Herhaling - Reiniging en desinfectie

Herhaling - reiniging en desinfectie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Reiniging en desinfectieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling - reiniging en desinfectie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Week 2: Introductie, en soorten vervuiling
Week 3: Kritische plaatsen en veiligheid
Week 4: Reiniging en reinigingsfactoren
Week 5: Reinigingsmiddelen + overhoring
Week 6: Desinfecteren
Week 7: Herhaling 
Week 8: Toets (maandag 26 oktober 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Kan verschillende soorten vervuiling herkennen
2. Weet welke reiniginsmethode toegepast moet worden op de verschillende vuilsoorten
3. Weet welk reinigingsmiddel er toegepast moet worden op de verschillende vuilsoorten
4. Kent verschillende reinigingsmiddelen
5. Kent verschillende reinigingsmethoden
6. Kent de eigenschappen van verschillende reinigingsmiddelen
7. Kan kritische plaatsen voor reiniging en desinfectie herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
8. Kent de gevaren en risico’s bij reiniging en desinfectie
9. Kent de gevarensymbolen
10. Weet hoe te handelen bij verkeerd gebruik van reiniginsmiddelen
11. Kent het verschil tussen reiniging en desinfectie
12. Kent de verschillende desinfectiemethoden
13. Kan kritische plaatsen herkennen
14. Kent verschillende reinigingsfactoren en past deze toe

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 keuzes! 
  1. Herhaling les
  2. Oefentoets maken
  3. Maak je eigen samenvatting
  4. Maak je eigen mindmap

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vervuiling
De soorten vuil, die op een opper-
vlakte kunnen 
voorkomen na het 
produceren van 
een voedingsmiddel, 
zijn:

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kritische plaats?
A
Plek die lastig is schoon te maken
B
Plek waar weinig mensen willen werken
C
Plek waar veel vuil zich ophoopt
D
Plek die onveilig is om te werken

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat verstaan we onder kruisbesmetting?
A
De overdracht van mo's van "vies" naar "schoon"
B
Besmetting van product op verpakking
C
Besmetting van gaar naar rauw
D
Besmetting van levensmiddelen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reinigingsmiddelen

Indeling op basis van pH:

  • Zure reinigingsmiddelen pH < 4
  • Neutrale reinigingsmiddelen pH = 4 -10
  • Basische reinigingsmiddelen pH > 10

Slide 24 - Tekstslide

Binnen het grote aanbod aan reinigingsmiddelen kunnen we drie groepen  onderscheiden: 
1 zure reinigingsmiddelen;
2 basische reinigingsmiddelen;
3 neutrale reinigingsmiddelen.
Neutrale reiningsmiddelen

Apolaire staart = hydrofoob
Polaire kop = hydrofiel
Oppervlakte actieve stoffen
Vorming micellen

bijv. zeep en shampoo

Slide 25 - Tekstslide

Hydrofiel - houdt van water
Hydrofoob - keert af van water

Oppervlakte actieve stoffen bestaan uit een hydrofiele kop en een hydrofobe staart. Dus ze trekken aan de ene kant water aan en stoten aan de andere kant water af. Wanneer zo'n oppervlakte actieve stof wordt gemengd met een polaire (water) en apolaire stof(vet). Dan gaan deze oppervlakte actieve moleculen  op het grensvlak zitten van deze stoffen.

We kunnen ons dat als volgt voorstellen: de oppervlakte-actieve moleculen gaan met  hun apolaire kant een binding aan met de vetmoleculen (die zijn ook polair) en met hun polaire kant met de watermoleculen (die polair zijn). Het vet wordt als het ware omhuld door een laagje oppervlakte-actieve moleculen. Deze worden aangetrokken door het water, waardoor het vuil in oplossing gaat in het water en weggespoeld kan 
worden.
De begrippen
Reinigen = het verwijderen van productresten en vuil.

Desinfecteren =  het doden van de micro-organismen die na de reiniging nog zijn
achtergebleven.

Steriliseren = afdoding van alle micro-organismen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Desinfectieprogramma's 


  • Kort programma
  • Lang programma

Kort programma
Lang programma
1. Voorspoelen
1. Voorspoelen
2. Reinigen & desinfecteren
2. Reinigen
-
3. Tussenspoelen
-
4. Desinfecteren
-
5. Naspoelen

Slide 27 - Tekstslide

Deze gecombineerde middelen hebben als voordeel, dat je maar één  in plaats van twee middelen gebruikt, zodat je tijd en geld bespaart. Gecombineerde  middelen zijn echter slechts toe te passen als na voorspoelen met water geen al te grote hoeveelheden voedingsmiddelenresten of vuil achterblijven. Omdat een desinfectiemiddel zijn werking verliest door aanwezigheid van vuil, kan dus slechts bij lichte vervuiling gewerkt worden met een gecombineerd reinigings- en desinfectiemiddel. 
In situaties waar sprake is van een flinke vervuiling zullen reiniging en desinfectie als  twee gescheiden handelingen uitgevoerd moeten worden.
Desinfectiemethoden

  • Circulatiedesinfectie (CIP)
  • Stilstaande desinfectie 
  • Sproeidesinfectie
  • Stoomdesinfectie (is een vorm van steriliseren)

Slide 28 - Tekstslide

CIP: De inwerktijd is een aantal minuten. De concentratie kan laag zijn door het intensieve contact. Het desinfectiemiddel kan na gebruik weer worden opgeslagen in de opslagtank en dus meerdere malen worden gebruikt. 

Stilstaande desinfectie: materialen worden in een bak desinfectiemiddel gedompeld. Je laat dit enige tijd staan. Geschikt voor losse materialen en gereedschappen. 

Sproeien: wanneer bovenstaande methoden niet toepasbaar is. Zoals het desinfecteren van vloeren, muren of bepaalde apparatuur. Het is noodzakelijk dat de oppervlakten droog zijn, omdat desinfectiemiddel anders te veel verdund wordt. 

Stoomdesinfectie: is een vorm van steriliseren. Hierbij wordt de afdoding van m.o.'s alleen veroorzaakt door hitte. Inwerktijd moet lang genoeg zijn en alle delen moeten met de stoom in aanraking komen. 
De leerstof
  • Alle Lessonup's 
  • Oefenvragen
  • Boekje reiniging en desinfectie op de ELO
  • Je eigen samenvatting

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies