5.2: Een glorieuze Gouden Eeuw

5.2: Een glorieuze Gouden Eeuw
H5: Een koning te Rijk
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.2: Een glorieuze Gouden Eeuw
H5: Een koning te Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 6: 
Regenten & Vorsten (1600-1700)

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf enkele woorden op waar jij aan denkt bij
'de Gouden Eeuw' bij het vak geschiedenis:

Slide 3 - Woordweb

Aan het eind:
1. kun je uitleggen waarom Amsterdam het centrum van de handel werd in de 16e en 17e eeuw; 

2. kun je uitlegen hoe de VOC en WIC onderdeel zijn van kolonialisme en van de wereldeconomie;

3. kun je uitleggen wat de relatie tussen slavenhandel en slavenarbeid op de plantages is.

Slide 4 - Tekstslide

De Republiek werd in de 17e eeuw enorm rijk. Dit noemen we de Gouden Eeuw. Deze periode duurde geen 100 jaar, maar vanaf 1602-1672. Vooral de gewesten Holland en Zeeland werden erg rijk door de handelspolitiek. 

De Republiek kent in deze periode een economische bloei door handel, vooral in de gewesten Holland en Zeeland. De moedernegotie (moeder van alle handel) is de (graan en hout)handel rondom de Oostzee. Gevolg is dat vooral Amsterdam een belangrijk handelscentrum wordt.  

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk hiernaast een kaart van Europa (1635) uit het boek de Atlas Mayor, gemaakt door de wereldberoemde Nederlandse kaartenmaker Joan Blaeu.
In de dia hiervoor werd genoemd dat de Republiek (Nederland) in de 17e eeuw vooral rijk is geworden door de Oostzeehandel.
Maar waar ligt de Oostzee? Sleep de punaise naar de juiste plek:
Punaise

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

  • Alle goederen worden bewaard in pakhuizen en worden weer doorverkocht als er veel winst meegemaakt kan worden, waardoor Amsterdam een grote stapelmarkt kent. De handelaren investeren in goederen om zoveel mogelijk winst te maken, dit heet handelskapitalisme. Alle pakhuizen (grachtenpanden) staan langs de wereldberoemde grachtengordel in Amsterdam. In 1585 komen veel handelaren vanuit wereldstad Antwerpen naar Amsterdam, omdat de Spanjaarden (lees: 80-jarige-oorlog) Antwerpen veroveren. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Kaart

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Twee uitspraken:
1. De Gouden Eeuw is in de 17e eeuw, deze eeuw duurt van 1700 tot 1800.

2. De pakhuizen langs de Amsterdamse grachten hebben diverse gevels, zoals trapgevels, klokgevels, halsgevels en lijstgevels



A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 13 - Quizvraag


Bij het vak geschiedenis heb je 4 soorten onderzoeksvragen.
1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Vergelijkende vragen: gebruik je als je overeenkomsten en verschillen van een situatie of verschijnsel wilt weten.
4. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.

"Waarom staat de Amsterdamse grachtgordel sinds 2010 op de Unesco Werelderfgoedlijst? is een voorbeeld van een......

A
beschrijvende vraag
B
verklarende vraag
C
vergelijkende vraag
D
waarderende vraag

Slide 14 - Quizvraag

De Republiek en de VOC:
Nederland verdient niet alleen geld met de oostzeehandel, ook met de specerijenhandel. Verschillende Nederlandse bedrijven (compagniën) gingen zelf naar oost-indië (Azië) om de specerijen op te halen.

In 1602 werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht. De VOC moest zorgen voor een monopolie op de specerijenhandel. De VOC mocht andere schepen kapen en oorlog voeren. 

Voor de reis was geld nodig. Hierom gaf de VOC aandelen (betaalbewijs) uit. Als de VOC winst maakte, kreeg je een deel van de winst! De VOC is het eerste bedrijf ter wereld met aandelen!




Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

De Republiek en de VOC:
In Indië wordt gehandeld in specerijen (bv kruidnagel, cacao, nootmuskaat, foelie en peper. Deze specerijen zijn enorm duur, vanwege hun gebruik in de keuken en als geneesmiddel. 

De VOC heeft heel veel handelsposten (factorijen) langs de kust, het hoofdkwartier is Batavia (nu: Jakarta) op Java. De bekendste leider (gouverneur-generaal) van Batavia is Jan Pieterszoon Coen. Hij sticht Batavia.

De VOC is de eerste multinational (een bedrijf met vestigingen over meerdere landen) ooit ter wereld en groeit uiteindelijk uit tot het grootste bedrijf ter wereld! 





Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld factorij
Kaapkolonie
Jan v. Riebeeck sticht in 1652 de Kaapkolonie met een verversingsstation nabij Kaap de Goede Hoop.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video


1. In de Gouden Eeuw is peper erg gewild. Van gemalen peper moet je namelijk niezen dat volgens de mensen in de Gouden Eeuw weer goed is om je hersenen te zuiveren".
Deze opmerking is objectief (feit) / subjectief (mening).

2. "Een overeenkomst tussen Philips en de VOC is dat beide multinationals een eigen (soldaten)leger mogen hebben."
Deze uitspraak is....

A
1. objectief, 2. juist
B
1. subjectief, 2. juist
C
1. objectief, 2. onjuist
D
1. subjectief, 2. onjuist

Slide 20 - Quizvraag


Specerijen uit (1). Indië / Amerika zijn in de 17e eeuw erg gewild. Te veel verschillende bedrijven bieden deze specerijen op de markt aan, waardoor de prijs daalt.
(2) Een oorzaak / Een gevolg is dan ook de oprichting van de VOC in 1602 die een  monopolie-positie krijgt. 
A
1. Indië, 2. een oorzaak
B
1. Indië, 2.een gevolg
C
1. Amerika, 2. een oorzaak
D
1. Amerika, 2. een gevolg

Slide 21 - Quizvraag


1. Hiernaast zie je een VOC- betalingsbewijs van kruidenier Theunis Jansz uit 1606 met een waarde van 600 gulden (= 275 euro). 
Een VOC- betalingsbewijs geeft een betrouwbaar / onbetrouwbaar beeld over de rol van aandelen bij de VOC;

2. Het VOC- betalingsbeeld geeft een objectief (feitelijk) / subjectief (mening) beeld over de rol van aandelen bij de VOC
A
1. betrouwbaar, 2. objectief (feit)
B
1. betrouwbaar, 2. subjectief (mening)
C
1. onbetrouwbaar, 2. objectief (feit)
D
1. onbetrouwbaar, 2. subjectief (mening)

Slide 22 - Quizvraag

Klik op de hotspots en sleep de gebeurtenissen naar de juiste plek in de tijdlijn.
1641-1650
1661-1670
1671-1680
1681-1690
1691-1700
1701-1710
15.000.000
10.000.000
5.000.000
1
-15.000.000
-10.000.000
-5.000.000
Winst en verlies van de VOC
1651-1660
Oorlog in Azië, oorlog met Engeland.
Winst van de VOC zakt naar een dieptepunt.
1
Oorlog met Engeland en Frankrijk
Door de hoge specerijenprijs stijgt de winst een beetje.
2
De kosten van de VOC nemen enorm toe door het grote aantal soldaten en ambtenaren in Azië
3
De kosten blijven toenemen voor de VOC. De Gouden Eeuw is definitief voorbij.
4
Korte opbloei van de handel door vrede in Europa
5
In Engeland mag alleen handel worden gedreven door Engelsen. Oorlog met Engeland. Grote winstdaling voor de VOC.
6
Hoogtijdagen van de VOC. Grote winsten door de handel in specerijen en de hoge prijzen hiervan in Europa.
7

Slide 23 - Sleepvraag


Zou jij zelf voor de VOC willen werken? Beantwoord met ja of nee. Denk ook aan je argumentatie (=mening)
Ja
Nee

Slide 24 - Poll

5.2: Een glorieuze Gouden Eeuw
H5: Een koning te Rijk

Slide 25 - Tekstslide

Tijdvak 6: 
Regenten & Vorsten (1600-1700)

Slide 26 - Tekstslide

Aan het eind:
1. kun je uitleggen waarom Amsterdam het centrum van de handel werd in de 16e en 17e eeuw; 

2. kun je uitlegen hoe de VOC en WIC onderdeel zijn van kolonialisme en van de wereldeconomie;

3. kun je uitleggen wat de relatie tussen slavenhandel en slavenarbeid op de plantages is.

Slide 27 - Tekstslide

De Republiek en de WIC:
  • In 1621 wordt na het succes van de VOC ook de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. Terwijl de VOC handelt in het oosten (in Azië), gaat de WIC handelen in het westen (tussen Afrika, Europa en Noord- en Zuid-Amerika). Dit heet de driehoekshandel (trans-Atlantische handel). 

  • Naast goud-, zilver- en slavenhandel moet de WIC veel Spaanse schepen kapen in deze tijd van de 80-jarige-oorlog met Spanje. Piet Hein heeft met de Spaanse zilvervloot (in een baai in Cuba, 1628) de bekendste kaap verricht. De kaap/ verovering is zo groot dat de Republiek de oorlog tegen Spanje er een jaar mee kan betalen. Piet Hein is met zijn 4000 man 8 dagen bezig al het zilver over te laden in de eigen schepen. 

  • De VOC en de WIC hebben veel overeenkomsten: beiden hebben een monopolie-positie, beiden zijn een multinational, beiden mogen in naam de Republiek oorlog voeren en beiden doen aan kolonialisme: overheersen van een overzees gebiedsdeel om eraan te verdienen. Een groot verschil is dat de VOC vaak winst maakt, maar de WIC leed vaak verlies. 


Slide 28 - Tekstslide

De vaarroute van de VOC en de WIC:

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video


Een directe oorzaak ('trigger') heeft direct invloed op de gebeurtenissen (denk aan: 'de laatste druppel die de emmer doet overlopen').
Een indirecte oorzaak speelt al langer, vaak op de achtergrond. Soms herken je pas achteraf dat dit een oorzaak was.

1. Een directe / indirecte oorzaak van het feit dat de Republiek in 1628 de oorlog tegen Spanje kon betalen was de kaap op de Spaanse Zilvervloot nabij Cuba door Piet Hein.

2. Een bewust / onbewust gevolg van deze Spaanse Zilvervloot was dat de 4000 bemanningsleden bij thuiskomst in de Republiek in protest kwamen, omdat zij de 200 gulden per man als beloning te weinig vonden.
A
1. directe, 2. bewust
B
1. directe, 2. onbewust
C
1. indirecte, 2. bewust
D
1. indirecte, 2. onbewust

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

De WIC- schepen varen in een driehoek. 
Bekijk eerst de 3 pijlen. Wat is er op het WIC- schip te vinden? 
Sleep de woorden naar het juiste WIC-schip:
goud
wapens
kleding
slaven
koffie
cacaco
tabak
suiker
drank
ivoor

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Video

Op de afbeelding zie je de skyline van een stad die belangrijk is geweest in de WIC.

Van welke stad is dit de skyline?



A
New York
B
Batavia
C
Elmina
D
Cuba

Slide 35 - Quizvraag

Een inktzwarte bladzijde
  • Een inktzwarte bladzijde in de Nederlande geschiedenis is de slavenhandel die ruim 200 jaar duurt.
  • Met name vanuit hoofdkwartier Fort Elmina (Ghana - Afrika) worden vanaf 1637 in totaal 600.000 slaven verscheept naar de plantages in de Nieuwe Wereld aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. De scheepsreis duurt 2 maanden en 1 op de 8 'slaafgemaakten' haalt de overtocht niet. Het ging in deze tijd niet om mensen, maar goederen.

  • Terwijl andere Europese landen, zoals Frankrijk en Engeland, allang zijn gestopt met de slavernij, schaft Nederland pas in 1863 als laatste de slavenhandel af. 

  • Elk jaar op 1 juli vieren wij het einde van de slavernij. Dit feest heet Keti Koti, dit betekent 'verbroken ketenen'. 

Slide 36 - Tekstslide



Zet de onderstaande 4 gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (van vroeger naar later):
1. Piet Hein verovert de Zilvervloot;
2. De moedernegotie (de moeder van alle handel) op de Oostzee gaat van start;
3. De WIC wordt opgericht.
4. De eerst aandelen van de VOC kunnen worden gekocht.
A
1 --> 4 --> 3 --> 2
B
3 --> 1 --> 2 --> 4
C
2 --> 4 --> 3 --> 1
D
3 --> 4 --> 2 --> 1

Slide 37 - Quizvraag

Sleep de onderstaande woorden naar de juiste kolom, kies uit:
- VOC, of
- WIC, of
- VOC en WIC
VOC:
WIC:
VOC en WIC:
slavenhandel
monopolie
specerijen
aandelen
J.P. Coen
multinational
Spaanse schepen kapen
Fort Elmina
Batavia
driehoeks- handel
Piet Hein
kolonialisme

Slide 38 - Sleepvraag

Ga met je mobiel naar Youtube en typ in: 'Het Scheepvaartmuseum Dare to Discover | A VR Journey'.

Filmpje duurt ruim 5 minuten.
Linkje filmpje

Slide 39 - Tekstslide

Werktijd
Nu
Volgende keer
KLAAR ?

Maak paragraaf 5.2: Een glorieuze gouden eeuw

Hoe?
  • Alleen
  • Muziek in mag
  • Vraag? Steek je vinger op!
5.3: Een gouden leven
Nakijken 



Hoe?
  • Lever je opdrachten in en laat het me weten. Je kan via Tijd voor GS zelf nakijken. 

Slide 40 - Tekstslide