhoudt.
– Als je je geen raad weet met bepaald gedrag van een zorgvrager, is het altijd belangrijk om daarover te overleggen met collega’s.
Het is belangrijk dat Maartje overlegt met collega’s en leidinggevende over de situatie van mevrouw Van Put.


Client tegen zorgverlener:
‘Ik krijg altijd om half twee een glas melk en ik krijg nooit tabletten paracetamol, altijd een zetpil.’

Vraag: is hier sprake van hospitalisatie?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hospitalisatie hetzelfde als afhankelijk gedrag?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Antwoord

Nee, hospitalisatie is niet helemaal hetzelfde als afhankelijk gedrag.
Hospitalisatie is afhankelijk gedrag dat het gevolg is van opname. Afhankelijk gedrag kan ook zonder opname voorkomen.
Verschijnselen van hospitalisatie
  •  Afname van interesse
  • afname van initiatief
  • afhankelijk, onderdanig gedrag
  • apathie
  • afname van belangstelling voor uiterlijk
  • verdwijnen persoonlijke gewoonten
  • verlies individualiteit, geforceerde hulpbehoevendheid
  • vervlakking, weinig sociale contacten
  • absurde aandacht voor details
  • afstomping, niet meer zelf nadenken
  • veranderingen worden afgewezen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We komen hospitalisatie vooral tegen bij oudere zorgvragers, omdat hospitalisatie direct samenhangt met langdurige opname. Oudere zorgvragers zijn vaak weinig zelfstandig en kunnen ook het idee hebben dat afhankelijk gedrag beter is. Ze hechten over het algemeen minder waarde aan mondigheid en zelfstandigheid. Ze zijn eerder geneigd zich te schikken.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt apathisch gedrag in?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lijdzaam gedrag
Ongeïnteresseerdheid
Vlakke emoties
Passiviteit
Zonder verzet alles over zich heen laten komen.
Geen belangstelling meer voor wat dan ook kunnen opbrengen.
Nergens echt blij van worden, maar ook nergens echt verdrietig.
Niet in beweging komen, hele dag voor zich uit zitten staren.

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rol van verpleegkundige
  • 'Helpen'
  • Reageren op tijdsdruk
  • Beroepsblindheid
  • De zorgvrager zien 'als ziekte, of kamernummer' 
  • Regels
  • Geen oog voor cultuurverschillen
  • Dagstructuur
  • Protocollen 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rol van de organisatie
Regels, normen en waarden
Systeem en leefwereld
Efficiënt financieel beheer

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Bedenk 3 maatregelen die jij wilt nemen om hospitalisatie te verminderen
Bedenk 3 maatregelen die je wilt invoeren in de organisatie om hospitalisatie te verminderen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grensoverschrijdend gedrag
Onder grensoverschrijdend gedrag verstaan we alle gedrag dat over de grenzen van het toelaatbare heen gaat, zowel in wettelijke als in gevoelsmatige zin.



Cliënt > hulpverlener
Hulpverlener > cliënt
Client > cliënt



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeven vormen van grensoverschrijdend gedrag
  1. Verwaarlozen en onthouden van zorg
  2. Emotioneel misbruik
  3. Mishandeling
  4. Seksueel misbruik
  5. Discriminatie
  6. Schending van rechten
  7. Uitbuiting

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 Vormen van agressie
1.  Frustratieagressie
Wordt veroorzaakt door onmacht, woede, angst, wanhoop.
2. Instrumentele agressie
Wordt gebruikt om een doel te bereiken, door bijv. provoceren, dreigen.
3. Pathologische agressie
Ontstaat onder invloed van een ziektebeeld of drugs/medicatie.

Welke soorten van agressie herken je uit je werk?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgaan met frustratieagressie

- erken het probleem: het is inderdaad vervelend.
- betrek het niet op jezelf, frustratie gaat over gebeurtenis, niet over jou.
- geef ruimte om stoom af te blazen.
- let op inhouds- / betrekkingsniveau

Omgaan met instrumentele agressie

- blijf zakelijk, laat je niet verleiden tot emotionele reacties.
- geef duidelijk je grenzen aan.
- geef aan dat je in gesprek wilt, maar alleen op een rustige manier
- geef binnen dit gesprek duidelijk de kaders van het gesprek aan

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Gastles Presentie benadering

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies