De voorwerpen

De voorwerpen
Extra bundel + handboek p. 203-211
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

De voorwerpen
Extra bundel + handboek p. 203-211

Slide 1 - Tekstslide

De kusttram nemen is dus het ideale uitstapje voor iedere kusttoerist.
Deze zin heeft...

A
Een NWG
B
Een ZWW
C
Een ADPV
D
Een WWG

Slide 2 - Quizvraag

Het park wordt 'het Nationaal Park Hoge Kempen' genoemd.
Deze zin heeft...
A
Een NWG
B
Een WWU
C
Enkel een HOWW
D
Een WWG

Slide 3 - Quizvraag

Het lijdend voorwerp

Slide 4 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp (LV)
  • Staat bij een WWG
  • kan je vervangen door iets of iemand 
  • is het antwoord op de vraag: WIE/WAT + WWG + O?
  • begint NIET met een voorzetsel (in, op, naast, voor, onder,...)
  • staat NIET bij een NWG! 

Slide 5 - Tekstslide

Ik proef de spaghettisaus. 
Je vindt het LV door de vraag: WIE/WAT + WWG + O?

Slide 6 - Tekstslide

Oefening 
Onderstreep het LV in de vetgedrukte zinnen van oefening 1. 
Je vindt het LV door de vraag: WIE/WAT + WWG + O?

Slide 7 - Tekstslide

België bezit een Nationaal Park in Limburg.
Het LV is...
A
België
B
een Nationaal Park
C
bezit
D
in Limburg

Slide 8 - Quizvraag

Hij heeft een eigen museum dat je kan bezoeken.
Het LV is...
A
Hij
B
je
C
een eigen museum
D
heeft

Slide 9 - Quizvraag

Hij zou dit jaar zijn honderdste verjaardag vieren.
Het LV is...
A
Hij
B
dit jaar
C
zou
D
zijn honderdste verjaardag

Slide 10 - Quizvraag

In het witloofmuseum kom je alles over witloof te weten.
Het LV is...
A
In het witloofmuseum
B
je
C
kom
D
alles over witloof

Slide 11 - Quizvraag

Maak je 2 of meer fouten? 

  • Volg de les 


Maak je minder dan 2 fouten?

  • Maak oefening 6 (p. 208)
  • Maak oefening 7, a-d (p. 208)
  • Verbeter jezelf met de verbetersleutel:
Vakmap - cursus - ingevulde cursus - Deel 4 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Deze vraag heb ik nog over het LV 🧐

Slide 15 - Open vraag

Het meewerkend voorwerp

Slide 16 - Tekstslide

Oefening 2 & 3
We maken deze oefeningen samen! 
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Het meewerkend voorwerp (MV)
  • Staat bij een WWG of NWG
  • kan je vervangen door voor iets of voor/aan iemand 
  • is het antwoord op de vraag:
    AAN/VOOR WIE/WAT + WWG/NWG + (LV) + O?
  • begint soms met aan of voor (niet altijd!)
  • COI in het Frans 

Slide 18 - Tekstslide

Ik geef mijn broertje een lepel saus. 


Stel de vraag: AAN/VOOR WIE/WAT + WWG/NWG + (LV) + O?

Slide 19 - Tekstslide

Oefening Scoodle
Staat klaar bij opdrachten
of
Oefeningen - Deel 4 - Lijdend en meewerkend voorwerp - Oefening 4: meewerkend voorwerp (*)

Slide 20 - Tekstslide

Minder dan 70%? 

  • Volg de les 


70% of meer?

  • Maak oefening 9 (p. 209)
  • Maak oefening 10 (p. 210)
  • Verbeter jezelf met de verbetersleutel:
Vakmap - cursus - ingevulde cursus - Deel 4 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Deze vraag heb ik nog over het MV 🧐

Slide 23 - Open vraag

De voorwerpen
Extra bundel + handboek p. 203-211

Slide 24 - Tekstslide

Hoe vind je het LV in een zin?

Slide 25 - Open vraag

Voor wat staat de afkorting LV?

Slide 26 - Open vraag

Door wat kan je een MV altijd vervangen in een zin?

Slide 27 - Open vraag

Je vindt een MV in een zin met een...
A
WWG
B
WWG en NWG
C
NWG
D
HOWW

Slide 28 - Quizvraag

Maak oefening 7
(p. 208, a-b)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Maak oefening 9
(p. 209)

Slide 31 - Tekstslide

Maak oefening 10
(b-d, p. 210)

Slide 32 - Tekstslide

Toets 8: de voorwerpen
Woensdag 4/05

Slide 33 - Tekstslide

Taak 8: de voorwerpen
Dien het ingevulde sjabloon digitaal in voor woensdag 4/05
Schrijf digitaal indienen via uploadzone bovenaan taakfiche

Tip: duid eerst O, MV en LV aan in een ander kleurtje!

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Extra oefenen? 
Maak de oefeningen die klaar staat bij opdrachten op Scoodle! 
Vrij oefenen kan natuurlijk ook. 

Slide 36 - Tekstslide