In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
tekstverbanden
Slide 1 - Woordweb
signaalwoorden
Slide 2 - Woordweb
tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 3 - Tekstslide
In teksten staan vaak woorden als later, terwijl, ten eerste, ook, maar, toch. Dat soort woorden noemen we signaalwoorden. Ze geven aan op welke manier woorden, zinnen en alinea’s in een tekst met elkaar te maken hebben. Zo’n samenhang heet het tekstverband. Je kunt een tekst beter begrijpen als je let op tekstverbanden. Je leert nu vier soorten verbanden.
Slide 4 - Tekstslide
tegenstellend
Een tegenstellend verband geeft aan dat zaken worden genoemd die elkaars tegenovergestelde zijn.
Bijvoorbeeld: Walrussen leven rond de Noordpool, maar kort geleden werd er een exemplaar op een zandplaat in de Waddenzee gespot.
Slide 5 - Tekstslide
chronologisch
Als gebeurtenissen volgens een bepaalde tijdsvolgorde gebeuren of moeten gebeuren, heb je te maken met het chronologisch verband.
Bijvoorbeeld: Roomijs maak je zo: Breng eerst volle melk aan de kook. Klop er daarna eidooiers en suiker doorheen. Laat vervolgens het mengsel afkoelen en roer er slagroom door. Laat het uiteindelijk stijf worden in de vriezer.
Slide 6 - Tekstslide
opsommend
Als een aantal zaken die bij elkaar horen na elkaar worden genoemd, dan noem je dat een opsommend verband.
Bijvoorbeeld: Even koud douchen heeft voordelen. Ten eerste verbetert het je afweersysteem. Het zorgt daarnaast voor een goede bloedsomloop. En ten slotte werkt het stressverlagend.
Slide 7 - Tekstslide
toelichtend
Bij een toelichtend verband wordt extra informatie (een uitleg of een voorbeeld) gegeven over een onderwerp.
Bijvoorbeeld: Er zijn verschillende vakmensen bij het maken van een game betrokken, zoals tekenaars, programmeurs en geluidstechnici.
Slide 8 - Tekstslide
Even oefenen
Sleep de signaalwoorden naar de juiste tekstverbanden.
Slide 9 - Tekstslide
opsommend
tegenstellend
chronologisch
toelichtend
hoewel
echter
vroeger
2023
terwijl
om te beginnen
verder
-
denk aan
neem nou
op deze manier
Slide 10 - Sleepvraag
Noteer de signaalwoorden. Als er meer zijn, plaats je een komma met spatie tussen de antwoorden.
Sommige ouders melden hun kind al aan als woningzoekende las ze tien jaar zijn, maar het overgrote deel van de ouders vindt dat onzin.
Slide 11 - Open vraag
Noteer de signaalwoorden. Als er meer zijn, plaats je een komma met spatie tussen de antwoorden.
Als ik na school thuiskom, ga ik meestal eerst een half uur gamen om te ontspannen, daarna doe ik een uurtje schoolwerk.
Slide 12 - Open vraag
Noteer de signaalwoorden. Als er meer zijn, plaats je een komma met spatie tussen de antwoorden.
Aan de posters op mijn kamer kun je zien wat mijn favoriete sporten zijn. Ik hou van voetbal en schaatsen. Daarnaast kijk ik graag naar Formule 1.
Slide 13 - Open vraag
Noteer de signaalwoorden. Als er meer zijn, plaats je een komma met spatie tussen de antwoorden.
In een van mijn kasten bewaar ik mijn strandvondsten, denk aan diverse soorten schelpen.
Slide 14 - Open vraag
Welk tekstverband herken je in de zinnen van de vorige opdracht?
Sommige ouders melden hun kind al aan als woningzoekende als ze tien jaar zijn, maar het overgrote deel van de ouders vindt dat onzin.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend
Slide 15 - Quizvraag
Welk tekstverband herken je in de zinnen van de vorige opdracht?
Als ik na school thuiskom, ga ik meestal eerst een half uur gamen om te ontspannen, daarna doe ik een uurtje schoolwerk.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend
Slide 16 - Quizvraag
Welk tekstverband herken je in de zinnen van de vorige opdracht?
Aan de posters op mijn kamer kun je zien wat mijn favoriete sporten zijn. Ik houd van voetbal en schaatsen. Daarnaast kijk ik graag naar Formule 1.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend
Slide 17 - Quizvraag
Welk tekstverband herken je in de zinnen van de vorige opdracht?
In een van mijn kasten bewaar ik mijn strandvondsten, denk aan diverse soorten schelpen.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend
Slide 18 - Quizvraag
Vul een signaalwoord in dat past bij het verband dat achter de zin staat. Kies uit: eerst - en - hoewel - ook (nog), ten slotte, vervolgens, zoals.
Birney houdt van spannende sporten, ... duiken en autoracen. (toelichtend)
Slide 19 - Open vraag
Vul een signaalwoord in dat past bij het verband dat achter de zin staat. Kies uit: eerst - en - hoewel - ook (nog), ten slotte, vervolgens, zoals.
... lees je hoe je je nieuwe mobiel activeert, ... doe je hem aan via het keuzemenu, ... download je de apps die je wilt gebruiken. (chronologisch)
Slide 20 - Open vraag
Vul een signaalwoord in dat past bij het verband dat achter de zin staat. Kies uit: eerst - en - hoewel - ook (nog), ten slotte, vervolgens, zoals.
Mijn broertje lust graag kipgerechten ... pasta’s; hij houdt ... van stamppotten, zoals hutspot. (opsommend)
Slide 21 - Open vraag
Vul een signaalwoord in dat past bij het verband dat achter de zin staat. Kies uit: eerst - en - hoewel - ook (nog), ten slotte, vervolgens, zoals.
Op een eiland wonen kan heel fijn en rustig zijn, ... je dat ook een geïsoleerd gevoel kan geven. (tegenstellend)
Slide 22 - Open vraag
Door deze LessonUp begrijp ik de lesstof nu beter.