1) Hoe werk je met gelijksoortige termen?
2) Hoe schrijf je formules korter?
3) Hoe los je vergelijkingen op met een balans?
4) Hoe los je door links er rechts van het = teken hetzelfde te doen een vergelijking op?
5) Wat wordt er bedoeld met het omslagpunt?
6) Hoe bereken je de eerste coördinaat van het omslagpunt?