12.1 een constant inwendig milieu

12.1 Een constant inwendig milieu
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

12.1 Een constant inwendig milieu

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
Steeds krijgen jullie een stukje uitleg waarna we de vragen samen gaan maken van het HW
Dit doen we via LessonUp, dus iedereen moet mee doen. 
Je mobiel mag je alleen gebruiken het moment dat je de vraag invult. Ben je klaar met de vraag dan leg je je mobiel weer neer. 

Aan het einde van de les is er een Exitvraag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
12.1.1 Je kunt het verschil beschrijven tussen het inwendige en het uitwendige milieu van een organisme.
12.1.2 Je kunt het belang uitleggen van een constant inwendig milieu.
12.1.3 Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu constant blijft door opname, opslag en uitscheiding.

Slide 3 - Tekstslide

Wat denk je dat een inwendig en een uitwendig milieu is?

Slide 4 - Open vraag

Inwendig en uitwendig milieu
  • Inwendig milieu: Weefselvloeistof en bloedplasma
  • Uitwendig milieu: Alles wat geen weefselvloeistof en bloedplasma is. Dus wél: lucht in je longen, darminhoud, maaginhoud 

Het inwendige milieu wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Inwendig of uitwendig
Voedingsstof die is opgenomen in het bloed
A
Inwendig
B
Uitwendig

Slide 7 - Quizvraag

Inwendig of uitwendig
Appel die in de maag terecht komt
A
Inwendig
B
Uitwendig

Slide 8 - Quizvraag

Inwendig of uitwendig
Urine in je urineblaas
A
Inwendig
B
Uitwendig

Slide 9 - Quizvraag

Inwendig of uitwendig
Zuurstof dat in je rode bloedcellen zit
A
Inwendig
B
Uitwendig

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Opname van stoffen
Opname: een tekort aan bepaalde stoffen wordt voorkomen, doordat regelmatig stoffen worden opgenomen uit het uitwendige milieu.

- Darmkanaal: opname van voedingstoffen
-Longen: opname van zuurstof

Slide 12 - Tekstslide

Opslag


Lever: opslag van glucose, mineralen en vitamines

Spieren: opslag van glucose

De huid: opslag van vet in  het onderhuids bindweefsel


Glucose wordt omgezet in glycogeen

Eiwitten worden niet opgeslagen

Slide 13 - Tekstslide

Wat wordt waar opgeslagen?
Onderhuidsbindweefsel (huid)
Lever
Geel beenmerg
Spieren
Glucose, mineralen en vitamines
Glucose
Vet 
Vet

Slide 14 - Sleepvraag

Uitscheiding

Nieren: uitscheiding van urine met water, ureum en zouten

Lever: uitscheiding van gal met kleurstoffen

Longen: uitscheiding  van koolstofdioxide

Slide 15 - Tekstslide

Wat wordt waar uitgescheiden?
Longen
Lever
Nieren
urine met water, ureum en zouten
gal met kleurstoffen
koolstofdioxide

Slide 16 - Sleepvraag

Hormonen
Spelen een belangrijke rol in het handhaven van het constante milieu

Hormoon insuline en glucagon --> houden glucose gehalte constant

(glucose is de suikerspiegel)

Slide 17 - Tekstslide

12.1 Wat ga je doen
Maak opdracht 1 tm 7

Daarna leerdoelcheck

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel
12.1.1 Je kunt het verschil beschrijven tussen het inwendige en het uitwendige milieu van een organisme.
12.1.2 Je kunt het belang uitleggen van een constant inwendig milieu.
12.1.3 Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu constant blijft door opname, opslag en uitscheiding.

Slide 19 - Tekstslide