In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke afkortingen zie je in deze advertentie?
Slide 2 - Woordweb
Afkortingen
Aan het einde van deze les weet je drie standaard regels om afkortingen goed te schrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Welke afkortingen ken jij?
Slide 5 - Woordweb
Afkortingen
Afkortingen 1
Afkortingen van bedrijven, organisaties en landen: HOOFDLETTERS
IKEA, CDA, RTL, NL
Slide 6 - Tekstslide
Afkortingen
Afkortingen 2
Afkortingen waarvan je de woorden altijd voluit uitspreekt: PUNTEN ertussen
s.v.p. - o.a. - z.o.z.
Slide 7 - Tekstslide
Afkortingen waarvan je de woorden altijd voluit uitspreekt
Daarmee wordt bedoeld dat je wanneer je de afkorting uitspreekt je de woorden voluit zegt. We zeggen niet o.a. , maar we zeggen onder andere. Dan komen er punten tussen.
Slide 8 - Tekstslide
Afkortingen
De meeste andere afkortingen:
KLEINE letters en ZONDER PUNTEN
havo, pin, bh
Afkortingen 3
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Welke afkorting klopt?
eerste hulp bij ongelukken
A
E.H.B.O.
B
e.h.b.o.
C
ehbo
D
ehbo.
Slide 11 - Quizvraag
Afkortingen
De meeste andere afkortingen:
KLEINE letters en ZONDER PUNTEN
Afkortingen 3
ehbo
Slide 12 - Tekstslide
Welke afkorting klopt?
alstublieft
A
AUB
B
a.u.b.
C
aub
D
aub.
Slide 13 - Quizvraag
Afkortingen
Afkortingen 2
Afkortingen waarvan je de woorden altijd voluit uitspreekt: PUNTEN ertussen
Afkortingen van bedrijven, organisaties en landen: HOOFDLETTERS
VVV
Slide 18 - Tekstslide
Welke afkorting klopt? watercloset
A
WC
B
w.c.
C
wc
D
wc.
Slide 19 - Quizvraag
Afkortingen
De meeste andere afkortingen:
KLEINE letters en ZONDER PUNTEN
Afkortingen 3
wc
Slide 20 - Tekstslide
Philips Sport Vereniging
Philips Sport Vereniging 1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB) 2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS) 3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)
A
psv
B
PSV
C
P.S.V.
D
p.s.v.
Slide 21 - Quizvraag
personal computer
1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB) 2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS) 3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)
A
p.c.
B
P.C.
C
PC
D
pc
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Samenstelling Wanneer gebruikt je een verbindingsstreepje
A
Als de afkorting een naam is en een cijfer
B
Als je de afkorting letter voor letter uitspreekt
C
als de afkorting deels met hoofdletters is.
D
als je de afkorting uitspreekt als een woord.
Slide 24 - Quizvraag
zelfstandig zonder personeel
1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB) 2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS) 3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)
A
z.z.p.
B
Z.Z.P.
C
zpp
D
ZPP
Slide 25 - Quizvraag
Europese Unie
1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB) 2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS) 3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)
A
EU
B
E.U.
C
eu
D
e.u.
Slide 26 - Quizvraag
Radio Télévision Luxembourg-RTL
1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB) 2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS) 3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)
A
R.T.L.
B
RTL
C
r.t.l.
D
rtl
Slide 27 - Quizvraag
Van plastic flesjes, lege dozen ( en dergelijke) kan je kunst maken.
1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB) 2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS) 3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)
Slide 28 - Open vraag
In dit brood zit ( onder andere) tarwebloem, gist en water?
1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB) 2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS) 3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)
Slide 29 - Open vraag
Je vindt het artikel op (bladzijde) 10.
1. Schrijf afkortingen met kleine letters (vmbo) , behalve bij namen(ANWB) 2. Geen punten in afkorting als je ze letter voor letter kunt uitspreken (NS) 3. Wel punten in afkortingen alsof het hele woord er staat. (enz.=enzovoort)
Slide 30 - Open vraag
Welke afkortingen schrijf je met hoofdletters?
Slide 31 - Open vraag
Begrijp jij goed wat de regels zijn voor het schrijven van afkortingen? Heb je extra hulp nodig?