Chapitre 5, Bron H (bijvoeglijk naamwoord)

V2, Chapitre 5, Bron H
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

V2, Chapitre 5, Bron H

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
Aan het eind van deze les... 
  • ... kan ik iemand omschrijven.
  • ... ken ik de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.
--> toepassen in simpele zinnetjes / schrijfopdrachten 
  • ... weet ik hoe ik een woord in een woordenboek opzoek.

Slide 2 - Tekstslide

Activités en cours
  • Uitleg grammaire bron H
  • Exercice 30: bn, de basis
  • Exercice 31: bn, gevorderd
  • Exercice 32: bn, onregelmatig
  • Exercice 33: le dictionnaire

Slide 3 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over...
A
een lidwoord
B
een bijwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
een werkwoord

Slide 4 - Quizvraag

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Kijk naar de volgende voorbeelden:
Arthur est petit.
Arthur et Martin sont petits.
Sophie est petite.
Sophie et Emma sont petites.
Vraag 1
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord in deze zinnen?
Vraag 2
Waarover zegt dit bijvoeglijk naamwoord iets in elke zin?

Slide 5 - Tekstslide

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord is: 
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
+e
meervoud
+s
+es
voorbeeld
voorbeeld
enkelvoud
Il est petit
Elle est petite
meervoud
Ils sont petits
Elles sont petites

Slide 6 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -e of -s
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een -e? Dan krijgt het geen extra e bij de vrouwelijke vorm.
un garçon timide - une fille timide

Eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een -s? Dan krijgt het geen extra s bij de mannelijke vorm in het meervoud.
un éléphant gris - des éléphants gris

Slide 7 - Tekstslide

Onregelmatige vormen
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een onregelmatige vorm.
Beau = mooi / nouveau = nieuw / vieux = oud
Deze leer je uit je hoofd!

il est beau
elle est belle
ils sont beaux
elles sont belles
il est nouveau
elle est nouvelle
ils sont nouveaux
elles sont nouvelles
il est vieux
elle est vieille
ils sont vieux
elles sont vieilles

Slide 8 - Tekstslide

Ma mère est ....
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes

Slide 9 - Quizvraag

Elle a les cheveux (m) ...
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes

Slide 10 - Quizvraag

Je trouve qu'elle est ...
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 11 - Quizvraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
Le T-shirt est (vert)

Slide 12 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm:
Ma cousine est (content)

Slide 13 - Open vraag

Samengevat
  1. Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord of persoon.
  2. Het staat direct voor of achter het zelfstandig naamwoord OF na de woordjes 'est/sont'.
  3. Kijk of het zelfstandig naamwoord mannelijk/vrouwelijk/meervoud is.
  4. Voeg de juiste uitgangen toe aan het bijvoeglijk naamwoord (-/e/s/es)
  5. Let op: geen dubbele e of s!
  6. Let op: onregelmatige vormen (beau, nouveau en vieux).

Slide 14 - Tekstslide

Activités en cours
--> Ensemble
  • Exercice 30: bn, de basis

Slide 15 - Tekstslide

Activités en cours
--> voisin / voisine
  • Exercice 31: bn, gevorderd
  • Exercice 32: bn, onregelmatig

Slide 16 - Tekstslide

Activités en cours
--> Individuel 
  • Exercice 33b:
    le dictionnaire

Slide 17 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
Aan het eind van deze les... 
  • ... kan ik iemand omschrijven.
  • ... ken ik de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.
--> toepassen in simpele zinnetjes / schrijfopdrachten 
  • ... weet ik hoe ik een woord in een woordenboek/de Lexique opzoek.

Slide 18 - Tekstslide