Thema 3 les 4

Thema 3 les 4
In deze les leer je over:
  • de rechtspraak
  • rechters
  • een strafzaak
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 3 les 4
In deze les leer je over:
  • de rechtspraak
  • rechters
  • een strafzaak

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie bepaalt welke mensen er in de Tweede Kamer zitten?
A
Wij – door de verkiezingen
B
De Koning
C
De ministers

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer?
A
om de 2 jaar
B
om de 4 jaar
C
om de 6 jaar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je een land waarin mensen op andere mensen stemmen die hen dan vertegenwoordigen?
A
Dictatuur
B
Parlementaire democratie
C
Vertegenwoordigersland

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is democratie?
A
Dat er één persoon de baas is over het land
B
Dat de macht bij het volk ligt
C
Dat niemand macht heeft

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
250

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de taak van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer?


A
De ministers controleren
B
Zorgen dat alle burgers zich netjes gedragen
C
Verkiezingen organiseren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie bedenken meestal wetten?
A
Leden van de Eerste Kamer
B
Burgers
C
Ministers

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie bepaalt of wetten ook echt doorgaan?

A
Ministers
B
Daar mogen we allemaal over stemmen
C
De leden van de Tweede en Eerste Kamer

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De rechtspraak

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtspraak

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op het plaatje zagen jullie Vrouwe Justitia. Waarom draagt zij een blinddoek?

Slide 14 - Open vraag

Over de blinddoek bestaan verschillende opvattingen; onpartijdigheid, oordelen zonder aanziens des persoons. 
Er zijn echter ook goede argumenten om aan te voeren dat Vrouwe Justitia niet geblinddoekt moet zijn. Bij het bepalen van bijvoorbeeld een straf moet de rechter ook naar de persoon van de verdachte kijken. Daarvoor mag Vrouwe Justitia nu juist niet geblinddoekt zijn.
Vrouwe Justitia draagt ook een weegschaal. Waarvoor staat de weegschaal symbool?

Slide 15 - Open vraag

De weegschaal staat voor evenwichtigheid. Een rechter moet de argumenten van beide partijen zorgvuldig afwegen. 
Vrouwe Justitia heeft ook een zwaard in haar hand. Wat zou de betekenis daarvan zijn?

Slide 16 - Open vraag

Het zwaard is het symbool van de beslissingsmacht, de rechter moet de knoop doorhakken. Hij moet een vonnis vellen

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Strafzitting
De volgende personen kan je tegenkomen in een rechtszaak, maar waar zit iedereen?
  1. rechter(s)
  2. officier van justitie
  3. griffier
  4. verdachte/ advocaat
  5. publiek

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Officier van justitie (OM)
Pers/ publiek
Verdachte/ advocaat
Slachtoffer
Griffier
Rechter(s)

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtbank
Eerste plek waar een rechtszaak terechtkomt.

Gerechtshof
Behandelt zaken in hoger beroep
Er wordt opnieuw naar alle feiten gekeken
Na uitspraak geldt de eerdere uitspraak niet meer.

Hoge Raad
Na gerechtshof opnieuw in hoger beroep.
Onderzoekt de zaak niet opnieuw, maar controleert de uitspraak.
Als de Hoge Raad vindt dat de uitspraak niet correct is, dan gaat het weer terug naar het gerechtshof.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende rechtsgebieden o.a.
Strafrecht
Civiel recht
Bestuursrecht
De strafrechter beoordeelt of iemand een strafbaar feit heeft gepleegd en daarvoor gestraft moet worden. 

Voorbeelden rechters:
1. politierechter (misdrijven)
2. kinderrechter
3. kantonrechter (overtredingen)
Conflicten tussen:
1. particulieren
2. organisaties
3. particulieren en organisaties

Voorbeelden rechters:
1. kantonrechter (bedragen tot 25000,- euro)
2. civiele (bedragen vanaf 25000,- euro) 
Een bestuursrechter spreekt recht in conflicten tussen:
1. particulieren en overheid
2. organisaties en overheid

(toeslagenaffaire)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbronnen
1. Internationale verdragen (Europees verdrag voor de rechten van de mens)
2. Nederlandse wet (Grondwet)
3. Jurisprudentie ( eerdere uitspraken van rechters)
4. Gewoonterecht (ongeschreven regels)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juryrechtspraak
  • 12 burgers van 18 jaar of ouder
  • Schuldig of niet schuldig
  • De rechter bepaalt de hoogte van de straf
  •  O.a. België, Frankrijk en de Verenigde Staten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat was hem weer
Maken thema 3 les 4 zowel in het boek als online. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies