Korstdeeg introductie en grondstoffen

Korstdeeg introductie
Korstdegen Introductie en grondstoffen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Korstdeeg introductie
Korstdegen Introductie en grondstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Bladerdeeg

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over bladerdeeg?

Slide 3 - Open vraag

Wat is bladerdeeg?
Bladerdeeg wordt in de bakkerij ook wel korstdeeg genoemd. De naam bladerdeeg komt door het effect dat het deeg bij het afbakken krijgt: 
Een bladerende werking. 

Door de manier waarop de boter in dit deeg verwerkt wordt, vormen zich tijdens het bakken allemaal dunne, knapperige laagjes.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is bladerdeeg?
Bladerdeeg bestaat uit dunne laagjes deeg die uit elkaar worden gehouden door laagjes vet. Dit bereik je door het deeg een aantal keer uit te rollen en te vouwen. Dat proces wordt toeren genoemd. Er zijn verschillende methoden om te toeren: de Hollandse methode en de Franse methode. Hoeveel toeren je een deeg geeft en welke methode je kiest, bepaalt hoeveel laagjes je uiteindelijk krijgt. 

Slide 5 - Tekstslide

welke producten kan je maken van korstdeeg?

Slide 6 - Open vraag

Verwerking van bladerdeeg tot product
  • Afbakken tot eindproduct
  • half-fabricaten:
    Tompouceplakken
    Korstschelpen
    Roomhoorns
    Pasteitjes 

Slide 7 - Tekstslide

Grondstoffen
  • De hoofdgrondstoffen voor bladerdeeg zijn bloem, boter, water en zout. Bij het maken van bladerdeeg is het belangrijk welke soort bloem en boter je gebruikt.

Slide 8 - Tekstslide

Bloem
Bij bladerdeeg kies je voor een bloem die veel water op kan nemen zoals patentbloem of tarwebloem. Hoeveel water de bloem kan opnemen is afhankelijk van de kwaliteit van de bloem. Bloem bevat eiwitten en zetmeel. Het zetmeel in bloem zorgt ervoor dat het deeg gaar wordt tijdens het bakken. De eiwitten vormen een glutennetwerk.

Slide 9 - Tekstslide

Gluten
  • Eiwitten: Gliadine en Glutenine

    Tijdens het mengen van bloem met vocht worden deze eiwitten actief en gaan ze gluten vormen. Je vindt deze eiwitten al van nature in meel of bloem.




Slide 10 - Tekstslide

Glutennetwerk
Als je bloem of meel (en dus de gluten) met water mengt, zullen ze op elkaar reageren. De grondstoffen gaan aan elkaar plakken en je krijgt een samenhangend deeg. Tijdens het kneden gaan de gluten nog meer aan elkaar kleven. Alle gluten samen vormen een steeds stevigere structuur. Dit noem je ook wel een glutennetwerk. Een goed glutennetwerk is belangrijk. Het vormt een raamwerk dat luchtbelletjes kan vasthouden en zorgt er dus voor dat er tijdens het bakken geen waterdamp ontsnapt en het deeg ‘opgeblazen’ wordt.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Boter
Door de manier waarop de boter verwerkt wordt in het deeg, krijg je de laagjesstructuur die bladerdeeg kenmerkt. De boter houdt de deeglaagjes van elkaar gescheiden en tijdens het bakken worden ze uit elkaar gedrukt.


Slide 13 - Tekstslide

Soorten Boter
Het is bij bladerdeeg belangrijk dat je de juiste soort boter gebruikt. Je wilt dat de boter bij kamertemperatuur 
(ca. 20 °C) plastisch is. Dat wil zeggen dat je het kunt vormen en uitrollen, maar het toch stevig is. Voor bladerdeeg koopt de bakker vaak boter die speciaal hiervoor is bedoeld.


Slide 14 - Tekstslide

Boter die in de winter wordt gemaakt is harder
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Boter
Naast boter wordt kan er ook gebruik gemaakt worden van (korst)margarine of korstvet. 

  • Prijs
  • Smaak
  • verwerkbaarheid

Slide 16 - Tekstslide

Wat gebeurt er dan tijden het bakken?
  1.  De laagjes boter smelten tijdens het bakker
  2. De boter zorgt ervoor dat de deeglaagjes van elkaar scheiden.
  3. Het vocht in de boter verdampt en druk de laagjes van elkaar af.
  4. Het deeg neemt toe in volume.

Slide 17 - Tekstslide

Water
Het water zorgt ervoor dat de eiwitten in de bloem gluten gaan vormen. Dit zorgt voor samenhang in het deeg. Aan het begin van het bakproces gaat het water over in waterdamp. Deze waterdamp drukt tegen de laagjes aan, die waterdamp weer tegenhouden. Er ontstaat grote spanning, waardoor de deeglaagjes uit elkaar geduwd worden. Hierdoor neemt het volume van het product toe.

Slide 18 - Tekstslide

Zout
In een traditioneel bladerdeeg zit maar een kleine hoeveelheid zout. Het wordt vooral toegevoegd voor de smaak en heeft verder niet veel functie in het deeg.

Slide 19 - Tekstslide

Maken en doen
Bekijken 4 instructiefilmpjes & magazine basis bladerdeeg


 
Theorieopdracht korstdegen basis

Slide 20 - Tekstslide


Schrijf twee dingen op die je deze les hebt geleerd.
Dit is een open vraag.

Slide 21 - Open vraag