1.2 - Met wie ben je verbonden?

1.2  Kernbegrippen 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.2  Kernbegrippen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
de Kernbegrippen:
• Waarden en normen
• Belangen
• Macht
• Sociale ongelijkheid

Slide 2 - Tekstslide

Kennen en kunnen vragen
  • Je kunt uitleggen wat waarden en normen zijn en hiervan voorbeelden geven.
  • Je kunt de basiswaarden van de Nederlandse maatschappij benoemen.
  • Je kunt de begrippen belang, belangentegenstelling, macht, machtsmiddelen en sociale ongelijkheid uitleggen.



Slide 3 - Tekstslide

Welke waarde is het belangrijkste voor jou?
liefde
kennis
macht
geluk
humor

Slide 4 - Poll

Kernbegrippen
Het vak maatschappijleer gebruikt kernbegrippen om de verschillen in de samenleving te begrijpen.
Het gaat om:
• Waarden en normen
• Belangen
• Macht
• Sociale ongelijkheid


Slide 5 - Tekstslide

Normen en waarden
Waarden zijn principes die je belangrijk vindt in het leven.

Voorbeelden van waarden zijn: eerlijkheid en vriendschap.
Uit waarden volgen altijd bepaalde normen.
Normen zijn regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen.



Slide 6 - Tekstslide

Normen en waarden
Waarde: Vriendschap
Norm: Een echte vriend laat je niet in de steek.

Sommige normen zijn opgenomen in wetten.
Bijvoorbeeld: je mag je telefoon niet gebruiken tijdens het fietsen.

Andere normen zijn ongeschreven regels.
Bijvoorbeeld: je laat geen boer tijdens het eten.


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

de basiswaarden 
In de Nederlandse samenleving staan drie basiswaarden centraal:

• Vrijheid Je mag je mening geven, je mag de opleiding volgen die je wilt.
• Gelijkwaardigheid  Alle inwoners van Nederland hebben dezelfde rechten.
• Solidariteit We houden rekening met elkaar en helpen elkaar als het nodig is.


Slide 9 - Tekstslide

Belangen 
Een belang is het voordeel dat je ergens bij hebt.
Jouw belang is bijvoorbeeld een lesrooster zonder tussenuren, want dan ben je eerder uit.

Soms is er sprake van een belangentegenstelling: het belang van de één botst met het belang van de ander.
Bijvoorbeeld: de één wil graag goedkoop vliegen, de ander wil
vliegen juist duurder maken omdat het milieuvervuilend is.


Slide 10 - Tekstslide

Macht 
Macht is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.

Je ouders hebben macht over jou: ze kunnen je verbieden om met vrienden op vakantie te gaan.

Ook de overheid heeft macht: zij maakt wetten met regels waar jij je aan moet houden.


Slide 11 - Tekstslide

Machtsmiddelen
Om macht te kunnen uitoefenen, heb je machtsmiddelen nodig: middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden.

De belangrijkste machtsmiddelen zijn:
• functie of beroep • kennis en vaardigheden • aanzien of status
• overtuigingskracht • veel geld • het aantal mensen dat gezamenlijk iets wil
• toegang tot de media • toegang tot invloedrijke personen of politici
• het gebruik van geweld


Slide 12 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid betekent dat niet iedereen dezelfde kansen heeft in de samenleving.

dit kan op verschillende manieren voorkomen. 
Opgroeien rijk of opgroeien arm, discriminatie op de arbeidsmarkt zijn enkele voorbeelden. 


Slide 13 - Tekstslide

Ik weet wat normen en waarden zijn
110

Slide 14 - Poll

Ik weet wat de begrippen belangen, macht en sociale ongelijkheid betekenen.
010

Slide 15 - Poll

Wat
Maak de opdrachten van 1.1 af (behalve opdr. 7)
Maak de opdrachten van 1.2 (behalve  opdr. 9) 
Maak het kennen en kunnen lijstje van 1,1 & 1.2
Classroom 4A: 5f2c2xb
Classroom 4B: 45hie2e
Tijd
Tot einde van de les 
Hoe
Zachtjes praten mag.
Muziek via Chromebook ook. 
Hulp
De docent loopt rond.
Klaar
Lees de tekst van paragraaf 1.3 
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk 
Opdrachten van paragraaf 1.1 en paragraaf 1.2 t/m 8 af. 

Slide 17 - Tekstslide

1.2 - Met wie ben je verbonden?

Slide 18 - Tekstslide

planning
Herhalingsvragen
bodem-loze put syndroom
Aan de slag
Planning

  • Herhalingsvragen 1.1 & 1.2
  • Controle opdrachten 1.1 & 1.2
  • Uitwerken kennen en kunnen 1.1 & 1.2
  • Controle uitwerking kennen en kunnen 1.1 & 1.2 
  • einde les 

Slide 19 - Tekstslide

timer
0:30
Noem een Gedragsregel.

Slide 20 - Woordweb

timer
0:30
Noem een wet

Slide 21 - Woordweb

Welke vier soorten bindingen zijn er?

Slide 22 - Open vraag

Leg uit wat een kennisbinding is en geef een voorbeeld.

Slide 23 - Open vraag

Met je familie heb je (vooral) een...
A
Kennisverbinding
B
Gevoelsverbinding
C
Economische verbinding
D
Politieke verbinding

Slide 24 - Quizvraag

Je haalt al jaren elke vrijdag een patatje bij de snackbar op de hoek. Van welke twee soorten bindingen is hier sprake?

Slide 25 - Open vraag

Met welke soort binding heeft sociale cohesie vooral te maken?

Slide 26 - Open vraag

Wat hebben de begrippen 'wij-gevoel' en 'sociale cohesie' met elkaar te maken?

Slide 27 - Open vraag

Wat is polarisatie?
A
Het ongelijk behandelen van een groep mensen. Soort van discriminatie.
B
Groepen mensen komen steeds meer tegenover elkaar te staan.
C
Mensen die bevriend zijn
D
Mensen die zich verbonden met elkaar voelen.

Slide 28 - Quizvraag

Leg uit wat polarisatie is?

Slide 29 - Open vraag

In een dorp is vaak meer sociale cohesie dan in een grote stad?

Slide 30 - Open vraag

Welke stelling is juist?
Polarisatie:

A
vindt altijd plaats tussen groepen die uit verschillende culturen afkomstig zijn
B
vond twintig jaar geleden nog niet plaats
C
vindt vooral plaats binnen jongerenculturen
D
kan plaatsvinden wanneer een duidelijke wij-groep en zij-groep is

Slide 31 - Quizvraag

Welke binding mist in de volgende video?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Video

Welke binding mistte in de video?

Slide 34 - Open vraag

Wat
Maak de opdrachten van wat is maatschappijleer paragraaf 2
Werk de kennen en kunnen vragen uit. 
Tijd
tot einde van de les 
Hoe
Zachtjes praten mag.
Muziek via Chromebook ook. 
Hulp
De docent loopt rond.
Klaar
maak de bingo
timer
1:00

Slide 35 - Tekstslide