Het gouden ei I

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vooraf: het schooljaar vliegt voorbij


Informatie over verhalen en jij als lezer


De opdracht bij Het gouden ei


Zelfstandig leren

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Uitdaging
Je mag je dominante hand niet gebruiken (houd die de hele tijd op de rug)

Noteer in het vliegtuig je leukste herinnering aan dit schooljaar.

Uitdaging: in 5 minuten een vliegtuig vouwen dat zo ver mogelijk kan vliegen.

timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Verhalen
Verhalen zijn altijd en overal. 
Je maakt iets wat complex en abstract is, toch begrijpelijk voor een groot publiek.

(beeld: Een verhaal uit de Decamerone (1916), John Waterhouse)

Slide 5 - Tekstslide

Belang van verhalen
Boeken zijn soms vensters die een zicht op de wereld bieden die waarheidsgetrouw, fictief, herkenbaar of vervreemdend kan zijn. Die vensters kunnen ook spiegels zijn: in literatuur zien we ons eigen leven en onze ervaringen gereflecteerd.

Slide 6 - Tekstslide

De mens leest al vele eeuwen. Het is een fundamentele vaardigheid die ons helpt om te begrijpen en om begrepen te worden.

Het lezen bracht zowel individueel als in de samenleving enorme veranderingen met zich mee.

Slide 7 - Tekstslide

De belevende lezer

Jij wilt dat er veel gebeurt in het verhaal. Het verhaal moet logisch, liefst chronologisch opgebouwd zijn. Het boek moet jou vooral amuseren.

Slide 8 - Tekstslide

De herkennende lezer

Je hebt al iets meer ervaring met lezen. Jij vindt het vooral belangrijk dat jij je goed kunt inleven in de hoofdpersoon. 
Er moeten niet te veel obstakels in het verhaal zijn (tijdsprongen, flashbacks, open eindes, personagewisselingen etc.), maar je kunt wel iets aan.

Slide 9 - Tekstslide

De reflecterende lezer

Jij vindt lezen best leuk. Je wilt graag nieuwe werelden ontdekken en je wilt iets lezen over onderwerpen die spelen in de wereld en in de maatschappij.
Je wilt dat het boek jou laat nadenken en het mag best iets complexer opgebouwd zijn.

Slide 10 - Tekstslide

De interpreterende lezer

Jij bent niet alleen op zoek naar iets complexere personages en situaties, maar ook naar een uitdaging in de tekst: bepaalde (cultuur)historische kennis, stilistische complexiteit en een betekenis in het verhaal die je op verschillende manieren kunt opvatten.

Slide 11 - Tekstslide

Wat voor lezer ben jij?

Slide 12 - Poll

Verhaaltheorie
In deze module werk je aan je kennis over literatuur. Dit is de voorbereiding op lezen voor je literatuurlijst.

Hoe meer je weet over literatuur, hoe meer er te beleven en te genieten valt.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kent de definities van de in de modulewijzer genoemde literaire begrippen:
Je kunt bovenstaande technieken herkennen en benoemen in Het gouden ei.
Je kunt een uitvoerige samenvatting geven van Het gouden ei.
Je kunt het verhaal analyseren en betekenis geven.
Eindopdracht
Je schrijft een verhaal met een plot over een van de bijpersonen uit Het gouden ei.

Voorwaarden:
  • Je verhaal heeft 850-1250 woorden
  • Je typt het verhaal in Word (Helvetica, Arial, Times New Roman, lettergrootte 12)
  • Je verwerkt literaire technieken in het verhaal
  • Je maakt duidelijk en zichtbaar waar je dit hebt toegepast en legt uit hoe en waarom je dit deed.
  • Je maakt herkenbaar gebruik van elementen uit Het gouden ei
  • Je bent origineel

Slide 17 - Tekstslide

De rol en het karakter van personages in het verhaal


De tijd in het verhaal


De structuur van het verhaal


Symboliek in het verhaal



Jouw mening goed kunnen verwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Het verhaal met aandacht lezen

Het verhaal en de techniek van het verhaal begrijpen

Verbanden leggen


Inzichten verwerken in een eigen verhaal

Slide 19 - Tekstslide

Lees zelfstandig en in stilte

Slide 20 - Tekstslide