verkiezingen, kiesstelsels en begin coalitie

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Democratie

Slide 3 - Tekstslide

Filmpje motieven 

Bedenk tijdens het kijken: waarom stemmen mensen op een bepaalde partij?

Slide 4 - Tekstslide

Van welk motief is hier sprake?
"ik stem op ... omdat deze partij het minimumloon wil verhogen en ik hierdoor meer ga verdienen"
A
Standpunten
B
Belangen
C
Strategisch
D
Persoon

Slide 5 - Quizvraag

Motieven om te stemmen
strategisch: je kiest op een soort partij die een grote kans heeft om in de regering te komen

Slide 6 - Tekstslide

Zoek in groepjes van 4 op (H4): 
1. Wie mag er als eerste gaan stemmen, bij welke verkiezing is dat? Aan welke eisen voldoet deze persoon dan?

2. Maakt deze persoon als hij/zij gaat stemmen gebruik van het actief of passief kiesrecht? Waarom?

3. Is deze persoon een zwevende kiezer? Leg in het antwoord uit wat het begrip betekent 

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer mag je stemmen?
Actief kiesrecht: het recht om te kiezen
Passief kiesrecht: het recht om gekozen te worden 
--> vanaf 18 jaar 

  • Nederlandse nationaliteit (of bij gemeenteraadsverkiezingen vijf jaar in Nederland wonend voor actief kiesrecht)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Filmpje verkiezingsstelsels
https://www.youtube.com/watch?v=dpr5nLv7yHw

Slide 11 - Tekstslide

Voor- en nadelen van kiesstelsel
Schrijf op: wat zijn twee voor- en nadelen van elk stelsel? 

Slide 12 - Tekstslide

Na de verkiezingsuitslag... 

Slide 13 - Tekstslide

Ga naar Volkskrant coalitiewijzer
Vorm zelf een logische coalitie
Welke opties zijn er? Waarom is dit een goede coalitie?

Slide 14 - Tekstslide

Kabinet
Dagelijks bestuur --> ministers en staatssecretarissen (nu 29)
  • uitvoerende macht = uitvoeren wetten 
  • wetgevende macht = beleid maken



Daarom moet het kabinet:
- minimaal 76 zetels in de tweede kamer hebben (coalitie);
- ongeveer dezelfde ideeën hebben 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide