In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Freitag, den 4. März 2022
Willkommen
Ziele dieser Unterrichtsstunde
Nachsehen Hausaufgaben
Wiederholung Grammatik Kapitel 5
Wörterliste A
Üben Grammatik Kapitel 4
Leren leren
Puzzle/Kreuzworträtsel
Hausaufgaben
Zum Schluss
Slide 1 - Tekstslide
Ziele dieser Unterrichtsstunde:
Je weet hoe sterke werkwoorden, met in de stam een e, worden vervoegd in de o.t.t.
Je kunt oefenen met de grammatica van Kapitel 4.
Je kunt verder werken met de puzzel met de woorden/zinsdelen uit de woordenlijsten A en B.
Slide 2 - Tekstslide
Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgaben 2.1 Seiten 48-49
Aufgabe 19.1 Seiten 82-83
Slide 3 - Tekstslide
Wiederholung Grammatik
Wat kun je vertellen over sterke werkwoorden met e in de stam?
Bij welke persoonlijke vnwis er sprake van een i/ie wissel in de stam?
Welke sterke werkwoorden hebben geen i/ie wisselin de stam?
Wat kun je vertellen over geben, nehmen en treten?
Slide 4 - Tekstslide
Wörterliste A TB Seite 76
Gezamenlijk bespreken.
Wat valt je op?
Zelfstandig maken Aufgabe 3.3 Seiten 50-51
Klaar: leren grammatica + aantekeningen vervoegen werkwoorden met e in stam
timer
1:00
Slide 5 - Tekstslide
K4 Grammatik üben
ein-groep?
meervoud
lidwoord vervangen door persoonlijk vnw
alfabet
Slide 6 - Tekstslide
Er hat ..... (geen) Hobbys.
Slide 7 - Open vraag
Unsere Lehrerin ist streng. .... ist streng.
A
er
B
sie
C
es
D
sie (mv)
Slide 8 - Quizvraag
die Frau meervoud
Slide 9 - Open vraag
Is das .... (uw) Buch?
Slide 10 - Open vraag
Is das ....(jullie) Lehrerin?
Slide 11 - Open vraag
der Satz meervoud
Slide 12 - Open vraag
Die Bälle sind ins Wasser gefallen. .... ins Wasser gefallen.
A
er
B
sie
C
es
D
sie (mv)
Slide 13 - Quizvraag
das Heft meervoud
Slide 14 - Open vraag
Das Haus ist sehr schön. .... ist sehr schön.
A
er
B
sie
C
es
D
sie (mv)
Slide 15 - Quizvraag
Leren leren
Hoe bereid ik me voor op een toets?
Slide 16 - Tekstslide
Puzzle / Kreuzworträtsel verder werken!!!
In duo's werken.
Minimaal 35woorden (zinsdelen) in de puzzel, uit zowel lijst A en B. Bijvoorbeeld: een goal schieten/skïen/de finish. Of: am Sonntag/die Geige/etwas unternehmen.
Nederlands -> Duits en Duits -> Nederlands
Eerst overleggen wat voor soort puzzel je wilt maken.
Netjes werken. Andere leerlingen moeten het kunnen lezen/maken.
Bij keuze woordzoeker moet er eerst vertaald worden voordat je het kunt opzoeken in de woordzoeker!!!