Quiz hoofdstuk stevigheid en beweging

De quizzz
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De quizzz

Slide 1 - Tekstslide

Erfelijkheid
Het uiterlijk van een organisme noemen we:
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft de mens?
A
23
B
46

Slide 3 - Quizvraag

Als je je haar verft veranderd je genotype
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Bij geslachtelijke voortplanting heb je altijd genen van je vader en moeder?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een vrouw haar geslachtchromosomen zijn altijd XX?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Dat ons skelet lijkt op dat van een beer is een bewijs van de evolutietheorie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De geslachtschromosomen van de man zijn altijd:
A
XX
B
XY
C
XZ
D
XT

Slide 8 - Quizvraag

Wij hebben een:
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet
D
Weet ik niet

Slide 9 - Quizvraag

Een garnaal heeft een uitwendig skelet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn ledematen?
A
Je hoofd en oren
B
Je benen en armen
C
Haar op je hoofd en andere plekken

Slide 11 - Quizvraag

Een zoolganger....
A
Heeft zooltjes zoals een kat of hond
B
Zet zijn gehele voet op de grond, van teenkootjes tot hielbeen
C
Loopt het liefst niet op blote voeten

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noem je het schouderblad en een sleutelbeen bij elkaar in 1 woord?
A
Schoudergordel
B
Ledemaat

Slide 13 - Quizvraag

Benoem de vier functies van het skelet

Slide 14 - Open vraag

Pijpbeenderen zijn plat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Roodbeenmerg
A
Maakt geel beenmerg aan
B
Maakt rode bloedcellen aan
C
slaat vet op
D
geleid bloed door de botten heen

Slide 16 - Quizvraag

Leg uit wat er met de samenstelling van de botten gebeurt van baby tot bejaarde

Slide 17 - Open vraag

Benoem de vier beenverbindingen

Slide 18 - Open vraag

Bij welke beenverbinding is veel beweging mogelijk
A
naadverbinding
B
kraakbeen
C
Gewrichten
D
Vergroeiing

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noem je het gewricht tussen de vingerkootjes?
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht

Slide 20 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel brengt het spierstelsel in beweging?
A
het spijsverteringsstelsel
B
het lymfestelsel
C
het zenuwstelsel
D
het ademhalingstelsel

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je tegengestelde spieren?

Slide 22 - Open vraag

Hoe noem je de plek waar een pees vast zit aan het bot?

Slide 23 - Open vraag

Hoe kan het dat de wervelkolom altijd in de dubbele S-vorm blijft staan?

Slide 24 - Open vraag

Hoe heet bot nr 3?
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet het bot bij nr 10?
A
Opperbeen
B
Heupbeen
C
Dijbeen

Slide 26 - Quizvraag

kraakbeen zorgt ervoor dat
A
dat het gewricht kan bewegen
B
het bot niet slijt en het goed kan draaien

Slide 27 - Quizvraag

Noem eens een ander woord voor botten?
A
skelet
B
beenderen
C
geraamte

Slide 28 - Quizvraag

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
schedel en ledematen en armen
B
romp, ledematen en armen en benen
C
schedel,romp, ledematen
D
schedel,romp,ledematen en armen en benen

Slide 29 - Quizvraag

Hoe heet het groene bot?
A
Sleutelbeen
B
Dijbeen
C
Schoudergordel
D
Schouderblad

Slide 30 - Quizvraag

Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 31 - Quizvraag

Welk deel is gemaakt van kraakbeen?
A
1
B
2
C
3

Slide 32 - Quizvraag


Hoe heet het groen gekleurde bot?
A
Heiligbeen
B
Staartbeen
C
Heupbeen
D
Bekken

Slide 33 - Quizvraag

Einde quiz

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
- Maak een poster of mindmap
- Check of je alle opdrachten uit je boek hebt gemaakt

Slide 35 - Tekstslide