Thema 6, basisstof 6 en herhaling

Basisstof 6 Blessures en herhaling
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare school

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisstof 6 Blessures en herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Herhaling van vorige week
- Theorie basisstof 6 blessures
- Aan het werk
- Herhalen hoofdstuk 2 d.m.v quizlet
- Herhalen hoofdstuk 6 door quiz in Lessonup

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de functie van een pees?
A
Beschermt de spier tegen beschadiging
B
Zorgt dat de spier niet uit elkaar valt
C
Aanspannen en ontspannen van de spier
D
Houdt de spier aan het bot vast

Slide 3 - Quizvraag

Wat gebeurt er als een spier aanspant? (er zijn twee kenmerken)

Slide 4 - Open vraag

Thema 6, basisstof 6: Blessures

Slide 5 - Tekstslide

Welke blessure(s) heb jij wel eens gehad?

Slide 6 - Woordweb

Wat gaan we leren deze les?
  • Ik kan uitleggen wat een blessure is
  • Ik ken verschillende soorten blessures aan spieren zoals spierpijn, spierscheuring, zweepslag en spierkramp
  • Ik weet wat de volgende blessures inhouden en kan verschillen noemen tussen de blessures: verzwikking, kneuzing, ontwrichting en een tennisarm

Slide 7 - Tekstslide

Blessures aan spieren
  • Spierpijn
  • Spierscheuring: zweepslag
  • Spierkramp

Slide 8 - Tekstslide

Wat is volgens jou de definitie van een blessure?

Slide 9 - Open vraag

Welke spierblessure is het meest voorkomend?
A
Spierscheuring
B
Zweepslag
C
Spierpijn
D
Spierkramp

Slide 10 - Quizvraag

Zweepslag is een voorbeeld van
A
Spierscheuring
B
Spierkramp
C
Spierpijn

Slide 11 - Quizvraag

Blessures aan botten
  • Röntgenfoto
  • bot wordt gezet
  • Gipsverband

Slide 12 - Tekstslide

Waarom maakt een dokter bij een botbreuk een Röntgenfoto?

Slide 13 - Open vraag

Andere blessures
  • Verzwikking
  • Kneuzing
  • Ontwrichting
  • Tennisarm

Slide 14 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij een verzwikking?
A
Het gewrichtskapsel en de kapselbanden rekken uit
B
Het gewrichtskapsel scheurt
C
Het gewricht gaat uit de kom
D
Er ontstaat snel een blauwe plek

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer kan je last krijgen van een tennisarm?

Slide 16 - Open vraag

De arm is uit de kom
Blauwe plek door stomp
Enkel klapt dubbel
Elleboog is ontstoken door overbelasting
Een arts moet de botten zetten
Kuitspier is beschadigd bij een zweepslag
Botbreuk
Kneuzing
Ontwrichting
Spierscheuring
Tennisarm
Verzwikking

Slide 17 - Sleepvraag

blessures voorkomen bij het sporten
  • Warming-up
  • Rek-oefeningen
  • Cooling-down
Oefeningen
https://www.gezondheidsnet.nl/sporten/warming-up-en-cooling-down 

Slide 18 - Tekstslide

Blessure door vaak dezelfde beweging herhalen


Muisarm
RSI (telefoon duim)

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maken opdracht 33 tot en met 38 (blz. 140 tot en met 146)
  • Klaar? Kijk het hele hoofdstuk na!
  • Ga oefenen met de Quizlets van hoofdstuk 2 voortplanting en hoofdstuk 3 stevigheid en beweging.
  • Hier heb je 20 minuten voor 
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Herhalen hoofdstuk 2 in Quizizz

Slide 21 - Tekstslide

Wat komt er in de toets?
Hoofdstuk 2: Voortplanting (basisstof 1 t/m 9)
Hoofdstuk 6: Stevigheid en beweging (basisstof 1 t/m 6)

+ zool-teen en topgangers (extra blad is uitgedeeld en op intranet)

Slide 22 - Tekstslide

De quizzz
Wat van dit hoofdstuk vind je nog lastig en wat gaat er prima?

Slide 23 - Tekstslide

Wij hebben een:
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet
D
Weet ik niet

Slide 24 - Quizvraag

Een garnaal heeft een uitwendig skelet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Wat zijn ledematen?
A
Je hoofd en oren
B
Je benen en armen
C
Haar op je hoofd en andere plekken

Slide 26 - Quizvraag

Een zoolganger....
A
Heeft zooltjes zoals een kat of hond
B
Zet zijn gehele voet op de grond, van teenkootjes tot hielbeen
C
Loopt het liefst niet op blote voeten

Slide 27 - Quizvraag

Hoe noem je het schouderblad en een sleutelbeen bij elkaar in 1 woord?
A
Schoudergordel
B
Ledemaat

Slide 28 - Quizvraag

Benoem de vier functies van het skelet

Slide 29 - Open vraag

Pijpbeenderen zijn plat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Roodbeenmerg
A
Maakt geel beenmerg aan
B
Maakt rode bloedcellen aan
C
slaat vet op
D
geleid bloed door de botten heen

Slide 31 - Quizvraag

Leg uit wat er met de samenstelling van de botten gebeurt van baby tot bejaarde

Slide 32 - Open vraag

Benoem de vier beenverbindingen

Slide 33 - Open vraag

Bij welke beenverbinding is veel beweging mogelijk
A
naadverbinding
B
kraakbeen
C
Gewrichten
D
Vergroeiing

Slide 34 - Quizvraag

Hoe noem je het gewricht tussen de vingerkootjes?
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht

Slide 35 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel brengt het spierstelsel in beweging?
A
het spijsverteringsstelsel
B
het lymfestelsel
C
het zenuwstelsel
D
het ademhalingstelsel

Slide 36 - Quizvraag

Hoe noem je tegengestelde spieren?

Slide 37 - Open vraag

Hoe noem je de plek waar een pees vast zit aan het bot?

Slide 38 - Open vraag

Hoe kan het dat de wervelkolom altijd in de dubbele S-vorm blijft staan?

Slide 39 - Open vraag

Hoe heet bot nr 3?
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot

Slide 40 - Quizvraag

Hoe heet het bot bij nr 10?
A
Opperbeen
B
Heupbeen
C
Dijbeen

Slide 41 - Quizvraag

kraakbeen zorgt ervoor dat
A
dat het gewricht kan bewegen
B
het bot niet slijt en het goed kan draaien

Slide 42 - Quizvraag

Noem eens een ander woord voor botten?
A
skelet
B
beenderen
C
geraamte

Slide 43 - Quizvraag

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
schedel en ledematen en armen
B
romp, ledematen en armen en benen
C
schedel,romp, ledematen
D
schedel,romp,ledematen en armen en benen

Slide 44 - Quizvraag

Hoe heet het groene bot?
A
Sleutelbeen
B
Dijbeen
C
Schoudergordel
D
Schouderblad

Slide 45 - Quizvraag

Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 46 - Quizvraag

Welk deel is gemaakt van kraakbeen?
A
1
B
2
C
3

Slide 47 - Quizvraag


Hoe heet het groen gekleurde bot?
A
Heiligbeen
B
Staartbeen
C
Heupbeen
D
Bekken

Slide 48 - Quizvraag

Einde quiz
Volgende week toets
- thema 6 basisstof 1 t/m 6
- Zool, teen en topgangers (extra blad)
Periode 6 boek A meenemen!!

Slide 49 - Tekstslide