HAVO 2 HS 2 LES 3

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bienvenue

Assieds-toi

(ga zitten)

Prends tes affaires

(pak je spullen)

Ton iPad est éteint

(je iPad is uit)

Aujourd'hui

  - overhoren huiswerk(D)  

  - uitspraak E en F 

  - m. opdrachten Bron E en F 

  - Slim Stampen E en F

              

             LESDOEL

Aan het einde van deze les ken je woorden die te maken hebben met wonen.

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig naamwoord is: v >	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	-	+e
meervoud	+s	+es
	voorbeeld	voorbeeld
enkelvoud	Il est petit	Elle est petit e
meervoud	Ils sont petit s	Elles sont petit es

Onregelmatige vormen

Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vorm.

Beau = mooi / nouveau = nieuw / vieux = oud

Deze leer je uit je hoofd!

il est beau	elle est belle	ils sont beaux	elles sont belles
il est nouveau	elle est nouvelle	ils sont nouveaux	elles sont nouvelles
il est vieux	elle est vieille	ils sont vieux	elles sont vieilles

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord. 

Behalve het rijtje hieronder. Die moet je uit je hoofd leren. Alleen deze staan dus VOOR het zelfstandig naamwoord:

Bon 

 Beau

 grand

nouveau

petit

vieux

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over...

1. een lidwoord
2. een bijwoord
3. een zelfstandig naamwoord
4. een werkwoord

Ma mère est ....

1. élégant
2. élégante
3. élégants
4. élégantes

Elle a les cheveux (m) ...

1. blond
2. blonde
3. blonds
4. blondes

Je trouve qu'elle est ...

1. beau
2. belle
3. beaux
4. belles

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
Le T-shirt est (vert)

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
Ma cousine est (content)

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
Les chiens sont (méchant)

Bron E en F   

Overnemen E en F 

Maken opdrachten E en F hoofdstuk 2 (20 t/m 26)

    Klaar met maakwerk: Slim Stampen E en F

Les Devoirs( het huiswerk):     

            - maken opdrachten E en F 

          - leren E en F Hoofdstuk 2 

            

Afsluiting:

Ik heb deze les iets nieuws geleerd

1. Ja
2. Nee

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?

😒🙁😐🙂😃