PK3+ gedrag TK1 + TK2

WELKOM V1I!
Susan Zwijns
zwn@sgdc.nl
Mens & Natuur
WELKOM V1I!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

WELKOM V1I!
Susan Zwijns
zwn@sgdc.nl
Mens & Natuur
WELKOM V1I!

Slide 1 - Tekstslide

WELKOM V1I!
Susan Zwijns
zwn@sgdc.nl
Mens & Natuur

Slide 2 - Tekstslide

Feitje van de dag
gebitten/ schedels

Slide 3 - Tekstslide

de regels
Actief meedoen met de les
Op je telefoon
Luisteren en respect hebben naar elkaar 
Door de uitleg heen praten

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  1. Bespreken huiswerk
  2. Theoriekaart 1: wat is gedrag 
  3. Theoriekaart 2: verschillend gedrag
  4. afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen PK3:
  • Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  • Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  • Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  • Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan.

Slide 6 - Tekstslide

Omnivoor
Herbivoor
Omnivoor
Herbivoor
Carnivoor
Carnivoor

Slide 7 - Sleepvraag

Herbivoor
Carnivoor
Omnivoor
Ze hebben snijtanden en plooikiezen.
Ze hebben knobbelkiezen.
Ze hebben knipkiezen en hoektanden.
Langste spijsverteringsstelsel
Kortste spijsverteringsstelsel

Slide 8 - Sleepvraag

Zoolganger
Topganger
Teenganger

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is het voordeel van koudbloedig zijn?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link

Zet de volgende factoren van de evolutie in de juiste volgorde
doorgeven aan nageslacht
survival of the fittest/
natuurlijke selectie
 variatie

Slide 12 - Sleepvraag

Evolutie
1. Variatie
2. natuurlijke selectie: de best aangepaste organismen krijgen de meeste nakomelingen
3. eigenschappen zijn doorgegeven, er kan een nieuwe soort ontstaan

Slide 13 - Tekstslide

Wat vind jij?
bespreek met je buur

  1. Je wordt als een crimineel geboren.
  2. Jouw gedrag heeft geen invloed op de personen om jou heen.
  3. Net zoals bij honden is het belangrijk dat jij laat zien wat jouw territorium is.
  4. Dat een pauw zijn veren laat zien, is net zoiets als dat een vrouw lippenstift op doet.
  5. Je krijgt pas trek als je om je heen reclameborden ziet met eten.
  6. Als er ergens geen vuilnisbak staat, kun je je rommel gewoon op de grond gooien.





timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt beschrijven wat gedrag is en hoe het ontstaat.
  2. Je kunt het verschil beschrijven tussen een inwendige en uitwendige prikkel en voorbeelden hierbij noemen.
  3. Je kunt het begrip s​leutelprikkel​ beschrijven en hierbij ​3 voorbeelden​ noemen.
  4. Je kunt uitleggen wat een supernormale prikkel is.

Slide 15 - Tekstslide

Wat was een prikkel ook alweer?


Zintuigen nemen informatie op uit je omgeving. Die informatie uit de omgeving noemen we prikkels

Slide 16 - Tekstslide

Zelf aantekeningen maken
Zoek op de website (H4, theoriekaart 1):
  • Wat is gedrag?
  • Het verschil tussen een inwendige en uitwendige prikkel 
  • Wat betekenen de volgende begrippen:
  • sleutelprikkel, supra-normale prikkel, gewenning


timer
7:00

Slide 17 - Tekstslide

Checken!
1. Je kunt beschrijven wat gedrag is en hoe het ontstaat.
  • gedrag is alles wat een mens of dier doet
2. Je kunt het verschil beschrijven tussen een inwendige en uitwendige prikkel en voorbeelden hierbij noemen.
  • Dit is een prikkel uit jouw omgeving en noem je een uitwendige prikkel. Er zijn ook prikkels die bij jou van binnenuit komen, die noem je inwendige prikkels. 
3. Je kunt het begrip s​leutelprikkel​ beschrijven en hierbij ​3 voorbeelden​ noemen.
  • Sommige prikkels, roepen altijd hetzelfde gedrag op. Dit heet een sleutelprikkel. Een voorbeeld hiervan is de open snaveltjes van jonge vogeltjes -> daardoor gaan ouders voeren 
4. Je kunt uitleggen wat een supranormale prikkel is.
  • Een supernormale prikkel is een prikkel die sterker is dan een normale sleutelprikkel.

Slide 18 - Tekstslide

Je ziet de reclameborden van de pizzeria en krijgt trek. Dit is een voorbeeld van een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel

Slide 19 - Quizvraag

Inwendige prikkel
Uitwendige prikkel
de uitleg van je MN docent
Je bent moe en je moet gapen
een hongerig gevoel
het geluid van een inkomend bericht op je mobiel

Slide 20 - Sleepvraag

Je maag knort. Dit is een ....
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
supranormale prikkel
D
sleutelprikkel

Slide 21 - Quizvraag

Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
HAVO
sleutelprikkel
supranormale prikkel

Slide 22 - Sleepvraag

Verschillende soorten gedrag

Slide 23 - Tekstslide

Zwanen blijven elkaar hun hele leven lang trouw

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Verschillende soorten gedrag

Slide 26 - Tekstslide

6.1 gedrag 
wat voor gedrag is dit?

Slide 27 - Tekstslide

Wat voor gedrag is dit?

Slide 28 - Tekstslide

Wat voor gedrag is dit?

Slide 29 - Tekstslide

Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen behaalt?
5. Je kunt voorbeelden benoemen van verschillende soorten gedrag.
  • comnflictgedrag, imponeergedrag, baltsgedrag, territoriumgedrag
6. Je kunt het verschil benoemen tussen aangeboren en aangeleerd gedrag met behulp van voorbeelden.
  • Aangeboren gedrag al vanaf de geboorte en hoeft niet door ouders worden aangeleerd.  
  • Aangeleerd gedrag is gedrag dat is ontwikkeld doordat een mens/dier het zichzelf leert of van anderen heeft geleerd.

Slide 31 - Tekstslide

Wat vind jij?
bespreek met je buur

  1. Je wordt als een crimineel geboren.
  2. Jouw gedrag heeft geen invloed op de personen om jou heen.
  3. Net zoals bij honden is het belangrijk dat jij laat zien wat jouw territorium is.
  4. Dat een pauw zijn veren laat zien, is net zoiets als dat een vrouw lippenstift op doet.
  5. Je krijgt pas trek als je om je heen reclameborden ziet met eten.
  6. Als er ergens geen vuilnisbak staat, kun je je rommel gewoon op de grond gooien.





timer
5:00

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat:
H4 TK 1 + TK2
Hoe:
lees de kaarten goed door
maak alle vragen
Hulp nodig:
kom naar mij bureau
Klaar?
maak een stripverhaal over gedrag
timer
10:00
Aan de slag!

Slide 33 - Tekstslide

Pak je EF agenda!

Huiswerk dinsdag 23 februari  
H4: Theoriekaart 1 + 2
huiswerkkaart




Slide 34 - Tekstslide