Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
stijlfiguren
Nodig voor deze les: laptop/wifi
Ga naar www.lessonup.com
Vul de code in
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Secundair onderwijs
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
100 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nodig voor deze les: laptop/wifi
Ga naar www.lessonup.com
Vul de code in
Slide 1 - Tekstslide
Stijlfiguren: 2 lessen
Kenmerken van een goede slogan
Woordspelingen herkennen
Stijlfiguren herkennen
Gebruik van stijlfiguren onderzoeken
Slide 2 - Tekstslide
Voorbeelden van reclameslogans
Vul de volgende slogans aan:
Slide 3 - Tekstslide
Red Bull geeft je ...
Slide 4 - Open vraag
Maten - Makkers - ...
Slide 5 - Open vraag
Melk is goed voor ...
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Eigenschappen
van een goede slogan
Slide 8 - Woordweb
Een goede slogan
is kort
heeft een goed ritme
blijft in je geheugen hangen
Slide 9 - Tekstslide
Reclamemakers gebruiken stijlfiguren
Ze overtuigen de lezer.
Ze maken de tekst interessant.
Ze maken de boodschap opvallend.
Literaire truc = spel met taal
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeelden van woordspelingen
Bekijk de voorbeelden en duid aan om welke woordspeling het gaat:
Slide 11 - Tekstslide
De morgenstond
heeft goud in de mond.
A
De woorden in de zin rijmen.
B
De zin bevat een tegenstelling.
Slide 12 - Quizvraag
De tandarts trekt met zijn been.
A
De zin bevat een overdrijving.
B
Er is sprake van een woordspeling.
Slide 13 - Quizvraag
Hij verdween als een dief in de nacht.
A
De zin bevat een herhaling van medeklinkers
B
Er is sprake van een vergelijking.
Slide 14 - Quizvraag
Ruben is de wandelende encyclopedie van de klas.
A
Je gebruikt een beeld om iemand voor te stellen (zonder als of alsof).
B
De zin bevat een vergelijking (met als).
Slide 15 - Quizvraag
Ik ben al een eeuwigheid klaar
met de oefening.
A
Er is sprake van een overdrijving.
B
De zin bevat een tegenstelling
Slide 16 - Quizvraag
Wij steunen elkaar door dik en dun.
A
De zin bevat een vergelijking.
B
De zin bevat een tegenstelling.
Slide 17 - Quizvraag
De toekomst lacht ons toe.
A
In de zin worden zaken vergeleken met elkaar.
B
Een dier of een ding krijgt een menselijke eigenschap in de zin.
Slide 18 - Quizvraag
Verrassend volledig,
verbazend voordelig.
A
De zin bevat woorden die met eenzelfde (mede)klinker beginnen.
B
De zin bevat eindrijm.
Slide 19 - Quizvraag
Soorten stijlfiguren
Ze komen voor in reclame, poëzie, toespraken.
We bespreken 8 soorten (er zijn er veel meer).
Slide 20 - Tekstslide
De vergelijking
Je beschrijft de overeenkomst tussen twee of meer personen of zaken.
Je gebruikt het woord
als
of zoals tussen de twee delen.
Voorbeeld:
Mijn broer is zo sterk
als
een beer.
Slide 21 - Tekstslide
Welke vergelijking past
bij deze afbeelding?
Slide 22 - Open vraag
Welke vergelijking past
bij deze afbeelding?
Slide 23 - Open vraag
De metafoor
Je combineert personen of zaken met elkaar zonder het woord als of zoals te gebruiken.
Voorbeeld:
Die dief is een sluwe vos, hij wacht tot iedereen gaat slapen om toe te slaan.
Slide 24 - Tekstslide
Voorbeeld
Slide 25 - Open vraag
De personificatie
Je beschrijft de overeenkomst tussen twee of meer personen of zaken.
Je gebruikt het woord
als
of zoals tussen de twee delen.
Voorbeeld:
Mijn broer is zo sterk
als
een beer.
Slide 26 - Tekstslide
Voorbeeld
Slide 27 - Open vraag
De tegenstelling
Je beschrijft de overeenkomst tussen twee of meer personen of zaken.
Je gebruikt het woord
als
of zoals tussen de twee delen.
Voorbeeld:
Mijn broer is zo sterk
als
een beer.
Slide 28 - Tekstslide
Voorbeeld
Slide 29 - Open vraag
De overdrijving (of hyperbool)
Je beschrijft de overeenkomst tussen twee of meer personen of zaken.
Je gebruikt het woord
als
of zoals tussen de twee delen.
Voorbeeld:
Mijn broer is zo sterk
als
een beer.
Slide 30 - Tekstslide
Voorbeeld
Slide 31 - Open vraag
De woordspeling
Je beschrijft de overeenkomst tussen twee of meer personen of zaken.
Je gebruikt het woord
als
of zoals tussen de twee delen.
Voorbeeld:
Mijn broer is zo sterk
als
een beer.
Slide 32 - Tekstslide
Het eindrijm
Je beschrijft de overeenkomst tussen twee of meer personen of zaken.
Je gebruikt het woord
als
of zoals tussen de twee delen.
Voorbeeld:
Mijn broer is zo sterk
als
een beer.
Slide 33 - Tekstslide
De personificatie
Je beschrijft de overeenkomst tussen twee of meer personen of zaken.
Je gebruikt het woord
als
of zoals tussen de twee delen.
Voorbeeld:
Mijn broer is zo sterk
als
een beer.
Slide 34 - Tekstslide
De alliteratie
Je beschrijft de overeenkomst tussen twee of meer personen of zaken.
Je gebruikt het woord
als
of zoals tussen de twee delen.
Voorbeeld:
Mijn broer is zo sterk
als
een beer.
Slide 35 - Tekstslide
Maak een vergelijking die past bij de foto.
Slide 36 - Open vraag
Slide 37 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Stijlfiguren doorstroom Boomgaard
Maart 2024
- Les met
43 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
stijlfiguren les 2 3A
Januari 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Stijlfiguren doorstroom definitief
Juni 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Het Bijvoeglijk Naamwoord in het Frans
April 2023
- Les met
13 slides
Stijlfiguren doorstroom Boomgaard
Juni 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 10 Taaltechnieken
November 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
graad 1 versie 2
November 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
5BIOW NED Deeldomeinen van de taalkunde
September 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs