1.5 Het klimaat als systeem

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Klimaat als systeem
Wisselingen van koud en warm
Conditionele factoren
Sturende mechanismen
Zonnevlekken
Terugkoppelingsmechanismen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Interne variabelen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Conditionele factoren: Ligging van de continenten.
Pangea:
Continent op de polen aanwezig en beperkte distributie van energie naar hogere breedte.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Sturende mechanismen
Milankovich-variabelen
- Excentriciteit (afwijking van de cirkelvormige baan om de zon)
- Obliquiteit (scheefstelling)
- Precessie (tolbeweging aardas)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Terugkoppelingsmechanismen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Noem drie terugkoppelingsmechanismen en typeer ze als negatief of positief.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Maak met de volgende gebeurtenissen een
positieve terugkoppeling in onderstaande figuur.
Begin linksboven bij het vakje temperatuur stijgt.

meer verdamping
toeneming van het broeikaseffect
meer waterdamp in de atmosfeer

Slide 20 - Sleepvraag

Maak met de volgende gebeurtenissen een
negatieve terugkoppeling in onderstaande figuur.

Begin linksboven bij het vakje temperatuur stijgt.
toenemende verdamping uit de oceaan
daling temperatuur
meer bewolking
minder zonlicht op aarde
meer terugkaatsing zonlicht op wolken

Slide 21 - Sleepvraag

De baan van de aarde om de zon zorgt voor klimaatveranderingen. Dit is een ....
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
C
Interne variabiliteit
D
Externe variabiliteit

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Herhaling / check van H1.4

Slide 26 - Tekstslide

Wat hoort waar bij. Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
lagedrukgebied
hogedrukgebied
weinig neerslag
veel neerslag
stijgende lucht
dalende lucht
Maximum
minimum

Slide 27 - Sleepvraag

Lucht stroomt altijd van
A
noord naar zuid
B
zuid naar noord
C
hogedrukgebieden naar lagedrukgebieden
D
moessons naar passaten

Slide 28 - Quizvraag

Door het coriolis effect waait er ten noorden van de evenaar in Afrika een ..... passaat
A
zuid-west
B
zuid-oost
C
noord-west
D
noord-oost

Slide 29 - Quizvraag

Waardoor ontstaan moessons?
A
door het verschuiven van de ITCZ tussen de keerkringen
B
door een wisselwerking tussen koud en warm water in de oceaan.
C
doordat de passaten een afwijking krijgen door het corioliseffect
D
door de diepwaterpomp en de afzinkputten rondom de evenaar

Slide 30 - Quizvraag

Waardoor verschuift de ITCZ / tropisch minimum tussen de keerkringen?
A
doordat de westenwinddrift halfjaarlijks verzwakt
B
doordat aarde rond de zon draait
C
door het ronddraaien van de aarde om haar eigen as
D
door de schuine stand van de aarde tov de zon

Slide 31 - Quizvraag

Er is hier sprake van het regenseizoen in India
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Uitspraak 1: India heeft hier natte aflandige wind.
Uitspraak 2: India ligt bij deze situatie aan de loefzijde van de Himalaya.
A
1 = juist 2 = juist
B
1 = juist 2 = onjuist
C
1 = onjuist 2 = onjuist
D
1 = onjuist 2 = juist

Slide 33 - Quizvraag

El Nino
"normale" situatie
Bosbranden in Noord-Australië 
Koude zeestroom voor westkust Zuid-Amerika
Wateroverlast in Peru
Hogedrukgebied voor kust Indonesië
Droogte in westen Zuid-Amerika

Slide 34 - Sleepvraag

Bij La Nina is de kans op neerslag bij de droogste plek op aarde, Atacama woestijn, nog kleiner.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 35 - Quizvraag

Zelfstandig leren
- Leer de tekst actief (onderstreep dingen in de tekst, nummer voorbeelden, etc.).
- Maak een samenvatting van de teksten.
- Oefen de opdrachten nogmaals.
- Maak de kennistoets op de methodesite.
- Zoek eventueel filmpjes op bij processen die je lastig vindt.
- STEL VRAGEN!

Slide 36 - Tekstslide