IFFR Komt Langs

IFFR Komt Langs
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstBasisschoolGroep 1

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

IFFR Komt Langs

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GROEP 1-2

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shorts programma Beeld vormen
Groep 1-2

Slide 3 - Tekstslide

In dit filmprogramma bekijken wij zes korte films uit verschillende landen. Dit programma heet Beeld vormen - waar denken jullie dat de films over gaan?
Alles wat je ziet is opgebouwd uit vormen, dit filmdoek is een rechthoek, deze microfoon is een rondje en een rechthoek (cilinder) en een stoel zijn twee vierkanten. Hebben jullie het in de klas wel eens over vormen gehad? Wat voor vormen zijn er allemaal? 
In de zes films die jullie straks zien, zie je allemaal verschillende vormen, beesten die uit vormen zijn opgebouwd, knikkers die in een vierkante ruimte ronddwalen, een vos met heel veel driehoeken in zijn lijf en zo nog meer. We gaan straks de films kijken en ontdekken of we alle vormen erin zien. 
Met Beeld vormen stimuleert IFFR een andere manier van kijken

Vraag de leerlingen ter introductie:
Welke vormen ken je allemaal? 
Kun je een rondje maken met je armen? En een driehoek? En als je samenwerkt met je buurman/vrouw? 

Island
Tiger

Slide 4 - Tekstslide

Luce and the Rock
Deze is gemaakt door Britt Raes uit Berlijn in Duitsland en heeft veel mooie kleuren. We zien vooral veel blauw, geel en rood. Wie weet wat dat zijn? (Primaire kleuren waarmee je andere kleuren kunt maken.)

Kuap
Deze is gemaakt door Nils Hedinger uit Bern in Switzerland. Dit is een bijzondere stijl omdat tekeningen gemengd zijn met foto’s/plaatjes van de echte wereld.  
Vormen
Vierkant
Driehoek
Cirkel
Rechthoek

Slide 5 - Tekstslide

Bespreek de verschillende vormen op deze slide. Hierna volgen verschillende stills uit films. Vraag de leerlingen of ze de vormen kunnen herkennen in de plaatjes. De still wordt gevolgd door een plaatje met verschillende vormen erin die de leerlingen zouden kunnen herkennen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht tijd!
  • Kunnen jullie in een cirkel gaan staan?
  • Kunnen jullie in een vierkant staan?
  • Kunnen jullie in een driehoek gaan staan?
  • Kunnen jullie in een rechthoek gaan staan?
  • Welke vormen kunnen we nog meer maken?
Zelf vormen maken

Slide 12 - Tekstslide

Maak vormpjes met je handen
Wat vonden jullie van de films?
Heb je nog vormen ontdekt in de films?


Bepaal of je voor deze opdracht in groepjes werkt of met de hele klas doet. Maak ruimte vrij zodat de leerlingen plek hebben om de vormen te maken. 
Vraag de leerlingen daarna om in verschillende vormen te gaan staan.
Maak je eigen dier met vormen

Slide 13 - Tekstslide

20 min. - Creatieve activiteit, presenteren en evalueren

Benodigdheden: 
- Verschillende kleuren papier 
- Een blad per leerling om de vormen op te plakken
- Lijm
- Stiften
- Scharen

Tijd besparen:
Heb je minder tijd dan kun je alvast de vormen cirkels, vierkanten, driehoeken, en rechthoeken uitknippen voor de leerlingen uit verschillende kleuren papier.

Creatieve opdracht:
Herinner de leerlingen aan de opdracht voorafgaand aan het filmbezoek waarbij ze vormen gingen herkennen in beesten/personages uit de film. 

Nu is het aan henzelf om met vormen als basis hun fantasiedier te ontwerpen. 

Het leukste is om dit te doen met uitgeknipte vormen die ze zelf aan elkaar kunnen plakken, maar het kan ook door te tekenen. Oefen dan eerst de vormen met de leerlingen en laat ze vervolgens zelf tekenen. 

Met stiften kunnen ze de beesten een gezicht en ledematen geven waardoor ze echt tot leven komen. 

Als er nog tijd over is:
Als ze klaar zijn met de vormen plakken op een groot vel papier kunnen de ze achtergrond maken van het dier. Waar woont het dier? Hoe ziet deze plek eruit?

Presenteren:
Bespreek na afloop de werkjes en de vormen met elkaar en laat zien dat met dezelfde vormen, toch iedereen iets anders heeft gemaakt. 
Tot ziens!

Slide 14 - Tekstslide

Dit is de laatste slide van de LessonUp voorafgaand aan het filmbezoek. 
Je vindt de LessonUps voor na het filmbezoek op de website
Veel plezier bij het kijken van de films!
Groep 3-4

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shorts programma Samen sterk
Groep 3-4

Slide 16 - Tekstslide

In dit filmprogramma bekijken wij 2 korte films. Dit programma heet Samen sterk - waar denken jullie dat de films over gaan?

Wie vindt het leuk om samen te werken?

Denken jullie dat wij samen tot 10 kunnen tellen? Laten we dat proberen, ik begin met 1, daarna mag 1 van jullie het volgende cijfer zeggen, als er twee kinderen tegelijk iets zeggen moeten we opnieuw beginnen. 

Luce and the Rock
Kuap

Slide 17 - Tekstslide

Luce and the Rock
Deze is gemaakt door Britt Raes uit Berlijn in Duitsland en heeft veel mooie kleuren. We zien vooral veel blauw, geel en rood. Wie weet wat dat zijn? (Primaire kleuren waarmee je andere kleuren kunt maken.)

Kuap
Deze is gemaakt door Nils Hedinger uit Bern in Switzerland. Dit is een bijzondere stijl omdat tekeningen gemengd zijn met foto’s/plaatjes van de echte wereld.  
SAMEN STERK
  • Ben je samen sterker?
  • Is het fijn om samen te werken?
  • Kun je iets bedenken wat je is gelukt doordat je het samen deed?
  • Wat helpt om goed samen te werken?
  • Wat is je gelukt door goed samen te werken?

Beantwoord de vragen op de slide

Slide 18 - Tekstslide

10 min. - introductie thema en filosofisch gesprek over samenwerken

Bespreek een of meerdere vragen van de slide, ze hebben geen goed of fout antwoord, maar zijn bedoeld om de leerlingen aan het denken te zetten en ervoor te zorgen dat het gesprek op gang komt. 

Dingen waaraan je kunt denken die gelukt zijn doordat ze het samen deden zijn bijvoorbeeld leren fietsen, een tafel optillen die eigenlijk te zwaar was of een koprol doen. 
Tijd om naar de film te kijken!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luce and the Rock
Luce and the Rock

Slide 20 - Tekstslide

We gaan nu kijken naar de eerste animatiefilm. 

NA DE FILM
Vraag de leerlingen eerst wat hen opviel aan de film. En bespreek dan wat ze allemaal nog meer gezien hebben. 

Bespreek de volgende vragen met de leerlingen:
Vinden jullie dat de mensen in het dorp goed samenwerken? (Wel met elkaar met niet met de “onbekende” rots)
Wat vonden jullie van de kleuren in de film? 
Wat betekent “Good morning”? Begrepen jullie alles in de film?


Kuap
Luce and the Rock

Slide 21 - Tekstslide

We gaan nu kijken naar de film, Kuap. We volgen een kikkervisje en de weg naar volwassen worden. 

NA DE FILM:
Bespreek met de leerlingen wat ze hebben gezien tijdens de film. 

Bespreek de volgende vragen met de leerlingen:
Hebben ze samenwerking gezien? 
De hoofdpersoon wilde er heel graag bij horen en hetzelfde zijn als de rest, werkte dit goed? 
Doordat het kikkervisje de rest uiteindelijk volgt, doe het iets wat eigenlijk eng is, maar doordat het samen gebeurt, is het minder eng



STA SAMEN 
OP
  • Ga met je rug tegen iemand anders aan zitten
  • Haak jullie armen in elkaar
  • Probeer samen op te staan

Slide 22 - Tekstslide

10 min Samenwerk opdrachten
Kies welke van deze opdrachten je doet en of je deze met de hele klas tegelijk uitvoert of in kleinere groepjes. Het idee is dat de leerlingen ervaren dat ze soms moeten samenwerken om dingen voor elkaar te krijgen. 

Opdracht 2: sta samen op
De kinderen gaan in tweetallen met de ruggen tegen elkaar zitten en de armen in elkaar haken. Laat ze zo samen opstaan. 
Dankjewel!

Slide 23 - Tekstslide

Dit is de laatste slide van de LessonUp voorafgaand aan het filmbezoek. 
Je vindt de LessonUps voor na het filmbezoek op de website
Veel plezier bij het kijken van de films!
MAAK EEN CIRKEL-BRUG
  • Ga in een kring staan met je zijkant naar binnen
  • Sta dichtbij elkaar 
  • Op het teken ga je zitten
  • Wat gebeurt er?

Slide 24 - Tekstslide

10 min Samenwerk opdrachten
Kies welke van deze opdrachten je doet en of je deze met de hele klas tegelijk uitvoert of in kleinere groepjes. Het idee is dat de leerlingen ervaren dat ze soms moeten samenwerken om dingen voor elkaar te krijgen. 

Opdracht 1: maak een cirkel-brug
Alle leerlingen staan in een kring met hun zijkant naar binnen gericht. De leerlingen moeten dicht bij elkaar staan. Bij een afgesproken teken gaat iedereen zitten. Als de cirkel goed gemaakt is, dan zit iedereen op de schoot van zijn achterbuur.
Groep 5-6

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shorts programma (Op zoek naar mij)
PO Groep 5-6
les voor de film

Slide 26 - Tekstslide

In dit filmprogramma bekijken wij 2 korte films. Dit programma heet Op zoek naar mij - waar denken jullie dat de films over gaan?

Wie weet wat het woord ‘identiteit’ betekent? (Wie jij bent. Iedereen is anders, want niemand is precies hetzelfde.)

Soms zijn er mensen die het gevoel hebben dat ze zichzelf niet kunnen zijn of niet kunnen laten zien wie ze echt zijn. Kan iemand daar een voorbeeld van geven? Kan iemand een reden bedenken waarom iemand zich zo zou kunnen voelen?

Op zoek naar mij - Identiteit
Wat betekent ‘identiteit’? Kan iemand dat uitleggen? 
Wie jij bent. Alle dingen die jou jou maken. Iedereen is anders, want niemand is precies hetzelfde.
Wat hoort bij jouw identiteit? 
Ik bepaal zelf wie ik ben. Eens of oneens?
Hoe word je eigenlijk wie je bent? 
Hoe word je eigenlijk wie je bent? Word je wie je bent door je familie, je vrienden, je school, waar je woont, waar je geboren bent of bepaal je dat helemaal zelf?

Slide 27 - Tekstslide

Gesprek over identiteit (kennismaking met thema) – 10 min.

Jullie gaan deze les filosoferen. Dit betekent dat iedereen goed na moet denken over vragen en zijn of haar eigen antwoord mag geven. Er zijn geen goede of foute antwoorden, alles mag gezegd worden. Zolang je maar aardig bent voor elkaar en naar elkaar luistert. Ook is het belangrijk dat je uitlegt ‘waarom’ je iets vindt. Bespreek deze afspraken met de leerlingen voor je aan het gesprek begint.

Het thema van dit programma is ‘Op zoek naar mij’. De personen in de films zijn op zoek naar wie ze zijn. Ze onderzoeken dus hun eigen ‘identiteit’.

Vraag de leerlingen: Wat betekent ‘identiteit’? Kan iemand dat uitleggen? (Wie jij bent. Alle dingen die jou jou maken. Iedereen is anders, want niemand is precies hetzelfde.) Laat de leerlingen wat voorbeelden noemen van wat bij hun identiteit hoort. (Voorbeelden: hobby’s, uiterlijk, eigenschappen, wat ze wel of niet leuk/interessant/lekker vinden, wat ze weten.)

Laat de leerlingen actief een stelling beantwoorden. De stelling is: Ik bepaal zelf wie ik ben. De leerlingen die eens zijn kunnen naar de linkerkant van het lokaal lopen en de leerlingen die oneens zijn naar de andere kant van het lokaal (alternatief: staan/zitten of hand opsteken). Geef wat leerlingen van beide kanten de kans om hun antwoord toe te lichten.

Wat kan er allemaal voor zorgen wie jij bent? (Familie, vrienden, wat je meemaakt, waar je geboren bent, wat je interesses zijn, hoe je eruit ziet, je dromen over wie je wilt worden etc.)

Hoe word je eigenlijk wie je bent? Laat de leerlingen wat voorbeelden noemen. Als ze dit lastig vinden kan je de vraag ook iets anders stellen en doorvragen op de voorbeelden die ze bij de vorige vraag gaven. Bijvoorbeeld: Hoe komt het dat je bruine ogen hebt? (Papa heeft ook bruine ogen.) Dus je ouders zorgen ervoor wie je bent. Hoe komt het dat je van gamen houdt? Dat doe ik altijd met mijn vrienden. Dus je vrienden zorgen er ook voor wie je bent. Je kunt ook voorbeelden benoemen en vragen of ze het ermee eens zijn, bijvoorbeeld: Word je wie je bent door je familie, je vrienden, je school, waar je woont, waar je geboren bent of bepaal je dat helemaal zelf?

Tip! Schrijf tijdens dit gesprek mee, eventueel op het bord, of op een groot vel. In de nabesprekende les kijken jullie terug op de antwoorden uit deze les, dus fijn om ze er dan weer bij te kunnen pakken.

Link
Wipe Man

Slide 28 - Tekstslide

Link:
Link is een animatiefilm van de Duitse tekenaar Robert Löbel. In deze film zien we hoe twee personen aan elkaar vastzitten door hun haar. 

Wipeman:
De fictiefilm Wipeman uit Zwitserland. (Regisseur Tanguy Guinchard). Deze film gaat over een schoonmaker die heel erg van Kung Fu films houdt en ervan droomt een held te worden.
Tijd om naar de film te kijken!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Link, Duitsland
Op zoek naar mij
Waar denken jullie dat deze film over zal gaan? Wat zal deze film met het thema ‘Op zoek naar mij’/identiteit te maken hebben? 

Slide 30 - Tekstslide

Link 
Deze 2 films gaan over personen die op zoek zijn naar wie ze zijn en hoe ze zich moeten gedragen. Iemand zit letterlijk vast aan familie en vindt het moeilijk een eigen pad te kiezen, iemand anders weet heel goed wie ze willen zijn, maar de omgeving vindt het nog moeilijk dit te accepteren. Het is dus voor iedereen een lastige zoektocht om te bepalen wie je bent en de kans te krijgen dat de mensen om je heen je ook laten worden wie je wilt zijn. 

Vraag de leerlingen eerst wat ze net hebben gezien. Twee mensen die erg op elkaar lijken, dus waarschijnlijk familie, zitten met hun haren aan elkaar vast. Beiden willen ergens anders heen en iets anders doen, dus dit is een strijd. Ze worden steeds de andere kant op getrokken. Hierdoor brengen ze elkaar ook in gevaar. Uiteindelijk breken de haren af. Dan houden ze zich wel aan elkaar vast, ze willen niet dat de ander in gevaar komt. Op het einde kunnen beiden hun eigen pad volgen. 

Bespreek de volgende vragen:
Waarom denken jullie dat de filmmaker heeft bedacht dat de haren aan elkaar vastzitten? Wat zou de filmmaker daarmee willen vertellen denken jullie? (Mogelijke antwoorden: Je hebt een band met je familie. Maar soms wil je iets anders dan je familie en dan is het lastig om je eigen weg te volgen. Of soms heb je een goede vriend of vriendin met wie je heel veel samen bent. Dan kan het best lastig zijn het eerlijk te zeggen als je iets anders wilt doen of iets misschien niet zo leuk vind.)

Hebben jullie een vriend of vriendin, of een broer of zus, waarmee je bijna altijd samen bent? Als jij iets anders wilt spelen dan die persoon, of ergens naartoe wilt, hoe los je dat dan op? 

NA DE FILM 
Vraag de leerlingen eerst wat ze net hebben gezien. Twee mensen die erg op elkaar lijken, dus waarschijnlijk familie, zitten met hun haren aan elkaar vast. Beiden willen ergens anders heen en iets anders doen, dus dit is een strijd. Ze worden steeds de andere kant op getrokken. Hierdoor brengen ze elkaar ook in gevaar. Uiteindelijk breken de haren af. Dan houden ze zich wel aan elkaar vast, ze willen niet dat de ander in gevaar komt. Op het einde kunnen beiden hun eigen pad volgen. 

Bespreek de volgende vragen:
Waarom denken jullie dat de filmmaker heeft bedacht dat de haren aan elkaar vastzitten? Wat zou de filmmaker daarmee willen vertellen denken jullie? (Mogelijke antwoorden: Je hebt een band met je familie. Maar soms wil je iets anders dan je familie en dan is het lastig om je eigen weg te volgen. Of soms heb je een goede vriend of vriendin met wie je heel veel samen bent. Dan kan het best lastig zijn het eerlijk te zeggen als je iets anders wilt doen of iets misschien niet zo leuk vind.)

Hebben jullie een vriend of vriendin, of een broer of zus, waarmee je bijna altijd samen bent? Als jij iets anders wilt spelen dan die persoon, of ergens naartoe wilt, hoe los je dat dan op? 


Mogelijk antwoord: De personen zitten aan elkaar vast, dus ze kunnen niet zelf bepalen wie ze zijn.
Wipeman, Zwitserland
Op zoek naar mij
Waar denken jullie dat deze film over zal gaan? Wat zal deze film met het thema ‘Op zoek naar mij’/identiteit te maken hebben? 

Slide 31 - Tekstslide

Wipeman 
We kijken nu naar de fictiefilm Wipeman uit Zwitserland. (Regisseur Tanguy Guinchard). Wie weet er nog wat een fictiefilm is? (Een verhaal gespeeld door acteurs.) Deze film gaat over een schoonmaker die heel erg van Kung Fu films houdt en ervan droomt een held te worden. Wij gaan kijken of dit hem lukt. 


NA DE FILM
Vraag de leerlingen eerst wat ze van de film vonden. Waar ging het nu precies over? Wat deed de schoonmaker wel of niet? (Er zit een stuk in wat de schoonmaker denkt/droomt, achterhaal of de leerlingen dit eruit hebben gehaald.) Wat is er nu echt gebeurd? (De schoonmaker droomde ervan dat hij een Kung Fu held was en dat hij de dief zou stoppen en een echte held zou zijn. Dit is niet echt gebeurd. Wat wel echt gebeurd is dat de dief uitglijdt door het water op de vloer. De schoonmaker heeft de dief dus wel tegengehouden, maar niet op de manier die hij van tevoren had bedacht.)

Bespreek de volgende vragen met de leerlingen:
Wat hebben we geleerd over wie de schoonmaker graag zou willen zijn?
Is de schoonmaker nu toch een held, ook al heeft hij niet expres de dief tegen gehouden? (Eigenlijk is de schoonmaker een held, hij houdt de dief tegen, niet door een Kung Fu held te zijn, maar door precies te zijn wie hij is: een schoonmaker.)


Mogelijke antwoorden: 
- De schoonmaker zit op zijn telefoon, dus hij vindt het niet leuk om schoonmaker te zijn. 
- De schoonmaker houdt van Kung Fu films want daar kijkt hij naar. Misschien wil hij zelf ook graag Kung Fu leren.)

Hoe word je wie je bent? 
Wat hoort er bij jouw identiteit en waar komt dat vandaan? Bedenk voorbeelden. Bespreek dit in tweetallen. 

Slide 32 - Tekstslide

Activiteit: Hoe word je wie je bent? – 5 min

Laat de leerlingen in tweetallen verder ingaan op deze vraag. Laat ze aan elkaar vertellen wat er bij hun identiteit hoort en waar dat vandaan komt. (Bijvoorbeeld ik spreek Nederlands door waar ik woon, ik heb het uiterlijk van mijn vader/moeder, ik heb deze muziekartiest leren kennen door mijn vrienden, etc.) Spreek eventueel af dat ze na 2,5 minuut wisselen en geef aan wanneer het wisselmoment is. 

(Alternatief: Je kunt de leerlingen dit ook laten opschrijven en tekenen in tweetallen.)

Mocht de tijd het toelaten dan kan je ervoor kiezen enkele leerlingen klassikaal aan het woord te laten om te vertellen wat ze hebben bedacht.

EN/OF 

Zelfportrettekenen: Geef kinderen papier, kleurpotloden, stiften en andere kunstbenodigdheden en vraag ze zelfportretten te tekenen. Moedig ze aan om dingen op te nemen die representeren wie ze zijn, zoals hobby's, favoriete kleuren of symbolen van hun cultuur.

Bubbels: Jouw identiteit
Wat hoort er allemaal bij jouw perspectief/bubbel? Wat maakt jou tot wie je bent? Denk aan: hobby’s, interesses, herinneringen, familie, vrienden, uit welk land je komt/waar je woont

Slide 33 - Tekstslide

Activiteit: Bubbels: Jouw perspectief – 8 min.
Laat de leerlingen in tweetallen verder ingaan op dit onderwerp. Laat ze tekenen/schrijven/in tweetallen bespreken wat er in hun bubbel/perspectief hoort. Wat maakt hen allemaal tot wie ze zijn? (Bijvoorbeeld hobby’s, interesses, bijzondere herinneringen, leuke of minder leuke dingen die ze hebben meegemaakt, familie, vrienden, uit welk land ze komen/wonen.)
Mocht de tijd het toelaten dan kan je ervoor kiezen enkele leerlingen klassikaal aan het woord te laten om te vertellen wat ze hebben bedacht.

EN/OF

Interpretatie van afbeeldingen: Laat de kinderen een afbeelding of een reeks afbeeldingen zien en vraag ze om op te schrijven of te bespreken wat ze zien. Ontdek vervolgens dat verschillende mensen hetzelfde beeld anders kunnen interpreteren op basis van hun achtergrond, overtuigingen en ervaringen. Moedig hen aan om hun interpretaties te delen en te bespreken hoe meerdere perspectieven naast elkaar kunnen bestaan.


Dankjewel!

Kunnen jullie bedenken waarom sommige mensen niet kunnen zijn wie ze willen zijn? Wat zou hen kunnen tegenhouden? 

Slide 34 - Tekstslide

We hebben het vandaag gehad over wie jij bent, je identiteit. Ook hebben we gekeken naar hoe het komt dat jij bent wie je bent. Maar sommige mensen vinden het moeilijk te kiezen wie ze zijn, of te laten zien wie ze zijn. Dit is iets wat we ook in de films zullen zien.

Ik hoop dat jullie hebben genoten van de films en dat jullie mooie vormen hebben ontdekten.
Laat de leerlingen via het opsteken van handen stemmen op welke film ze het leukst vonden. Noem één voor één de filmtitels en herhaal kort waar ze over gingen. Benadruk dat de leerlingen maar op één film mogen stemmen. We hebben nog een mooie filmles voor in de klas gemaakt die past bij dit filmprogramma en het thema Op zoek naar mij. Deze sturen we door naar jullie school. 
Ik hoop jullie binnenkort weer in de filmzaal te zien bij onze jaarrond educatie filmprogramma’s!
Birdlime, Canada
Op zoek naar mij
Waar denken jullie dat deze film over zal gaan? Wat zal deze film met het thema ‘Op zoek naar mij’/identiteit te maken hebben? 

Slide 35 - Tekstslide

Birdlime 
We gaan nu kijken naar de animatiefilm Birdlime gemaakt door Evan DeRushie uit Canada. Deze animatiefilm is gemaakt met de stop motion techniek. Kan iemand uitleggen wat dat is? 

Birdlime is een plakkerige stof, een soort hars, waarmee vogels gevangen worden in het wild om later verkocht te worden. We gaan nu kijken hoe het afloopt met één van de vogels die gevangen is.

NA DE FILM
Vraag eerst wat de leerlingen van de film vonden. Wat zagen ze gebeuren? Hoe liet de film hen voelen? 

Wat is de ‘identiteit’ van de vogel? Wie is hij? (Eigenlijk is de vogel zijn vrijheid kwijt geraakt om zichzelf te zijn. Hij wordt gedwongen om zich anders te gedragen.)
Werd de vogel iemand anders door wat er met hem gebeurde?
Denken jullie dat de mens de vogel geholpen heeft? (De mens wilde de vogel helpen door hem te ‘redden’ en genezen. Maar eigenlijk heeft hij hem nu juist getemd. De vogel laat ander gedrag zien, hij imiteert de geluiden van de mensen om hem heen en wacht tot hij gevoerd wordt. Nu hij weer in het wild losgelaten is, weet hij eigenlijk niet meer hoe zich moet gedragen. De vraag is of hij nu zelf nog kan overleven, of dat hij eigenlijk te veel veranderd is.)

Mogelijk antwoord: De vogel is gevangen, dus hij is niet vrij om te zijn wie hij wil zijn. 
Groep 7-8

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shorts programma (Verder kijken)
PO Groep 7 en 8
les voor de film

Slide 37 - Tekstslide

In dit filmprogramma bekijken wij 2 korte films uit Nederland en de Verenigde Staten. Dit programma heet Verder kijken - waar denken jullie dat de films over gaan?

Iedereen heeft een eigen gekleurde zonnebril waardoor hij/zij naar de wereld kijkt. Deze gekleurde zonnebril wordt gevormd door de dingen die jou jou maken. De dingen die je leert, de dingen die je leuk vindt, hoe je opgevoed bent, waar je vandaan komen, bepalen allemaal hoe jij naar de wereld kijkt. Iemand die van voetbal houdt, zal de wedstrijd heel spannend vinden, terwijl iemand die niet van voetbal houdt dezelfde wedstrijd saai zal vinden. Iedereen kijkt anders naar de wereld door zijn/haar gekleurde bril. Deze vijf films gaan over personen die de wereld bekijken vanuit hun eigen bril en zich niet voldoende inleven in de ander. Juist door je te proberen in te leven in iemand anders, en door iemand anders te leren kennen, kan je de wereld proberen door een andere bril te bekijken. Je leert dan nieuwe dingen. Iedereen heeft een eigen bubbel, maar we moeten proberen deze bubbel te vergroten door te luisteren naar anderen. We gaan vandaag met deze films bekijken of het deze mensen lukt om verder te kijken dan hun eigen mening. 
Met Verder kijken presenteert IFFR een nieuwe selectie van bijzondere makers en verhalen.

Vraag de leerlingen ter introductie:
Waar bestaat jouw gekleurde bril of bubbel uit? Welke dingen maken jou wie je bent en bepalen hoe je naar de wereld kijkt? 
Soms kan je iemand ontmoeten die iets heel anders vindt dan jij, of iets weet wat jij niet weet. Je kunt soms van andere mensen leren door te luisteren hoe zij naar de wereld kijken. Dit verandert dan weer jouw blik. Wie heeft dit wel eens meegemaakt en kan een voorbeeld geven? 

Perspectieven
Uit welke dingen kan jouw perspectief, of jouw bubbel, allemaal bestaan? Wat maakt jou allemaal jou? 
Heb jij wel eens meegemaakt dat je eerst iets dacht over iets of iemand, wat later helemaal niet waar bleek te zijn? Waardoor kwam het dat je ineens iets nieuws leerde? 
Ik kan iets leren van mensen die anders zijn dan ik. Eens/oneens
Ik luister graag naar verhalen en perspectieven van andere mensen. Eens/oneens

Slide 38 - Tekstslide

Gesprek over perspectieven (kennismaking met thema) – 8 min.
Vertel de leerlingen: 
Jullie gaan deze les filosoferen. Dit betekent dat iedereen goed na moet denken over vragen en zijn of haar eigen antwoord mag geven. Er zijn geen goede of foute antwoorden, alles mag gezegd worden. Zolang je maar aardig bent voor elkaar en naar elkaar luistert. Ook is het belangrijk dat je uitlegt ‘waarom’ je iets vindt. Bespreek deze afspraken met de leerlingen voor je aan het gesprek begint.

Vertel: Het thema van dit programma is ‘Verder kijken’. De personen in de films kijken vanuit hun eigen perspectief, hun eigen bril, naar de wereld en de mensen om hen heen. Soms moeten ze verder kijken dan wat ze zelf denken en meer leren over de ander.

Leg uit: Iedereen heeft een eigen manier hoe hij/zij naar de dingen en mensen om hem/haar heen kijkt. Dit heet een perspectief. Dit perspectief kunnen we zien als een gekleurde bril. Als je een blauw zonnebril draagt ziet de hele wereld er een beetje blauw uit. Ieders perspectief is anders, dus iedereen draagt een andere kleur bril. Hoe jij naar de wereld kijkt, heeft te maken met de dingen die je hebt meegemaakt, de dingen die je leuk vindt, de dingen die je weet, hoe je bent opgevoed en waar je vandaan komt. Voor jou ziet de tekst op het scherm er heel normaal uit, terwijl voor iemand uit Amerika die geen Nederlands kan de tekst niets zegt. Ze kunnen dit niet lezen. En als iemand bijvoorbeeld een keer iets vervelends heeft meegemaakt met een hond, zullen ze bang zijn wanneer ze een hond op straat zien. Terwijl iemand die van honden houdt heel blij is die hond te zien! Iedereen heeft dus een eigen blik op de wereld.

Vraag de leerlingen: Uit welke dingen kan jouw perspectief, of jouw bubbel, allemaal bestaan? Wat maakt jou allemaal jou? Laat hen voorbeelden bedenken.

Leg uit: Maar soms kan het ook zijn dat je verder moet kijken dan wat je denkt of vindt. Misschien komt de persoon die bang is voor honden er wel achter dat het een hele lieve hond is. Diegene stelt dan zijn of haar mening bij. Je leert weer iets nieuws. Jouw perspectief, of jouw bubbel, wordt vergroot.

Vraag de leerlingen: Heb jij wel eens meegemaakt dat je eerst iets dacht over iets of iemand, wat later helemaal niet waar bleek te zijn? Waardoor kwam het dat je ineens iets nieuws leerde?

Laat de leerlingen actief een stelling beantwoorden. De stelling is: Ik kan iets leren van mensen die anders zijn dan ik. De leerlingen die eens zijn kunnen naar de linkerkant van het lokaal lopen en de leerlingen die oneens zijn naar de andere kant van het lokaal (alternatief: staan/zitten of hand opsteken). Geef wat leerlingen van beide kanten de kans om hun antwoord toe te lichten.

Laat de leerlingen nog een stelling beantwoorden op dezelfde manier. De stelling is: Ik luister graag naar verhalen en perspectieven van andere mensen.

Nobody
Nederland
Wat zal deze film met het thema ‘Verder kijken (Perspectieven/bubbels)’ te maken hebben? 

Slide 39 - Tekstslide

5. Nobody (Mogelijke antwoorden: Dit is 
We gaan nu kijken naar de laatste film van vandaag, een Nederlandse animatiefilm, gemaakt door Job, Joris en Marieke van Bemmelen. Deze film heet ‘Nobody’ en gaat over de vlogger MadeByHeaven. Heel zijn leven draait om sociale media en al zijn vrienden zijn digitaal. Op een dag wordt hij wakker en zal zijn hele leven veranderen… we gaan kijken wat er met hem gebeurt. 

NA DE FILM
Bespreek met de leerlingen wat ze hebben gezien tijdens de film. (MadeByHaeven werd op een dag ineens onzichtbaar. Hij kon toen niet meer vloggen en hij verloor zijn digitale vrienden. Op het einde wordt hij ineens weer zichtbaar als hij wordt aangeraakt door zijn buurman en naar het feestje gaat.)

Bespreek de volgende vragen met de leerlingen:
Denken jullie dat MadeByHeaven echte vrienden had online? Waarom wel/niet? 
Waarom denken jullie dat MadeByHeaven onzichtbaar werd? En waarom zou hij ineens weer zichtbaar zijn geworden? (Hij was niet zichzelf als vlogger. Hij werd niet gezien voor wie hij was, dus werd hij onzichtbaar. Toen besloot hij echte vrienden te zoeken, door naar het feestje van zijn buurman te gaan. Hij stelde zich voor als wie hij echt was, Florian, en hij werd ineens weer gezien. Hij was eindelijk zichzelf.)
Waarom denken jullie dat Florian een vlogger is geworden? Wat gebeurde er met hem waardoor hij niet meer naar feestjes ging en echte vrienden had? (Hij werd uitgelachen en gepest. Hij zegt ‘Uiterlijk doet er wel toe!’ en wil laten zien dat hij er mooi uitziet. Maar hierdoor ziet niemand meer wie hij echt is.)

iemand die eenzaam is. Dit is iemand die alleen is. We leren iemand kennen. Dit is een vlogger die ons iets gaat leren.)
Blind Date
Nederland
Wat zal deze film met het thema ‘Verder kijken (Perspectieven/bubbels)’ te maken hebben? 

Slide 40 - Tekstslide

3. Blind Date (Mogelijk antwoord: Een 
We gaan nu kijken naar een hele korte Nederlandse animatiefilm, gemaakt door Camiel Schouwenaar. We zien twee mensen die elkaar online ontmoet hebben en nu op een eerste date gaan. Beiden gedragen zich anders dan zij zijn, omdat ze denken dat de ander hen dan leuker vindt. We gaan kijken wat zij doen en of ze elkaar inderdaad leuk vinden.

NA DE FILM
Vraag de leerlingen wat ze zagen in de film. Wat gebeurde er allemaal? (De vrouw zag de man heel stoer binnenkomen en schaamde zich voor haar bril. Ze deed de bril dus af om er cooler uit te zien. Maar daardoor zag ze minder goed. De twee maken allebei blunders. Dan blijkt dat de man normaal ook een bril draagt en hem had afgezet. Ze zien dus allebei niet goed! Nu ze van elkaar weten dat ze allebei een bril dragen kunnen ze echt zichzelf zijn. En pas dan passen ze goed bij elkaar.)

Bespreek de volgende vragen met de leerlingen: 
De mensen gingen op een blind date. Waren ze zichzelf op het begin van de date? 
Dachten jullie al aan het begin van de date dat dit een match kon worden? En op het einde? Waar lag dat verschil aan? 
Wat denken jullie dat de filmmaker wilt vertellen met deze film? Raadt hij aan om je stoerder voor te doen dan je bent of gewoon jezelf te zijn? Zijn jullie het met die boodschap eens? 


vrouw en een man hebben met elkaar afgesproken en zien elkaar voor het eerst. De vrouw doet haar bril af, omdat ze bang is dat ze anders uitgelachen wordt.). 
Wat vonden jullie ervan?

Slide 41 - Tekstslide

Vraag de leerlingen wat ze van de films vonden. Is er iets wat hen is bijgebleven? Welke film heeft de grootste indruk achtergelaten (het leukst, grappigst, het interessantst?). 

Hebben ze tijdens de films iets nieuws geleerd over het thema ‘Verder kijken’/perspectieven?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dankjewel!

Slide 45 - Tekstslide

Ik hoop dat jullie hebben genoten van de films, de verhalen van over de wereld en dat jullie meer hebben geleerd over filmmaken. Laat de leerlingen via het opsteken van handen stemmen op welke film ze het leukst vonden. Noem één voor één de filmtitels en herhaal kort waar ze over gingen. Benadruk dat de leerlingen maar op één film mogen stemmen. We hebben nog een mooie filmles voor in de klas gemaakt die past bij dit filmprogramma en het thema Verder kijken. Deze sturen we door naar jullie school. 
Ik hoop jullie binnenkort weer in de filmzaal te zien bij onze jaarrond educatie filmprogramma’s!





Bubbels: Jouw perspectief
Wat hoort er allemaal bij jouw perspectief/bubbel? Wat maakt jou tot wie je bent? Denk aan: hobby’s, interesses, herinneringen, familie, vrienden, uit welk land je komt/waar je woont

Slide 46 - Tekstslide

Activiteit: Bubbels: Jouw perspectief – 8 min.
Laat de leerlingen in tweetallen verder ingaan op dit onderwerp. Laat ze tekenen/schrijven/in tweetallen bespreken wat er in hun bubbel/perspectief hoort. Wat maakt hen allemaal tot wie ze zijn? (Bijvoorbeeld hobby’s, interesses, bijzondere herinneringen, leuke of minder leuke dingen die ze hebben meegemaakt, familie, vrienden, uit welk land ze komen/wonen.)
Mocht de tijd het toelaten dan kan je ervoor kiezen enkele leerlingen klassikaal aan het woord te laten om te vertellen wat ze hebben bedacht.

EN/OF

Interpretatie van afbeeldingen: Laat de kinderen een afbeelding of een reeks afbeeldingen zien en vraag ze om op te schrijven of te bespreken wat ze zien. Ontdek vervolgens dat verschillende mensen hetzelfde beeld anders kunnen interpreteren op basis van hun achtergrond, overtuigingen en ervaringen. Moedig hen aan om hun interpretaties te delen en te bespreken hoe meerdere perspectieven naast elkaar kunnen bestaan.