Gedrag dat opvalt: wijkt af van verwachte gedrag van kinderen en jongeren in een bepaalde leeftijdsfase. Wanneer komt het gedrag voor? Is het tijdelijk? Heeft het kind of hebben anderen er last van?
Dus het is of:
-altijd aanwezig
-het is storend voor kind zelf of anderen
-het past niet bij leeftijdsfase kind
Slide 7 - Tekstslide
Welk gedrag hoort bij deze beschrijving: jongens vaker dan meiden.
A
Opstandig
B
Grensoverschrijdend
C
Onverschillig
D
Druk
Slide 8 - Quizvraag
Welk gedrag hoort bij deze beschrijving: Kinderen laten vaak ander gedrag zien om te verbloemen.
A
Dromerig
B
Angstig
C
Teruggetrokken
D
Oneerlijk
Slide 9 - Quizvraag
Welk gedrag hoort bij deze beschrijving: vaak spullen kwijt, opdrachten niet op tijd af.
A
Druk
B
Dromerig
C
Angstig
D
Teruggetrokken
Slide 10 - Quizvraag
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
Een stoornis in de ontwikkeling waarvan de oorzaak in de hersenen ligt.
Slide 11 - Tekstslide
Bij deze stoornis heb je aandacht- en concentratieproblemen.
A
DCD
B
CD
C
ADD
D
ADHD
Slide 12 - Quizvraag
Waar heeft iemand met ASS vaak moeite mee?
A
Plannen, organiseren en overzicht
B
Communicatie
C
Omgaan met anderen
D
Flexibiliteit
Slide 13 - Quizvraag
DCD is een stoornis....
A
in het geheugen
B
in het plannen
C
in de motoriek
D
in de coördinatie van bewegingen
Slide 14 - Quizvraag
Elk kind dat onveilig gehecht is heeft een Reactieve Hechtingsstoornis
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
RHS
Geremd type
Ongeremd type
Slide 16 - Tekstslide
Een leerstoornis gaat vaak samen met een laag IQ.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Waarom hebben mensen met dyslexie moeite met lezen en spellen?
A
Er is een probleem met het geheugen
B
De rechterhersenhelft is niet goed ontwikkeld
C
De hersengebieden werken niet goed samen
D
Er is geen aangeboren gebied om te lezen en spellen
Slide 18 - Quizvraag
Leerstoornissen
Dyslexie
Dyscalculie
Hyperlexie
Slide 19 - Tekstslide
Vanaf en tot welke leeftijd zit een kind op de reguliere kinderopvang?
A
0 - 12 jaar
B
4 - 12 jaar
C
0 - 4 jaar
Slide 20 - Quizvraag
Rouwverwerking
0 tot 6 jaar: weten niet precies wat ‘dood’ is, wisselende reacties
6 tot 9 jaar: besef van de dood, geen toekomstbeeld
9 jaar en ouder: beseffen wat ‘dood’ is, maar vinden houding moeilijk
Slide 21 - Tekstslide
Een regressieverschijnsel is een terugval naar een eerdere periode in de ontwikkeling.
A
Onjuist
B
Juist
Slide 22 - Quizvraag
Het begrip 'preventief' wil zeggen dat je probeert problemen te signaleren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Welke afkorting past bij deze omschrijving: ernstig negatief gedrag dat vaker en sterker dan gemiddeld voorkomt, waarvoor er geen oorzaken in de omgeving te vinden zijn en dat al langere tijd aanwezig is?
A
ASS
B
ADHD
C
ODD
D
CD
Slide 24 - Quizvraag
Vanaf en tot welke leeftijd kunnen kinderen terecht op een medisch kinderdagverblijf?