Stabiliteit in de leefgemeenschap

Stabiliteit in de leefgemeenschap
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoLager onderwijs

In deze les zit 15 slide, met interactieve quiz, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Stabiliteit in de leefgemeenschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een biotoop
  • Alle dieren en planten in een    bepaalde omgeving

  • Verschillende typen biotopen : bos, duinen, tropisch regenwoud, woestijn, ...

Slide 2 - Tekstslide

Vertel wat een ecosysteem is en noem voorbeelden van verschillende ecosystemen.

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voedselketen



Voedselketen
Pijl --> wordt gegeten door...

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedselketen 
De 1ste schakel van een voedselketen is altijd een plant.

De 2de schakel is altijd 
een planteneter

De 3de schakel is altijd 
een vleeseter. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselkringloop

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reducenten
De laatste schakel wordt gevormd door de reducenten: de schimmels en bacteriën. Zij zetten het dode materiaal om naar mineralen, water en koolstofdioxide.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
vleeseters
B
planteneters
C
planten

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we bacteriën en schimmels?
A
consumenten
B
reducenten
C
allesetters
D
producenten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar horen pissebedden bij?
A
producenten
B
consumenten
C
afvaleters
D
reducenten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies