Examentraining H5: Domein F - Liquiditeits- en Resultaatbegrotingen

Workshop bedrijfseconomie domein F 
 Liquiditeits- en Resultaatbegrotingen
Leerdoel: Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen een liquiditeitsbegroting en resultaatbegroting opstellen.
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Workshop bedrijfseconomie domein F 
 Liquiditeits- en Resultaatbegrotingen
Leerdoel: Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen een liquiditeitsbegroting en resultaatbegroting opstellen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een liquiditeits- en resultaatbegrotingen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn begrotingen?
Een begroting is een financieel plan voor de toekomst. Het geeft aan wat je verwacht uit te geven en te ontvangen over een bepaalde periode.
Onderscheid:
- Liquiditeitsbegroting
- Resultaat begroting

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit wat begrotingen zijn en waarom ze belangrijk zijn.
Waarom zijn liquiditeits- en resultaatbegrotingen belangrijk?
Ze helpen bedrijven om hun financiën te beheren en te plannen voor de toekomst.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit waarom de begrotingen belangrijk zijn en hoe ze bedrijven helpen.
Liquiditeitsbegroting
Een liquiditeitsbegroting is een overzicht van de verwachte ontvangsten en uitgaven van een bedrijf in een bepaalde periode.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat een liquiditeitsbegroting is en waarom bedrijven het nodig hebben.
Resultaatbegroting
Een resultaatbegroting is een overzicht van de verwachte opbrengsten en kosten van een bedrijf in een bepaalde periode.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat een resultaatbegroting is en waarom bedrijven het nodig hebben.
Ontvangsten en Opbrengsten

Slide 7 - Tekstslide

Gebruik een voorbeeld om het verschil tussen ontvangsten en opbrengsten te verduidelijken.
Welk(e) van onderstaande stellingen is / zijn juist?
Stelling I: Opbrengsten en kosten zijn exclusief btw, terwijl ontvangsten en uitgaven normaal gesproken inclusief btw zijn.
Stelling II: Opbrengsten en kosten worden ingeboekt als er een tegenprestatie is geleverd, terwijl ontvangsten en uitgaven worden ingeboekt op het moment dat er betaald wordt.
A
Stelling I is juist; Stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist; Stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn allebei onjuist
D
Stelling I en II zijn allebei juist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ontvangsten zijn geen opbrengsten?
A
Debiteuren die betalen
B
Contante verkopen
C
Verkopen op rekening
D
Ontvangen huurbetalingen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je verkoopt op rekening: de verkoop is al gedaan, maar je hebt je geld nog niet. Er is sprake van
A
Ontvangsten
B
Opbrengsten
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is/zijn het?

Verkochte goederen van één maand geleden worden betaald
A
Ontvangst
B
Opbrengst
C
Uitgave
D
Kosten

Slide 11 - Quizvraag

Het wordt nu daadwerkelijk betaald, dus krijg je het geld binnen. Dit is dus een ontvangst. 
Een fiets wordt verkocht en direct betaald. Er is sprake van
A
Opbrengsten
B
Ontvangsten
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kosten en uitgaven (opbrengsten vs ontvangsten)

Slide 13 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe een liquiditeitsbegroting eruitziet met behulp van een voorbeeld.
Kosten en uitgaven (opbrengsten vs ontvangsten)
Resultaten-begroting

Slide 14 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe een liquiditeitsbegroting eruitziet met behulp van een voorbeeld.
Kosten en uitgaven (opbrengsten vs ontvangsten)
Liquiditeits-begroting

Slide 15 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe een liquiditeitsbegroting eruitziet met behulp van een voorbeeld.
Belangrijkste verschillen tussen liquiditeits- en resultaatbegrotingen
Een liquiditeitsbegroting kijkt naar de verwachte inkomsten en uitgaven, terwijl een resultaatbegroting kijkt naar de verwachte inkomsten en kosten.

Slide 16 - Tekstslide

Leg de belangrijkste verschillen tussen de twee begrotingen uit.
Kosten, Uitgaven of Kosten & Uitgaven?
Investering in een machine
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Kosten & Uitgaven

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kosten, Uitgaven of Kosten & Uitgaven?
Afschrijving van een machine
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Kosten & Uitgaven

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kosten, Uitgaven of Kosten & Uitgaven?
Aflossen van een lening
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Kosten & Uitgaven

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kosten, Uitgaven of Kosten & Uitgaven?
Rente hypotheek
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Kosten & Uitgaven

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kosten, Uitgaven of Kosten & Uitgaven?
Boekhoudkosten / advieskosten
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Kosten & Uitgaven

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verband veranderingen naar begrotingen

Slide 22 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe een liquiditeitsbegroting eruitziet met behulp van een voorbeeld.
Verband veranderingen naar begrotingen

Slide 23 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe een liquiditeitsbegroting eruitziet met behulp van een voorbeeld.
Start opgave
Maak de "grote opgave": Inkopen, verkopen en de balans + Kosten en uitgaven

Waarom? Deze opgave geeft inzicht in uitgaven, kosten, opbrengsten en ontvangsten



timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Leg uit hoe je een resultaatbegroting maakt en geef voorbeelden van inkomsten en kosten.
Nabespreken opgave
De "grote opgave": Inkopen, verkopen en de balans + Kosten en uitgaven

Waar liep je tegen aan?
Heb je een goed beeld van het verschil



Slide 25 - Tekstslide

Leg uit hoe je een resultaatbegroting maakt en geef voorbeelden van inkomsten en kosten.
Kosten en uitgaven (opbrengsten vs ontvangsten)
Resultaten-
begroting
Liquiditeits-
begroting

Slide 26 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe een liquiditeitsbegroting eruitziet met behulp van een voorbeeld.
Liquiditeitsbegroting

Slide 27 - Tekstslide

Geef de leerlingen de benodigde materialen en begeleid ze bij het maken van hun eigen liquiditeitsbegroting.
Uitzonderingen

Slide 28 - Tekstslide

Geef de leerlingen de benodigde materialen en begeleid ze bij het maken van hun eigen liquiditeitsbegroting.
Start opgave
Maak de "grote opgave": Een liquiditeitsbegroting opstellen

Waarom? Deze opgave geeft inzicht in uitgaven en opbrengsten die op een liquiditeitsbegroting verwerkt moeten worden



timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Leg uit hoe je een resultaatbegroting maakt en geef voorbeelden van inkomsten en kosten.
Nabespreken opgave
De "grote opgave": Een liquiditeitsbegroting opstellen

Waar liep je tegen aan?
Heb je nu inzicht in het opstellen van een liquiditeits-
begroting?



timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Leg uit hoe je een resultaatbegroting maakt en geef voorbeelden van inkomsten en kosten.
Kosten en uitgaven (opbrengsten vs ontvangsten)
Resultaten-
begroting
Liquiditeits-
begroting

Slide 31 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe een liquiditeitsbegroting eruitziet met behulp van een voorbeeld.
Resultaatsbegroting

Slide 32 - Tekstslide

Geef de leerlingen de benodigde materialen en begeleid ze bij het maken van hun eigen liquiditeitsbegroting.
Uitzonderingen

Slide 33 - Tekstslide

Geef de leerlingen de benodigde materialen en begeleid ze bij het maken van hun eigen liquiditeitsbegroting.
Start opgave
Maak de "grote opgave": Een resultaatbegroting opstellen

Waarom? Deze opgave geeft inzicht in kosten en opbrengsten die op een resultaatsbegroting verwerkt moeten worden



timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Leg uit hoe je een resultaatbegroting maakt en geef voorbeelden van inkomsten en kosten.
Nabespreken opgave
De "grote opgave": Een resultaatbegroting opstellen

Waar liep je tegen aan?
Heb je nu inzicht in het opstellen van een resultaats-
begroting?



timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Leg uit hoe je een resultaatbegroting maakt en geef voorbeelden van inkomsten en kosten.
Start opgave
Maak de "grote opgave": Resultaat of liquiditeit?

Waarom? Deze opgave geeft een totaalbeeld van wat je hebt geleerd in deze workshop



timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Leg uit hoe je een resultaatbegroting maakt en geef voorbeelden van inkomsten en kosten.
Nabespreken opgave
De "grote opgave":  Resultaat of liquiditeit?

Waar liep je tegen aan?
Heb je nu inzicht in het opstellen van een resultaats-
begroting?



timer
10:00

Slide 37 - Tekstslide

Leg uit hoe je een resultaatbegroting maakt en geef voorbeelden van inkomsten en kosten.
Belangrijke begrippen
Zorg ervoor dat de leerlingen de volgende begrippen begrijpen: begroting, liquiditeitsbegroting, resultaatbegroting, opbrengsten, inkomsten, uitgaven, kosten.

Slide 38 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste begrippen en zorg ervoor dat de leerlingen ze begrijpen.
Belangrijkste leerpunten
De belangrijkste leerpunten van deze les zijn: wat liquiditeits- en resultaatbegrotingen zijn, hoe ze te maken en waarom ze belangrijk zijn.

Slide 39 - Tekstslide

Vat de belangrijkste leerpunten van de les samen.
Vragen
Zijn er nog vragen?

Slide 40 - Tekstslide

Geef de leerlingen de kans om vragen te stellen en beantwoord ze indien mogelijk.
Einde van de les
Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 41 - Tekstslide

Rond de les af en geef de leerlingen de kans om eventuele feedback te geven.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 42 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 43 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 44 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.