Doelen 5 en 6

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf korter:
12 + 4 x r - 3 x r = k
herhalen

Slide 2 - Open vraag

NODIG
Pak je pen/potlood.
Je krijgt van mij een blaadje. 

Slide 3 - Tekstslide

Kleinste aantal letters weghalen -->  2q of -6q, dus beide kant +6q

Aan de kant waar letters en een getal staat, het getal  weghalen, dus -50
Delen door het getal wat voor de letter staat, dus :8

Slide 4 - Tekstslide

6b + 3 = -3b + 12
Wat is stap 1?
En wat wordt de nieuwe vergelijking?

Slide 5 - Open vraag

9b + 3 = 12
Wat is stap 2?
En wat wordt de nieuwe vergelijking?

Slide 6 - Open vraag

9b = 9
Wat is stap 3?
En wat is de oplossing?

Slide 7 - Open vraag

6b + 3 = -3b + 12
Hoe controleer je dat
de oplossing b = 1 is?

Slide 8 - Woordweb

PAK JE PEN EN PAPIER

Slide 9 - Tekstslide


60k - 3 = 45k + 72

15k - 3 = 72

15k = 75

k = 5

Kleinste aantal letters weghalen -->  60k of 45k, dus beide kant -45k

Aan de kant waar letters en een getal staat, het getal  weghalen, dus +3

Delen door het getal wat voor de letter staat, dus :15
-45k
+3 
: 15
Controle: 60 x 5 - 3 = 297 en 45 x 5 + 72 = 297

Slide 10 - Tekstslide


5a - 2 = 12a + 54

- 2 = 7a + 54

-56 = 7a

a = -8
Kleinste aantal letters weghalen -->  5a of 12a, dus beide kant -5a

Aan de kant waar letters en een getal staat, het getal  weghalen, dus -54

Delen door het getal wat voor de letter staat, dus :7
-5a
-54
: 7
Controle: 5 x -8 - 2 = -42 en 12 x -8 + 54 = -42

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hier moet je dus weer de balansmethode gebruiken!!!

Slide 14 - Tekstslide

Welke vergelijking moet je oplossen als je het omslagpunt van de volgende grafieken wil bereken:
inhoud = 100 - 20a en inhoud = 10 + 25a
A
100 - 20a + 10 + 25a
B
100 - 20a = 10 + 25a
C
100 + 20a = 10 - 25a
D
80a = 35a

Slide 15 - Quizvraag

Los op 100 - 20a = 10 + 25a
Pak je pen en het papiertje en los deze vergelijking op!

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de x-coördinaat van het omslagpunt van de volgende grafieken:
inhoud = 100 - 20a en inhoud = 10 + 25a
A
a = 18
B
a = -2
C
a = 2
D
a = 12

Slide 17 - Quizvraag

De x-coördinaat van het omslagpunt is 2 van de volgende grafieken:
inhoud = 100 - 20a en inhoud = 10 + 25a
Hoe kom ik nu aan de y-coördinaat?
A
inhoud = 100 - 20 x 2 = 160
B
inhoud = 10 + 25 x 2 = 70
C
inhoud = 100 - 20 x 2 = 60
D
inhoud = 10 + 25 x 2 = 60

Slide 18 - Quizvraag

De x-coördinaat van het omslagpunt is 2 en
de y-coördinaat is 60 van de volgende grafieken:
inhoud = 100 - 20a en inhoud = 10 + 25a
Wat is nu het omslagpunt?
A
60, 2
B
2, 60
C
(60, 2)
D
(2, 60)

Slide 19 - Quizvraag





  • Ga aan de slag met je doelen.
  • Op eigen tempo aan het werk 
  • Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt,
  • U-opdrachten als je het doel gehaald hebt 
  • E-opdrachten als afsluiting van het doel.
  • Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!









1) Hoe werk je met gelijksoortige termen?

2) Hoe schrijf je formules korter?
3) Hoe los je vergelijkingen op met een balans?
4) Hoe los je door links er rechts van het = teken hetzelfde te doen een vergelijking op?
5) Wat wordt er bedoeld met het omslagpunt?
6) Hoe bereken je de eerste coördinaat van het omslagpunt?





Slide 20 - Tekstslide

Tekst

Slide 21 - Tekstslide