Ik gebruik synoniemen en verwijswoorden om te variëren in woordgebruik.
Ik kan variëren in zinsopbouw om mijn tekst aantrekkelijker te maken.
Ik kan voorbeelden gebruiken om mijn tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken.
Ik formuleer zinnen zo, dat woorden die bij elkaar horen ook bij elkaar staan.
Slide 4 - Tekstslide
Een glazenwasser uit Leeuwarden heeft gisteren een geweldige vondst gedaan (APO).
Slide 5 - Open vraag
De spits die hunkert naar langdurige faam en glorie, weigert tot groot ongenoegen van zijn teamleaden de bal te passen.
A
Er staat een te lange bijvoeglijke bepaling tussen het lidwoord en bijbehorend zelfstandig naamwoord.
B
De persoonsvorm en andere werkwoorden van het gezegde staan te ver uit elkaar.
C
Het onderwerp en gezegde staan te ver uit elkaar.
D
Een splitsbaar werkwoord is gesplitst.
Slide 6 - Quizvraag
Vol bewondering keken we naar de dankzij duisternis bijzonder zichtbare sterrenhemel van de West-Saharische woestijn.
Slide 7 - Open vraag
Leerdoel
Dit ken/kan ik al:
Ik gebruik synoniemen en verwijswoorden om te variëren in woordgebruik.
Ik kan variëren in zinsopbouw om mijn tekst aantrekkelijker te maken.
Ik kan voorbeelden gebruiken om mijn tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken.
Dit leer ik vandaag:
Ik formuleer zinnen zo, dat woorden die bij elkaar horen ook bij elkaar staan.
Slide 8 - Tekstslide
Oefenen
Opdracht: Maak online:
Cursus 6 - Formuleren §5 > opdracht 3
Hoe: Kijk naar het stoplicht. Rood = alleen werken, Oranje = zachtjes overleggen
Wat: iPad
Klaar? Werk verder aan je verhaal (over de robot / over de tijdmachine).
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
Na deze les wil ik van formuleren....
De uitleg nog een keer horen
Meer voorbeelden zien
Meer oefeningen maken
De leerstof thuis nog eens bekijken
Nieuwe leerstof, want dit onderdeel begrijp ik.
Slide 10 - Poll
Creatief schrijven
Opdracht:
Typ een verhaal van minimaal één A4-tje in Word.
Houd je verhaal net! Geen gescheld of opgepaste onderwerpen.
Lever je verhaal via Teams in als je klaar bent. Dit wordt huiswerk! Volgende les gaan we elkaar feedback geven op de verhalen.
Je let op:
Goed gebruik van punten en komma's.
Afwisseling in zinsvolgorde (OPA);
Gebruik van synoniemen, omschrijvingen en verwijswoorden om de tekst beter leesbaar te maken.
timer
25:00
Slide 11 - Tekstslide
Is mijn leerkracht een robot?
Robots lijken steeds meer op echte mensen. In 2050 kun je het verschil tussen robots en mensen bijna niet meer zien. Jij denkt dat je leerkracht een robot is, maar je weet het nog niet zeker. Hoe kom je erachter of het inderdaad zo is? En wat gebeurt er dan?
De kapotte tijdmachine.
In 2050 hoef je geen geschiedenis-boeken te lezen, want je gaat gewoon met de hele klas terug in de tijd. Zo kun je zelf zien wat er vroeger gebeurde. Je hebt net met je klas een tijdreis gemaakt, maar dan gaat het mis. De tijdmachine gaat kapot. In welke tijd zit je, en waar? Wat nu?