Na het maken van deze opdrachten heb je geoefend met de lesstof voor de s.o. van volgende week.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Oefenles Argo
Na het maken van deze opdrachten heb je geoefend met de lesstof voor de s.o. van volgende week.
Slide 1 - Tekstslide
Sleep de onderstaande blokjes in de goede volgorde van naamval en getal, te beginnen met nominativus enkelvoud, dan acc. enk, dan nom. mv en dan acc. mv.
τας
ἡ
την
αἱ
Slide 2 - Sleepvraag
wat is de betekenis van ὁ βιος ?
A
de zon
B
het leven
C
het wilde dier
D
de vlakte
Slide 3 - Quizvraag
wat is de betekenis van ὁ κίνδυνος ?
A
de deugd
B
het geschenk
C
het wilde dier
D
het gevaar
Slide 4 - Quizvraag
wat is de betekenis van το πλοῖον ?
A
de zon
B
het leven
C
het wilde dier
D
het schip
Slide 5 - Quizvraag
wat is de betekenis van το πυρ?
A
de zee
B
het vuur
C
de moeder
D
het schip
Slide 6 - Quizvraag
wat is de betekenis van φερω ?
A
noemen
B
zeggen, noemen
C
leiden
D
dragen, brengen
Slide 7 - Quizvraag
wat betekent νοέω ?
A
dragen, brengen
B
waarnemen, opmerken
C
noemen
D
voortbrengen
Slide 8 - Quizvraag
wat betekent ὁ θρονος ?
A
list, bedrog
B
zoon
C
troon
D
meisje
Slide 9 - Quizvraag
wat betekent οὓτω(ς) ?
A
naar(binnen)
B
tot, tegen
C
zo, op deze manier
D
dus, dan, nu
Slide 10 - Quizvraag
wat betekent τελος ?
A
altijd
B
tenslotte
C
meteen
Slide 11 - Quizvraag
λεγει betekent...
A
hij zegt
B
zij zeggen
C
(te) zeggen
Slide 12 - Quizvraag
ἒχουσι betekent...
A
zij brengen voort
B
zij hebben
C
zij noemen
Slide 13 - Quizvraag
de dativus enkelvoud van ὁ λέων, λέοντος is
A
λέοντα
B
λέοντι
C
λέοντῷ
Slide 14 - Quizvraag
de dativus meervoud van ὁ λέων, λέοντος is
A
λέοντες
B
λέοντσι
C
λέουσι
Slide 15 - Quizvraag
de genitivus meervoud van ἡ γυνη, γυναικος is
A
γυνηκων
B
γυναικος
C
γυναικων
Slide 16 - Quizvraag
de accusativus enkelvoud van ὁ δολος is
A
το δολο
B
τον δολον
C
το δολον
D
τον δολο
Slide 17 - Quizvraag
de accusativus enkelvoud van ἡ κεφαλη is
A
την κεφαλην
B
ἡ κεφαλην
C
την κεφαλη
Slide 18 - Quizvraag
de dativus enkelvoud van ἡ χωρα is
A
την χωραν
B
την χωρην
C
τῇ χωρᾷ
D
τῇ χωρῇ
Slide 19 - Quizvraag
In de zin ὁ ἡρως το θηριον κτείνει staat το θηριον in de naamval
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
Slide 20 - Quizvraag
In de zin ὁ ἡρως το θηριον κτείνει staat ὁ ἡρως in de naamval
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
Slide 21 - Quizvraag
Welke hoort er NIET bij? De functies van de naamval dativus zijn:
A
meewerkend voorwerp
B
(verplicht) bij een voorzetsel
C
(verplicht) bij een werkwoord
D
bijvoeglijke bepaling
Slide 22 - Quizvraag
Welke stelling hoort er NIET bij? De functies van de naamval genitivus zijn:
A
(verplicht) bij een voorzetsel
B
(verplicht) bij een werkwoord
C
bijvoeglijke bepaling
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 23 - Quizvraag
Welk woordje moet je (extra) toevoegen om een goede vertaling van οὐκ ἐστι βιος te krijgen?