Klas 2 Vervoeging van Engelse werkwoorden

Dinsdag 4 juni
  • Vorige les: vervoeging werkwoorden (pv tt - pv vt - vd)
  • Deze les: vervoeging van Engelse werkwoorden in het Nederlands
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 4 juni
  • Vorige les: vervoeging werkwoorden (pv tt - pv vt - vd)
  • Deze les: vervoeging van Engelse werkwoorden in het Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel 5.5 Spelling
  • Ik kan Engelse werkwoorden in het Nederlands op de juiste manier vervoegen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Hij …. mijn kaartje vandaag, maar vorige week heb ik zijn kaartje …. .
A
betaalt - betaalt
B
betaalt - betaald
C
betaald - betaalt
D
betaald - betaald

Slide 3 - Quizvraag

Herhaling werkwoordspelling

Tegenwoordige tijd:

  • Betalen - ik betaal - hij betaalt - wij betalen
  • Voor alle werkwoorden hetzelfde!


Slide 4 - Tekstslide

Herhaling werkwoordspelling

Verleden tijd:

  • Verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden
  • Sterke werkwoorden: veranderen in de verleden tijd van klank
  • Zwakke werkwoorden:

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling werkwoordspelling

Voltooid deelwoord:

  • VD van sterke werkwoorden eindigen vaak op -en.
  • Zwakke werkwoorden:

Slide 6 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
in het Nederlands

Slide 7 - Woordweb

Engelse werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!

Wat?                               Stencil 2 werkwoordspelling

Hoe?                               Zelfstandig, zachtjes overleggen mag

Hulp?                             Buurman/buurvrouw, docent

Tijd?                               Tot 11.10 uur

Resultaat?                  Alle antwoorden netjes ingevuld op stencil

Klaar?                            Lezen uit leesboek/ werken aan boekenpitch

Slide 9 - Tekstslide

Evaluatie
  • Hoe verliep de opdracht?

Slide 10 - Tekstslide

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Ik ….. naar huis om te kijken of ik mijn werkstuk wel had ….. .
A
racete - gesavet
B
racede - gesaved
C
racete - gesavet
D
racete - gesaved

Slide 11 - Quizvraag

Vooruitblik

Morgen (2 lessen):

  • Boekenpitch: Chloë, Roos, Chayna, Elakseka, Diaz, Melisa, Serena, Annabel, Itse, Joy
  • Nakijken stencil 2 werkwoordspelling

Slide 12 - Tekstslide