In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Introductie
Juf Josje en Hakim hebben gespaard voor een reis naar Australië. En nu is het zover! Ze gaan een week helpen in een koalaopvang en daarna nog twee weken genieten van de rust en de natuur. Zónder kinderen, want die kunnen deze keer natuurlijk niet mee. De koalaopvang waar juf Josje en Hakim werken zit heel vol en er zijn zorgen. De bosbranden laaien steeds weer op en de koala’s blijven maar komen. Al het geld gaat op aan heel dure zalf om hun brandwonden sneller te laten genezen en de opvang moet misschien zelfs sluiten. Ze was het echt niet van plan – echt niet! – maar Superjuffie raakt toch verzeild in een gevaarlijk avontuur. En de kinderen zijn er toch bij, ook al zitten ze veertienduizend-zevenhonderddrieënnegentig kilometer verderop...
Onderdelen in deze les
Digibordles
Superjuffie in Australië
Slide 1 - Tekstslide
Ik heb al eerder een boek uit de serie van Superjuffie gelezen!
EENS of ONEENS?
Slide 2 - Poll
Vorm groepjes. Zorg ervoor dat in ieder groepje een klasgenoot zit die al eens eerder een boek uit de serie van Superjuffie heeft gelezen.
Hij of zij vertelt:
Welk(e) boek(en) heb je gelezen?
Wat vond je er zo leuk aan?
Waar ging het boek of waar gingen de boeken over?
Wat is er zo bijzonder aan de juf in de boeken van Superjuffie?
Slide 3 - Tekstslide
kan ik in het kort vertellen waar de eerste twee hoofdstukken uit het boek Superjuffie in Australië over gaan. Het maken van aantekeningen tijdens het lezen helpt mij hierbij.
Aan het eind van de les ...
kan ik een informatieve tekst in de vorm van een dierenpaspoort maken over één van de dieren die in Australië leeft en in het verhaal voorkomt.
Lesdoelen
Slide 4 - Tekstslide
Het eerste gedeelte leest jouw juf of meester voor. Lees mee in je eigen boek of leun achterover en luister lekker mee.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Aan het eind van de les ...
Hoe heet Superjuffie op school?
A
Juf Joke
B
Juf Marjolein
C
Juf Cindy
D
Juf Josje
Slide 8 - Quizvraag
WAAR
NIET WAAR
De directeur op de school waar juf Josje werkt, heet meester Snor.
Slide 9 - Sleepvraag
Aan het eind van de les ...
Waarom is juf Josje zo bijzonder?
A
Juf Josje is een beetje bang aangelegd. Ze is vooral erg bang voor meester Snor, omdat hij altijd zo streng is. Daarom houdt ze hem extra goed in de gaten.
B
Als een dier in nood is, hoort juf Josje dat. Alleen zij. Zodra ze een hap van een schoolbordkrijtje neemt, verandert ze in Superjuffie en vliegt ze het raam uit om het dier te helpen.
Slide 10 - Quizvraag
Jouw juf of meester leest nu het eerste stukje van het volgende hoofdstuk Waar is Toby? voor. Lees mee en zorg ervoor dat je de tekst goed begrijpt. Het maken van aantekeningen tijdens het lezen kan je hierbij helpen.
wat?
symbool
vraag
? (vraagteken)
Ik lees nu dit, ik moet denken aan iets wat ik al heb meegemaakt/al gelezen heb/al weet of ken (verbinden)
! (uitroepteken)
Ik zie voor me ... (visualiseren)
brilletje
Moeilijke woorden
arceren of kleuren met een licht kleurpotlood
Ik lees nu dit, ik denk dat we ... (voorspellen)
* (sterretje)
De schrijver heeft het niet letterlijk opgeschreven, maar ik denk dat ... (afleiden)
A
Belangrijke woorden/informatie
onderstrepen
Slide 11 - Tekstslide
IK
Slide 12 - Tekstslide
Aan het eind van de les ...
WAAR of NIET WAAR?
Juf Josje maakt zich een beetje zorgen dat Toby nog niet op school is.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 13 - Quizvraag
Waar ligt Australië ook alweer op de wereldkaart? Versleep op de volgende slide het vlaggetje naar de juiste plek. Bekijk daarna Google Maps. Tip! Versleep het gele poppetje naar verschillende plekken in Australië om er een kijkje te nemen!
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Sleepvraag
Slide 16 - Kaart
WIJ
Slide 17 - Tekstslide
Aan het eind van de les ...
Waarom gaat juf Josje naar Australië?
A
Daar moet ze lesgeven aan kinderen.
B
Daar moet ze van meester Snor naartoe.
C
Daar gaat ze op bezoek bij haar zus.
D
Dat is nog niet bekend.
Slide 18 - Quizvraag
Aan het eind van de les ...
Waarom mag meester Snor niet weten waarom juf Josje de krijtjes in haar la heeft liggen?
A
Juf Josje is bang dat als meester Snor erachter komt dat ze soms weg gaat om dieren te redden, ze wordt ontslagen.
B
Meester Snor mag best wel weten waarom juf Josje krijtjes in haar la heeft liggen.
C
Meester Snor weet al lang dat juf Josje krijtjes in haar la heeft liggen, zodat ze dieren kan redden.
D
Meester Snor mag dit niet weten, omdat hij anders zelf alle krijtjes opeet. Hij vindt ze namelijk erg lekker.
Slide 19 - Quizvraag
.
Waarom denk jij dat Toby zo laat is? Doe een voorspelling!
Slide 20 - Open vraag
JULLIE
Slide 21 - Tekstslide
Aan het eind van de les ...
Waarom gaat juf Josje naar Australië?
A
Daar moet ze lesgeven aan kinderen.
B
Daar moet ze van meester Snor naar toe.
C
Daar gaat ze een weekje helpen in een koalaopvang.
D
Dat is nog niet bekend.
Slide 22 - Quizvraag
.
Waarom denk jij dat de koala's in Australië hulp kunnen gebruiken?
Slide 23 - Open vraag
JIJ
Slide 24 - Tekstslide
.
Welke dieren leven er volgens de tekst allemaal in Australië?
Slide 25 - Open vraag
Jullie gaan zo voor één van de dieren die in Australië leeft een dierenpaspoort maken. Hoe je dat doet, leg ik je uit. We bekijken eerst een voorbeeld van een dierenpaspoort hiernaast.
Slide 26 - Tekstslide
Waaraan moet een goed dierenpaspoort voldoen?
Denk eerst zelf over de vraag na, overleg daarna in je groepje en bespreek tot slot jullie antwoorden klassikaal. Zorg samen voor een lijst met succescriteria.
denken - delen - uitwisselen
Slide 27 - Tekstslide
Bekijk de succescriteria hiernaast. Hadden jullie deze ook bedacht? Het lijstje kan je helpen bij het schrijven van je dierenpaspoort. Kies hiervoor één van de dieren die volgens de tekst in Australië leeft. Veel succes!
De schrijver wil de lezer informeren.
In de tekst staan feiten. Er staan geen meningen in de tekst.
De tekst is opgemaakt als een paspoort. Er worden een paar feitjes over het dier gegeven, zoals zijn leefomgeving. Vervolgens volgt een iets langere tekst met extra informatie over het dier.
De tekst bevat een afbeelding van het dier.
De feitjes zijn kort en beginnen met een vetgedrukt woord, zoals leefomgeving en lengte, gevolgd door een dubbelepunt.
checklist
Slide 28 - Tekstslide
Hoe is het schrijven van je dierenpaspoort gegaan? Draai aan het rad en bespreek de vraag. Bedenk vervolgens wat jullie met de paspoorten willen doen. Hangen jullie ze op in de klas? Maken jullie er een boek van die jullie in de leeshoek leggen? Of hebben jullie nog andere ideeën?
Slide 29 - Tekstslide
Aan het eind van de les ...
EENS of ONEENS?
Ik zou graag de rest van het boek Superjuffie in Australië willen lezen!