250306 formuleren §5 + creatief schrijven verhaal

Welkom H2a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • iPad
  • Leesboek
  • (schrift)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom H2a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • iPad
  • Leesboek
  • (schrift)

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Mededeling (1 min)
  2. Lezen (10 min)
  3. Formuleren §1-4 herhalen: 2 vragen (5 min)
  4. Formuleren §5+6 uitleg (10 min) + oefenen (15 min)
  5. Creatief schrijven (30 min)
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Mededeling
Vrijdag 8 maart 
SO formuleren §1-7

- theorievragen (groene blokjes)
- toepassen (zinsvolgorde (OPA), duidelijke constructies, verbanden, afwisseling, spelling, etc.)

Slide 3 - Tekstslide

Planning
  1. Mededeling (1 min)
  2. Lezen (10 min)
  3. Formuleren §1-4 herhalen: 2 vragen (5 min)
  4. Formuleren §5 uitleg (10 min) + oefenen (15 min)
  5. Creatief schrijven (30 min)

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Dit ken/kan ik al:
  • Ik gebruik synoniemen en verwijswoorden om te variëren in woordgebruik.
  • Ik kan variëren in zinsopbouw om mijn tekst aantrekkelijker te maken.
  • Ik kan voorbeelden gebruiken om mijn tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken.




Slide 5 - Tekstslide

2 vragen om mee te oefenen
Opdracht 1:
Als je een tekst zou schrijven over de sport hockey, welke synoniemen/omschrijvingen zou je daar dan voor kun gebruiken om te variëren in woordgebruik?

Opdracht 2:
In welke volgorde staan de volgende zinnen:
  1. Vanwege de laatste mode heeft Sisi haar garderobe vervangen.
  2. Die rare praatjes verontrustten mij al tijden.
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Planning
  1. Mededeling (1 min)
  2. Lezen (10 min)
  3. Formuleren §1-4 herhalen: 2 vragen (5 min)
  4. Formuleren §5 uitleg (10 min) + oefenen (15 min)
  5. Creatief schrijven (30 min)

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel
Dit ken/kan ik al:
  • Ik gebruik synoniemen en verwijswoorden om te variëren in woordgebruik.
  • Ik kan variëren in zinsopbouw om mijn tekst aantrekkelijker te maken.
  • Ik kan voorbeelden gebruiken om mijn tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken.

Dit leer ik vandaag:
  • Ik formuleer zinnen zo, dat woorden die bij elkaar horen ook bij elkaar staan.


Slide 8 - Tekstslide

Maak geen onnodig lastige constructies:
Vermijd heel lange toevoegingen:

  • Dat roodharige, grappige, maar soms ook wel vervelende meisje, komt morgen op tv.

  • Dat roodharige meisje dat grappig, maar soms ook wel vervelend is, komt morgen op tv.

Slide 9 - Tekstslide

Maak geen onnodig lastige constructies:
Houd het onderwerp en de persoonsvorm bij elkaar. Liever twee hoofdzinnen, dan een hoofdzin + bijzin. Al houden we ook van afwisseling!

  • Ik eet geen appels, omdat ik ze vies vind.

  • Ik eet geen appels, want ik vind ze vies.

Slide 10 - Tekstslide

Maak geen onnodig lastige constructies:
Houd het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar:

  • Ik heb gister na het avondeten nog een appel gegeten.

  • Ik heb gister nog een appel gegeten na het avondeten.

Slide 11 - Tekstslide

Maak geen onnodig lastige constructies:
Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is:

  • Ik zou mijn oma weer eens op moeten bellen.

  • Ik zou mijn oma weer eens moeten opbellen.

Slide 12 - Tekstslide

De spits die hunkert naar langdurige faam en glorie, weigert tot groot ongenoegen van zijn teamleaden de bal te passen.
A
Er staat teveel informatie tussen het lidwoord en bijbehorend zelfstandig naamwoord.
B
De persoonsvorm en andere werkwoorden van het gezegde staan te ver uit elkaar.
C
Het onderwerp en gezegde staan te ver uit elkaar.
D
Een splitsbaar werkwoord is gesplitst.

Slide 13 - Quizvraag

Vol bewondering keken we naar de dankzij duisternis bijzonder zichtbare sterrenhemel van de West-Saharische woestijn.


Slide 14 - Open vraag

Leerdoel
Dit ken/kan ik al:
  • Ik gebruik synoniemen en verwijswoorden om te variëren in woordgebruik.
  • Ik kan variëren in zinsopbouw om mijn tekst aantrekkelijker te maken.
  • Ik kan voorbeelden gebruiken om mijn tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken.

Dit leer ik vandaag:
  • Ik formuleer zinnen zo, dat woorden die bij elkaar horen ook bij elkaar staan.


Slide 15 - Tekstslide

Oefenen
Opdracht: 
Maak online:
Cursus 6 - Formuleren §5 > opdracht 1 en 2

Hoe: Kijk naar het stoplicht. Rood = alleen werken, Oranje = zachtjes overleggen
Wat: iPad
Klaar? Lees het nieuws op www.nu.nl of lees uit je boek.




timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Na deze les wil ik van formuleren....
De uitleg nog een keer horen
Meer voorbeelden zien
Meer oefeningen maken
De leerstof thuis nog eens bekijken
Nieuwe leerstof, want dit onderdeel begrijp ik.

Slide 17 - Poll

Creatief schrijven
Opdracht:
  • Typ een verhaal van minimaal 400 woorden.
  • Houd je verhaal net! Geen gescheld of opgepaste onderwerpen.
Je krijgt hier volgende les weer tijd voor. Maak je gebruik van ChatGPT dan werk je volgende keer met pen en papier.

Je let op:
  • Goed gebruik van punten en komma's.
  • Afwisseling in zinsvolgorde (OPA);
  • Gebruik van synoniemen, omschrijvingen en verwijswoorden om de tekst beter leesbaar te maken.

 





timer
25:00

Slide 18 - Tekstslide

Is mijn leerkracht een robot?

Robots lijken steeds meer op echte mensen. In 2050 kun je het verschil tussen robots en mensen bijna niet meer zien. Jij denkt dat je leerkracht een robot is, maar je weet het nog niet zeker. Hoe kom je erachter of het inderdaad zo is? En wat gebeurt er dan?
De kapotte tijdmachine.

In 2050 hoef je geen geschiedenis-boeken te lezen, want je gaat gewoon met de hele klas terug in de tijd. Zo kun je zelf zien wat er vroeger gebeurde. Je hebt net met je klas een tijdreis gemaakt, maar dan gaat het mis. De tijdmachine gaat kapot. In welke tijd zit je, en waar? Wat nu?

Slide 19 - Tekstslide