English | 5E much & many + 5C Reading | 24-05-2023

Good morning! 

Place on the table:
- Book
- Tablet facedown
- Pencilcase

On the floor:
- Bag (with your phone in it)

Op je vaste plattegrond plek zitten!
timer
2:00
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Good morning! 

Place on the table:
- Book
- Tablet facedown
- Pencilcase

On the floor:
- Bag (with your phone in it)

Op je vaste plattegrond plek zitten!
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

PLANNING
  1. Lesson aims
  2. Week task
  3. Flashback
  4. Grammar instruction
  5. Off to work!

Slide 2 - Tekstslide

LESSON AIMS
By the end of this lesson:
• I know the difference between much & many
• I can use much & many in simple sentences



Slide 3 - Tekstslide

Week task
Monday: 5E Possession
Wednesday: 5C + 5E much & many
Thursday: 5D + worksheet
Do: 5C exercises 18, 19, 21, 22 on pages 66-69
        5D exercises 23, 24, 26 on pages 70-71 + worksheet
        5E exercises 30-34 on pages 74-77 + worksheet
Study: Vocabulary from A & B & C
        

Slide 4 - Tekstslide

FLASHBACK
Remember: the 's

-> Bezit van 1 persoon/dier/land: John's car
-> Bezit van meerdere: My parents' house
-> Uitzonderingen mv: The children's classroom
-> Tijd: Yesterday's newspaper

Slide 5 - Tekstslide

This lesson: bezit met 'of'
Als het gaat om 'dingen van dingen' gebruik je 'of':

The name of the game is Super Mario
The title of the book is The Shining
The door of the classroom
The keys of the laptop

Slide 6 - Tekstslide

Vertaal: Het dak van de school
A
The roof of the school
B
The roof from the school
C
The school's roof
D
The schools' roof

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal: de deur van de auto
A
The door from the car
B
The car's door
C
The door of the car
D
The car of the door

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal: De hoek van de straat
A
The street's corner
B
The corner of the street
C
The corner from the street
D
The street of the corner

Slide 9 - Quizvraag

Much and many
What do these words mean?

Slide 10 - Tekstslide

Much and many
What do these words mean?
Much + many betekenen beide 'veel'
Much gebruik je als je het woord dat erna komt NIET kan tellen.
Many gebruik je als je het woord dat erna komt WEL kan tellen.

Slide 11 - Tekstslide

Het gaat erom of je het woord kan tellen!

Slide 12 - Tekstslide

Welke woorden hieronder kan je tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Grapefruit
B
Knowledge
C
Water
D
Bottle

Slide 13 - Quizvraag

Welke woorden hieronder kan je niet tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Money
B
Sand
C
Dollar
D
Face mask

Slide 14 - Quizvraag

Much:

Woorden die je niet kan tellen (er kan geen 1, 2, 3 voor)

I don't have much knowledge about cars. 

I had so much fun yesterday!
Many:

Woorden die je kan tellen (er kan wel 1, 2, 3 voor)

Many teenagers like the game Fortnite

I don't know how many episodes I watched.

Slide 15 - Tekstslide

Translate:
Veel koeien (use much/many)

Slide 16 - Open vraag

Translate:
Veel zelfvertrouwen (use much/many)

Slide 17 - Open vraag

Translate:
Veel geld (use much/many)

Slide 18 - Open vraag

Translate:
Veel bloemen (use much/many)

Slide 19 - Open vraag

Telbare woorden krijgen 'many'
Met telbare woorden worden woorden bedoeld waar je '1, 2, 3, 4, 5, 6, enz' voor kan zetten. 

Table is telbaar (one table, two tables, enz)
Apple is telbaar (I have three apples)
Laptop is telbaar (there are more than 20 laptops in this room)

Slide 20 - Tekstslide

Telbare woorden krijgen 'many'
Alle woorden die je kan tellen krijgen 'many' als je 'veel' wilt aangeven. 

There are many children in this classroom. 
I have many books at home.
There are many people in the world.

Slide 21 - Tekstslide

Waar wordt 'veel bloemen' juist vertaald?
A
Much flowers
B
Many flowers

Slide 22 - Quizvraag

Waar wordt 'veel honden' juist vertaald?
A
Much dogs
B
Many dogs

Slide 23 - Quizvraag

Waar wordt 'veel water' juist vertaald?
A
Much water
B
Many water

Slide 24 - Quizvraag

Waar wordt 'veel plezier' juist vertaald?
A
Much fun
B
Many fun

Slide 25 - Quizvraag

OFF TO WORK!
WHAT? Do exercises 32, 33, 34  from 5E Grammar on pages 76-77
HOW? Individually. 
HELP? I'll do my rounds and help you when I reach you.
TIME?  15 minutes
DONE? Do exercises 20b and 22 on pages 66-68

timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Heb je extra instructie nodig?
Yes
No

Slide 27 - Poll

CHECK LESSON AIMS
Have you
- proven you understand the Present Perfect tense?
- read an article and learnt new vocabulary from it?
- finished the questions from 3.3?

Slide 28 - Tekstslide