Je weet het verschil tussen een werkgever en een werknemer.
Je weet wat een arbeidsovereenkomst is.
Je weet hoelang een proeftijd mag duren.
Je weet het verschil tussen een vaste baan en een tijdelijke baan.
Je weet wat een flexibele baan is.
Kader Je weet de voor- en nadelen van het eigen baas zijn.