woensdag 2 juni 2021

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: toekomst

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: toekomst

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema :
toekomst
Maak aantekeningen:
Schrijf het woord op, 
de betekenis en 
de voorbeeldzin. 

Slide 2 - Tekstslide

de eigenschap
(zelfstandig naamwoord)
  • een kenmerk dat bij iemand hoort; hoe iemand zich gedraagt of denkt.
  • synoniem: eigenheid, karakteristiek, op eigen manier iets doen
  • mensen en dieren hebben eigenschappen
  • zin: Om kledingontwerper te zijn heb je bepaalde eigenschappen nodig.
  • zin: Hij wacht rustig in de rij, want hij is heel geduldig. Dat is een prettige eigenschap! 

Slide 3 - Tekstslide

geschikt
(bijvoeglijk naamwoord)

  • iets wat goed of juist is
  • synoniem: gepast, passend
  • werkwoord: schikken: het schikt mij, het schikt jou,
  • zin: Zij heeft de juiste eigenschappen voor de baan, zij is er echt geschikt voor.
  • zin: Deze tijd is voor mij niet geschikt, kan ik een andere afspraak maken?                Deze tijd schikt mij niet.....................................

Slide 4 - Tekstslide

combineren
(werkwoord)
  • losse dingen bij elkaar brengen tot iets nieuws
  •  synoniem: samenstellen/samenvoegen
  • iets wat gecombineerd is de combinatie
  • zin: Als je de ingrediënten combineert wordt het eten heel lekker.
  • zin: De mevrouw in de kledingwinkel kan heel goed kleding combineren. 

Slide 5 - Tekstslide

de doelstelling
(zelfstandig naamwoord)
  • Het doel dat je vooraf hebt bepaald (al hebt bedacht)  en dat je wilt bereiken. 
  • synoniem: het streven, de ambitie
  • Als je een doelstelling hebt heb je daarvoor een plan nodig.
  • zin: Mijn doelstelling is om later advocaat te worden.
  • zin: Om deze doelstelling te kunnen halen moet ik nog heel veel jaar studeren en dat is mijn plan. 

Slide 6 - Tekstslide

de advocaat
(znw)
  • Iemand die voor zijn beroep mensen helpt als die voor de rechter moeten komen.
  • synoniem: de raadsman, de verdediger
  • Alle mensen hebben recht op een advocaat. 
  • zin: Om advocaat te worden moet ik een rechtenstudie gaan doen.
  • zin: De advocaat gaat naar de rechtbank om zijn cliënt bij te staan.             (te helpen)

Slide 7 - Tekstslide

Als iemand iets doet op zijn/haar eigen manier
dan noem je dat
A
zijn/haar uiterlijk
B
zijn/haar beslissing
C
zijn/haar eigenschap
D
zijn/haar doel

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het synoniem van
de eigenschap?

Slide 9 - Open vraag

Je bent ................. voor een baan als je
bepaalde eigenschappen hebt.
A
gezellig
B
ongeschikt
C
ongezellig
D
geschikt

Slide 10 - Quizvraag

Als je geschikt bent voor een baan, dan kun je het werk waarschijnlijk
wel/niet
goed doen.
A
wel
B
niet

Slide 11 - Quizvraag

Vandaag vond ik het lastig mijn kleding te............
Alle kleuren zijn nu door elkaar.
A
wassen
B
combineren
C
verkopen
D
kopen

Slide 12 - Quizvraag

Bij welke afbeelding is er goed
gecombineerd?
Zoek de beste twee antwoorden.
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Als ik mijn ........................wil halen
moet ik een plan hebben.

Er zijn meer antwoorden goed!
A
streven
B
doel
C
ambitie
D
doelstelling

Slide 14 - Quizvraag

Wat is jouw doelstelling voor
over drie jaar?

Slide 15 - Woordweb

Als ...................... help je mensen met dat waar zij recht op hebben.
A
winkelier
B
advocaat
C
piloot
D
schilder

Slide 16 - Quizvraag

Welke woorden horen bij het woord
de advocaat?
Minimaal drie woorden!

Slide 17 - Open vraag

Waarom vind jij dat je geschikt bent voor de opleiding/richting die je hebt gekozen?

Gebruik de woorden eigenschap, geschikt, doelstelling,..........,.................
Maximaal 5 zinnen, minimaal 3 zinnen.

Slide 18 - Open vraag