KWC V3 Taalverzorging 1, 2 en 3 (31-10-23)

Welkom V3A!

Taalverzorging 1, 2 en 3

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom V3A!

Taalverzorging 1, 2 en 3

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  1. Leerwerkcheck taalverzorging 1, 2 en 3 
  2. Nakijken huiswerkopdrachten 2, 3, 5 en 7
  3. Oefenen voor de toets van donderdag
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Bij welke woorden moet je extra opletten met betrekking tot de spellingcontrole?
A
bijvoeglijke naamwoorden
B
homoniemen
C
samenstellingen
D
synoniemen

Slide 3 - Quizvraag

Welke foute formulering ziet de spellingcontrole niet?
A
incongruentie
B
samengestelde zinnen
C
beknopte bijzin
D
samentrekking

Slide 4 - Quizvraag

Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.

Wordt jij nou nooit eens moe van al dat gamen?

Slide 5 - Open vraag

Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.

Ik zou niet naar die auto garage gaan, ze leveren daar slechte service.

Slide 6 - Open vraag

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur repetitio?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
spot
D
tegenstellingen en ontkenningen

Slide 7 - Quizvraag

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur ironie?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
spot
D
tegenstellingen en ontkenningen

Slide 8 - Quizvraag

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur hyperbool?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstellingen en ontkenningen
D
spot

Slide 9 - Quizvraag

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur litotes?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstellingen en ontkenningen
D
spot

Slide 10 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?

Ik heb het bed, de kamer en het huis verlaten.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
tricolon
D
climax

Slide 11 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?

Ik ben in een seconde terug.
A
understatement
B
repetitio
C
anafoor
D
hyperbool

Slide 12 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?

Wij bieden de grootste cadeaus voor de kleinste prijzen aan.
A
antithese
B
paradox
C
litotes
D
retorische vraag

Slide 13 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?

Dat was niet erg slim van je!
A
antithese
B
paradox
C
litotes
D
retorische vraag

Slide 14 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?

Naarmate de kennis toeneemt, weet men steeds minder.
A
antithese
B
paradox
C
litotes
D
chiasme

Slide 15 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?

Daar ben ik niet blij mee.
A
sarcasme
B
litotes
C
repetitio
D
anticlimax

Slide 16 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?

Hebben we u ooit de verkeerde kant op gestuurd?
A
retorische vraag
B
paradox
C
litotes
D
antithese

Slide 17 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?

Voetballen is simpel. Het moeilijkste wat er echter is, is simpel voetballen.
A
antithese
B
paradox
C
litotes
D
chiasme

Slide 18 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?

Specialist: "Eerst het goede nieuws: er zal een ziekte naar u genoemd worden."
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme

Slide 19 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?

Je hebt je zaken wel goed geleerd, moet ik zeggen!
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme

Slide 20 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?

Je bent helemaal klaar voor het Eurovisiesongfestival.
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme

Slide 21 - Quizvraag

Opdracht 2, 3 en 5
Antwoorden

Slide 22 - Tekstslide


Opdracht 7
De gemeente Amsterdam gebruikte lange tijd een stijlfiguur als slogan voor de stad. Dit stijlfiguur heet een apokoinou. Leg met behulp van de foto uit wat een apokoinou is.

Slide 23 - Woordweb

Oefenen taalverzorging 2 of 3 in groepjes

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 2 november: TOETS
  • Huiswerk: leren p. 34-35, 38-39 en 42-43
  • Meenemen: NIEUW leesboek periode B

Slide 25 - Tekstslide