H4 - Les 35 - 06-02-2025

WELCOME
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELCOME

Slide 1 - Tekstslide

TODAY
After this lesson you will
... have read and worked on text 6
... know more about (un)countables

Slide 2 - Tekstslide

TEXT 6
📖 Stap 1: Lees Spare our wily neighbour in stilte (8 min)

💬 Stap 2: Bespreek de vragen van de tekst in groepjes (15 min)

📒 Stap 3: Klassikale nabespreking (3 min)


Slide 3 - Tekstslide

UNCOUNTABLES
Er zijn ook uncountable nouns die meestal in het meervoud staan. Bij deze woorden gebruik je een werkwoord dat in het meervoud staat. 

Op de volgende slides staan deze woorden met voorbeelden, daarna volgen een aantal oefeningen. 

Slide 4 - Tekstslide

belongings ⮕ bezittingen
contents ⮕ inhoud
customs ⮕ douane
premises ⮕ pand / gebouw
proceeds ⮕ opbrengst
riches ⮕ rijkdom
savings ⮕ spaargeld
surroundings ⮕ omgeving
thanks ⮕ dank
clothes ⮕ kleren
wages ⮕ loon
stairs ⮕ trap
goods ⮕ goederen





zorg dat je de betekenis van deze woorden (NL-EN) uit je hoofd leert

Slide 5 - Tekstslide

Where ... my belongings?
A
is
B
are

Slide 6 - Quizvraag

The contents of that report ... quite interesting.
A
is
B
are

Slide 7 - Quizvraag

The premises ... to be evacuated immediately!
A
has
B
have

Slide 8 - Quizvraag

The proceeds ... intended for a good cause.
A
is
B
are

Slide 9 - Quizvraag

The King's riches ... admired by the people in the museum.
A
were
B
was

Slide 10 - Quizvraag

Her savings ... her to travel a lot.
A
allows
B
allow

Slide 11 - Quizvraag

The surroundings of the countryside ... a welcome change from the busy city.
A
was
B
were

Slide 12 - Quizvraag

His thanks ... heartfelt and genuine.
A
were
B
was

Slide 13 - Quizvraag

The clothes of that brand ... always fashionable.
A
is
B
are

Slide 14 - Quizvraag

The workers' wages ... gone up.
A
has
B
have

Slide 15 - Quizvraag

The stairs in the old building ... quite steep.
A
was
B
were

Slide 16 - Quizvraag

A wide variety of goods ... sold in that store.
A
is
B
are

Slide 17 - Quizvraag

UNCOUNTABLES
Er zijn ook uncountable nouns die uit twee (min of meer) gelijke delen bestaan. Bij deze woorden gebruik je een werkwoord dat in het meervoud staat, al gaat het vaak om slechts een voorwerp. 

Op de volgende slide staat de lijst met woorden. Daarna volgen een paar opdrachten. 

Slide 18 - Tekstslide

UNCOUNTABLES
bril ⮕ spectacles, glasses
verrekijker ⮕ binoculars
schaar ⮕ scissors
spijkerbroek / broek / korte broek ⮕ jeans, pants, trousers, shorts
pyjama ⮕ pyjamas
overal ⮕ overalls
panty ⮕ tights
weegschaal ⮕ scales                                      zorg dat je deze lijst uit je hoofd leert

Slide 19 - Tekstslide

UNCOUNTABLES
bril ⮕ spectacles, glasses

Als het gaat om twee of meer brillen/verrekijkers/etc. dan gebruik je pairs of glasses, pairs of binoculars etc.

Hij heeft een bril en twee zonnebrillen
He has (one pair of) glasses and two pairs of sunglasses. 

Slide 20 - Tekstslide

His sunglasses ... a stylish look.
A
has
B
have

Slide 21 - Quizvraag

Where ... my jeans? I can't find ... anywhere!
A
is, it
B
are, it
C
is, them
D
are, them

Slide 22 - Quizvraag

Those tights ... an interesting pattern.
A
has
B
have

Slide 23 - Quizvraag

Pyjamas ... often worn at night.
A
is
B
are

Slide 24 - Quizvraag

Ik heb twee brillen.

Slide 25 - Open vraag

Die schaar werkt niet goed.

Slide 26 - Open vraag

Jeans zijn vaak stijlvol.

Slide 27 - Open vraag

UNCOUNTABLES
Soms gebruiken we een bijvoeglijk naamwoord als een zelfstandig naamwoord om een hele groep aan te duiden. Ook hier gebruik je een werkwoord dat in het meervoud staat. 

De blinden ⮕ The blind rely on guide dogs for daily navigation.
De rijken ⮕ The rich often face challenges associated with wealth.
De armen ⮕ The poor struggle for basic needs in difficult circumstances.
De gewonden ⮕The injured / wounded were aided by several doctors. 


Slide 28 - Tekstslide

De blinden gebruiken honden om te navigeren.

Slide 29 - Open vraag

De rijken investeren in huizen en auto's.

Slide 30 - Open vraag

De armen hebben hulp nodig.

Slide 31 - Open vraag

De gewonden hebben medische aandacht nodig.

Slide 32 - Open vraag

UNCOUNTABLES
Woorden die een groep aanduiden noemen we group nouns. Bij een deel van deze woorden gebruik je een werkwoord dat in het enkelvoud staat. Het is van belang dat je deze lijst uit je hoofd leert. 

Op de volgende slide staat de woordenlijst. Daarna volgt een andere slide over group nouns waarbij je een werkwoord in het meervoud moet gebruiken. Na die slide volgen er enkele oefeningen. 

Slide 33 - Tekstslide

GROUP NOUNS: ENKELVOUD
toeschouwers ⮕ The audience applauds loudly. 
bemanning ⮕ The crew works without taking any breaks. 
familie ⮕ The family is gathered around the dinner table. 
regering ⮕ The government announces new policies today. 
parlement ⮕ Parliament debates the new laws later today. 
publiek ⮕ The public protests peacefully. 
personeel ⮕ The staff welcomes the guests. 
team ⮕ The team celebrates the victory. 

Slide 34 - Tekstslide

GROUP NOUNS: MEERVOUD
politie ⮕ The police patrol the streets to ensure safety. 
vee ⮕ The cattle graze peacefully in the green pasture. 
geestelijken ⮕ The clergy bless newlyweds on their wedding day. 
adel ⮕ The gentry often host exorbitant parties. 

Slide 35 - Tekstslide

The audience ... amused by the comedian.
A
were
B
was

Slide 36 - Quizvraag

After an accident the police ... to be informed.
A
has
B
have

Slide 37 - Quizvraag

Cattle ... commonly raised for meat, dairy and leather.
A
is
B
are

Slide 38 - Quizvraag

The crew of a ship ... a wide variety of responsibilities.
A
has
B
have

Slide 39 - Quizvraag

That family ... throwing lavish parties.
A
enjoy
B
enjoys

Slide 40 - Quizvraag

The government ... responsible for a lot of different things.
A
is
B
are

Slide 41 - Quizvraag

At the moment parliament ... not in session.
A
is
B
are

Slide 42 - Quizvraag

The clergy ... the church in prayer.
A
leads
B
lead

Slide 43 - Quizvraag

The gentry often ... a lot of property.
A
owns
B
own

Slide 44 - Quizvraag

The public ... not approve of things like that.
A
does
B
do

Slide 45 - Quizvraag

The staff of that restaurant ... incredible.
A
is
B
are

Slide 46 - Quizvraag

The first team that ... the final will go down in history.
A
win
B
wins

Slide 47 - Quizvraag

UNCOUNTABLES
Sommige uncountable nouns eindigen op -s en lijken daarom op een countable in het meervoud. Maar let op: je gebruikt hier een werkwoord dat in het enkelvoud staat. 

politiek ⮕ Politics play a crucial role in shaping a nation. 
economie ⮕ Economics is a subject I really enjoy. 
wiskunde ⮕ Mathematics is an important subject. 
natuurkunde ⮕ Physics was the hardest part of this course. 

Slide 48 - Tekstslide

Wiskunde is een interessant vak.

Slide 49 - Open vraag

Economie heeft een paar lastige theorieën.

Slide 50 - Open vraag

Politiek is vaak een moeilijk onderwerp.

Slide 51 - Open vraag