In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
De maatschappij
Thema 1: Wat is maatschappijleer
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Leerdoelen
Gedragsregels en wetten
Normen en waarde
Basiswaarde van Nederland
Belangen
Macht en sociale ongelijkheid
Herhaling leerdoelen
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les......
Kun je het verschil tussen gedragsregels en wetten opnoemen
Kun je uitleggen wat waarden en normen zijn.
Kun je uitleggen wat belang, macht en burgerschap betekenen.
Kun je de drie basiswaarden benoemen, en daarbij uitleggen wat sociale ongelijkheid betekend
Slide 4 - Tekstslide
Waar hebben wij het gister over gehad?
Slide 5 - Woordweb
Gedragsregel of een wet?
Gedragsregel: Een ongeschreven regel die ervoor zorgt dat wij rekening met elkaar houden
Wet: Een geschreven regel waar iedereen zich aan moet houden.
Slide 6 - Tekstslide
Wat zouden voorbeelden kunnen zijn van een gedragsregel en van een wet.
Slide 7 - Open vraag
Waarden en normen
Waarden: Dingen die je belangrijk vind in je leven
Normen: Ongeschreven regels -> Het zelfde als gedragsregels!
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn voorbeelden van normen en waarden?
Slide 9 - Open vraag
Wat denken jullie dat de basiswaarden zijn in Nederland?
Slide 10 - Woordweb
Basiswaarden
1. Vrijheid: Je mag in Nederland je mening geven wanneer je dat wilt.
2. Gelijkwaardigheid: Alle inwoners in Nederland hebben de zelfde rechten.
3. Solidariteit: We houden rekening met elkaar, en helpen elkaar waar nodig.
Slide 11 - Tekstslide
Waar denk jij aan bij het woord Belang?
Slide 12 - Woordweb
Belang
Het voordeel dat je ergens bij hebt.
Wanneer jouw belang botst met het belang van een ander noemen wij dat belangentegenstelling
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het eerste dat er in jullie opkomt bij het begrip macht?
Slide 14 - Woordweb
Macht
De mogelijkheid om het gedrag van een ander te beïnvloeden.
Slide 15 - Tekstslide
Voor het hebben van macht heb je machtsmiddelen nodig. Kijk samen met je tweetal in je boek op blz 11 welke machtsmiddelen er allemaal zijn en schrijf deze op.
Slide 16 - Open vraag
Sociale ongelijkheid
Dit betekend dat niet iedereen in de samenleving gelijke kansen krijgen.
Dit kan komen door discriminatie, inkomensverschillen etc.
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht
Wat ga je doen?: 1.1 de maatschappij, opdracht 3,4 en 5
1.2 Kernbegrippen bij maatschappijleer, opdracht 1,2,4,5,8,9 en 12
Hoe ga je het doen?: Zelfstandig
Hoelang krijg je hiervoor?: 20 minuten
Welke hulp mag je gebruiken?: Je aantekeningen van de instructie en je boek.
Wat ga je doen als je klaar bent?: De andere opdrachten
Wat gaan we doen als de tijd om is?: De les afsluiten
Slide 18 - Tekstslide
Herhaling leerdoelen
Aan het eind van deze les......
Kun je het verschil tussen gedragsregels en wetten opnoemen
Kun je uitleggen wat waarden en normen zijn.
Kun je uitleggen wat belang, macht en burgerschap betekenen.
Kun je de drie basiswaarden benoemen, en daarbij uitleggen wat sociale ongelijkheid betekend