Herhaling 3V Overzichtskennis

Herhaling 3V Overzichtskennis 
Wat moet je kennen voor de toets? 
1. Tijdvakkenschema
2. Korte overzichten tijdvakken inhoudelijk
3. Belangrijke personen (zoek foto op)
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Herhaling 3V Overzichtskennis 
Wat moet je kennen voor de toets? 
1. Tijdvakkenschema
2. Korte overzichten tijdvakken inhoudelijk
3. Belangrijke personen (zoek foto op)

Slide 1 - Tekstslide

Waarom begon de Industriële Revolutie in Engeland? Kies de juiste antwoorden
A
(handels)kapitaal aanwezig
B
Verbeteringen in de landbouw
C
Bevolkingsgroei
D
Grondstoffen (steenkool, ijzererts)

Slide 2 - Quizvraag

Wat was GEEN gevolg van de ontdekkingsreizen?
A
Men leerde nieuwe planten kennen en te eten
B
De wereld bleek groter dan men dacht
C
Veel Indianen gingen in Europa wonen
D
Men ontdekte nieuwe diersoorten

Slide 3 - Quizvraag

Wie maakte de grondwetherziening van 1848?
A
Willem I
B
Willem II
C
Abraham Kuypers
D
Thorbecke

Slide 4 - Quizvraag

Wat is handelskapitalisme?
A
Handel drijven
B
Handel drijven met als doel de wereld veroveren
C
Handel drijven met als doel geld verdienen
D
Handel drijven met als doel winst maken

Slide 5 - Quizvraag

In 1848 veranderde Thorbecke in opdracht van de koning de grondwet.
Wat was een verandering in de grondwet van 1848?
A
koning kreeg minder macht
B
minister kregen minder macht
C
koning kreeg meer macht
D
Ministers werden onschendbaar

Slide 6 - Quizvraag

Wat is GEEN oorzaak van de Franse Revolutie?
A
De Verlichtingsideeën over goed bestuur
B
De oneerlijke standensamenleving
C
De arrestatie van de Franse koning
D
Het bijeenroepen van de Staten-Generaal

Slide 7 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.


Welk logo hoort bij de tijd van Jagers en Boeren?
A
Logo 1
B
Logo 2
C
Logo 3
D
Logo 4

Slide 8 - Quizvraag

De Franse Revolutie was in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795

Slide 9 - Quizvraag

Wat was geen oorzaak van de ontdekkingsreizen?
A
Het geloof verspreiden in andere gebieden
B
Een nieuwe handelsroute ontdekken
C
Ergens anders een betere toekomst opbouwen
D
De status van het land verhogen adhv nieuwe ontdekkingen

Slide 10 - Quizvraag

Wat was de Renaissance?
A
(weder)geboorte van de klassieke Oudheid
B
(weder)geboorte van de Middeleeuwen
C
Periode tussen de Oudheid en Middeleeuwen
D
Periode voor de Oudheid

Slide 11 - Quizvraag

Vul het schema op de juiste manier in.
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over 
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
A
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse
cultuur zich in Europa verspreidde
B
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste
monotheïstische godsdiensten
C
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
D
Het begin van de Europese overzeese expansie
E
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
F
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
G
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
H
Het begin van staatsvorming en centralisatie
I
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-
Europa tot gevolg had;
J
Het ontstaan en de verspreiding van de islam;
K
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
L
het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
M
Monniken en Ridders
Steden en Staten
1000-1500
1500-1600
Oudheid
Middeleeuwen
Middeleeuwen
Vroegmoderne tijd

Slide 12 - Sleepvraag

Emancipatie van?
Confessionelen
Feministen
Socialisten
Gelovigen
Arbeiders
Vrouwen

Slide 13 - Sleepvraag

wat was het doel van de Franse revolutie?
A
meer macht voor het volk
B
meer macht voor de koning
C
meer macht voor de adel
D
meer macht voor de geestelijkheid

Slide 14 - Quizvraag

Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
geestelijkheid
adel
boeren

Slide 15 - Sleepvraag

Het leenstelsel is een ... systeem
A
politiek
B
juridisch
C
economisch
D
sociaal

Slide 16 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van het leenstelsel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Door het harde leven gingen veel mensen
het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 18 - Quizvraag

Kruistochten kwamen omdat...
A
Het idee uitgevonden was in 1098
B
christenen wilden de arabieren uit Jeruzalem verdrijven
C
De mensen moesten zondigen
D
de Arabieren begonnen Europese delen aan te vallen

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn: Kruistochten
A
Oorlog tegen de aanhangers van Islam.
B
Tocht langs een kruispunt.
C
Gelovigen die lopend kruisen gingen verspreiden.
D
Een tocht naar een verboden gebied.

Slide 20 - Quizvraag

In de tijd van Grieken en Romeinen was er een...
A
samenleving van jagen en verzamelen
B
landbouwsamenleving
C
landbouw stedelijke samenleving

Slide 21 - Quizvraag

Romeinen, joden en christenen
Gelovigen vereren maar één god.
Gelovigen vereren meerdere goden.
De jacht op de aanhangers van het christendom (als verboden godsdienst).
Polytheïsme
Christenvervolging
Monotheïsme

Slide 22 - Sleepvraag

Dit symbool hoort bij de tijd van Grieken en Romeinen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Ronde 1 : Tijd van jagers en
boeren.
4. Hoe worden de groepen
op deze afbeelding
genoemd?
A
taakverdelingen
B
sociale lagen
C
bestaansmiddelen
D
ambtenaren

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het feodalisme/leenstelsel?
A
Boeren krijgen bescherming van de heer
B
Adel steunt koning in oorlogen
C
Boeren voeren herendiensten uit
D
Adel bestuurt gebied in naam van de koning

Slide 25 - Quizvraag

Wat voor soort godsdienst had men in de tijd van Jagers en Boeren?
A
Natuurgodsdienst, deze was polytheïstisch
B
Natuurgodsdienst, deze was monotheïstisch
C
Opperwezengodsdienst en die was polytheïstisch
D
Opperwezengodsdienst en die was monotheïstisch

Slide 26 - Quizvraag

Zet de volgende drie geloven in de juiste volgorde: 
1
2
3
Jodendom
Christendom
Islam

Slide 27 - Sleepvraag