In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 1
1.1 Functies
1.2 Eerstegraadsfuncties
Slide 1 - Tekstslide
Functies herkennen
Definitie van een functie:
Een verband tussen twee variabelen x en y waarbij we voor elke waarde van de onafhankelijke variabele x één of geen waarde kunnen berekenen voor de afhankelijke variabele y, noemen we een functie.
Slide 2 - Tekstslide
Voorbeeld
Een taxibedrijf rekent de volgende kosten aan haar klanten:
- een vaste vertrekprijs van 5 euro.
- een kilometerprijs van 2 euro.
Met welke formule bereken je de prijs van een rit van x km? (y=prijs)
Slide 3 - Tekstslide
Formule? vaste vertrekprijs van 5 euro + kilometerprijs van 2 euro
Slide 4 - Open vraag
Formule: y = 5+2x
- Bereken de prijs van een rit van 7 km.
- Waarom is de prijs een functie van het aantal lessen?
Slide 5 - Tekstslide
Welke van de volgende grafieken is geen functie?
Slide 6 - Tekstslide
Welke van de volgende grafieken is geen functie?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 7 - Quizvraag
Functies noteren
Een functievoorschrift kan je op 2 manieren noteren:
- formulenotatie: y = 5 + 2x
- haakjesnotatie: f(x) = 5 + 2x
Slide 8 - Tekstslide
Bereken de functiewaarde voor 2 als f(x) = 3x + 3
A
6
B
9
C
11
D
13
Slide 9 - Quizvraag
Lineaire verbanden voorstellen
- Hoe noem je volgende functie: y = 5 + 2x?
Slide 10 - Tekstslide
Lineaire verbanden voorstellen
- Hoe noem je volgende functie: y = 5 + 2x? Waarom?
--> Een eerstegraadsfunctie
= bij elke gelijke toename van een origineel hoort een gelijke toename van de functiewaarde.
- Algemeen?
Slide 11 - Tekstslide
Welke van volgende voorschriften is van een eerstegraadsfunctie?
A
y = 3+5x
B
v = 3
C
V = z^3
D
A = 4z^2 -3
Slide 12 - Quizvraag
Je moet ook eerstegraadsfunctie kunnen tekenen!! (zie werkboek)
Slide 13 - Tekstslide
Hoe noem je deze functie?
Slide 14 - Tekstslide
Constante functie
- functievoorschrift: f(x) = b
- elke orgineel heeft dezelfde functiewaarde
- de grafiek is een rechte evenwijdig met de x-as
Slide 15 - Tekstslide
Welk algemeen functievoorschrift hoort bij volgende grafieken?
Slide 16 - Tekstslide
y = ax
Grafiek is een rechte door de oorsprong
Het verloop: a < 0 dan daalt de rechte, a > 0 stijgt de rechte
Hoe noem je a?
Slide 17 - Tekstslide
Richtingscoëfficiënt
De rico geeft de toename van de y-coördinaat als we de x-coördinaat met 1 vermeerderen.
Slide 18 - Tekstslide
Richtingsoëfficiënt?
Slide 19 - Tekstslide
Richtingscoëfficiënt?
A
1
B
0,5
C
2
D
1,5
Slide 20 - Quizvraag
Functievoorschrift?
Slide 21 - Tekstslide
Functievoorschrift?
A
y = 0,5x
B
y = x
C
y = 0,5x + 2
D
y =3
Slide 22 - Quizvraag
Verloop?
Slide 23 - Tekstslide
Verloop?
A
stijgend
B
dalend
Slide 24 - Quizvraag
Welk algemeen functievoorschrift hoort bij volgende grafieken?
Slide 25 - Tekstslide
y = ax + b
- Alle rechten zijn evenwijdig
- elke rechte gaat door het punt (0,b)
- elke rechte is een verschuiving van de grafiek van y=0,5x
- als b>0 dan verschuift de rechte naar boven en als b<0 dan verschuift de rechte naar beneden.
Slide 26 - Tekstslide
y = ax + b
- Eigenschap van evenwijdige rechten!!!
--> Evenwijdige rechten hebben dezelfde richtingscoëfficiënt.
Het verloop:
a < 0 dan daalt de rechte, a > 0 stijgt de rechte
Slide 27 - Tekstslide
Richtingsoëfficiënt?
Slide 28 - Tekstslide
Richtingscoëfficiënt?
A
1
B
0,5
C
2
D
-1
Slide 29 - Quizvraag
Functievoorschrift?
Slide 30 - Tekstslide
Functievoorschrift?
A
y = 0,5x+3
B
y = x+1
C
y = 0,5x + 1
D
y = - x +1
Slide 31 - Quizvraag
Verloop?
Slide 32 - Tekstslide
Verloop?
A
stijgend
B
dalend
Slide 33 - Quizvraag
Nulwaarden berekenen
Een origneel met een functiewaarde nul = nulwaarde
Grafiek: snijpunt met de x-as
voorbeeld: f(x) = -2x + 4
Hoe bereken je de nulwaarde van deze functie?
Slide 34 - Tekstslide
Tekentabel
- nulwaarde berekenen
- verloop bepalen
- tekentabel opstellen
Slide 35 - Tekstslide
y = 2x+6
Nulwaarde?
Verloop?
Tekentabel?
Slide 36 - Tekstslide
Ongelijkheden: 4x-8 > 0
Nulwaarde?
Verloop?
Tekentabel?
Oplossing?
Slide 37 - Tekstslide
Hoofdstuk 3
3.1 Vergelijkingen van rechten
3.2 Stelsels van vergelijkingen
Slide 38 - Tekstslide
Schuine rechte
f(x) = ax + b
Snijdt de y-as in het punt (0,b)
Slide 39 - Tekstslide
Horizontale rechte
f(x) = b
Snijdt de y-as in het punt (0,b)
constante functie
Slide 40 - Tekstslide
Verticale rechte
x = r
Slide 41 - Tekstslide
y = 5
A
Horizontale rechte
B
Verticale rechte
C
Schuine rechte
Slide 42 - Quizvraag
x = 4
A
Horizontale rechte
B
Verticale rechte
C
Schuine rechte
Slide 43 - Quizvraag
y = x + 2
A
Horizontale rechte
B
Verticale rechte
C
Schuine rechte
Slide 44 - Quizvraag
Ligging van punten ten opzichte van een rechte
Stel we hebben de rechte y = 2x + 3. We willen weten of het punt A(1,5) op de rechte ligt. Hoe ga je dat doen?
Slide 45 - Tekstslide
Ligt het punt A(2,4) op de rechte y = 4x?
A
ja
B
nee
Slide 46 - Quizvraag
Richting van een rechte
Rico van een schuine rechte ?
Rico van een horizontale rechte ?
Rico van een verticale rechte ?
Slide 47 - Tekstslide
Richting van een rechte
Rico van een schuine rechte =
Rico van een horizontale rechte = 0
Rico van een verticale rechte = /
Slide 48 - Tekstslide
De rico van y=2x+3 is
A
2
B
0
C
/
D
3
Slide 49 - Quizvraag
De rico van y=5 is
A
2
B
0
C
/
D
5
Slide 50 - Quizvraag
Vergelijking van een rechte opstellen.
Bepaal de vergelijking van de rechte s die door het punt A (2,1) gaat en rico 3 heeft.
Slide 51 - Tekstslide
Geef de vergelijking van de rechte.
Slide 52 - Open vraag
Vergelijking van een rechte opstellen.
Bepaal de vergelijking van de rechte s die door het punt