2021 3VM H7.2 Sociale zekerheid

H7.2 Sociale zekerheid
Leerdoelen:
  • Het verband tussen sociale zekerheid, het sociaal minimum en de verzorgingsstaat
  • Het verschil tussen werknemersverzekeringen en volksverzekeringen
  • Hoe het schema van sociale zekerheid eruitziet
Je oefent:
Het begrip solidariteitsbeginsel uitleggen en daar een onderbouwde mening over geven

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H7.2 Sociale zekerheid
Leerdoelen:
  • Het verband tussen sociale zekerheid, het sociaal minimum en de verzorgingsstaat
  • Het verschil tussen werknemersverzekeringen en volksverzekeringen
  • Hoe het schema van sociale zekerheid eruitziet
Je oefent:
Het begrip solidariteitsbeginsel uitleggen en daar een onderbouwde mening over geven

Slide 1 - Tekstslide

Welke uitkering is zowel een sociale verzekering als een volksverzekering?
A
WW-uitkering
B
AOW-uitkering
C
Kinderbijslag
D
WIA-uitkering

Slide 2 - Quizvraag

Wat is géén onderdeel van de infrastructuur in Nederland?
A
Wegen
B
Riolering
C
Bosgebieden
D
Internet

Slide 3 - Quizvraag

Gemeente
Provincie
Waterschappen
Overheid

Jeugd- en ouderenzorg
Indeling grondgebied
Bescherming tegen overstromingen
Coronamaatrege-
len

Slide 4 - Sleepvraag

Verzorgingsstaat
wat weet je?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Twee groepen uitkeringen:
1. Sociale verzekeringen: - werknemersverzekeringen
                                                     - volksverzekeringen
    Deze worden betaald met sociale premies. 
2. Sociale voorzieningen: uitkeringen betaalt door de overheid 
                                                      met belastinggeld, bijv. een bijstands-
                                                      uitkering en kinderbijslag. 

Slide 10 - Tekstslide

Verzorgingsstaat
- Voor iedereen een minimumbedrag om van te leven. Laag
    inkomen, overheid vult aan tot sociaal minimum.
- Uitkeringen vallen onder sociale zekerheid
- Zorgtoeslag en huurtoeslag
- Gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs voor iedereen.

Slide 11 - Tekstslide

Sociale verzekeringen
b. Volksverzekeringen
AOW = Algemene ouderdomswet, gaat in wanneer je met pen-
               sioen mag: de AOW-gerechtigde leeftijd. Die wordt 
               geleidelijk verhoogd. 
ANW = Algemene nabestaandenwet: als je partner overlijdt en
               je moet voor één of meer kinderen zorgen die onder de 
               18 jaar zijn. 

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is er sociale zekerheid?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de rol van de overheid in de Covid-19 crisis (noem drie rollen)

Slide 14 - Open vraag

Welke soorten sociale uitkeringen zijn er?

Slide 15 - Open vraag

Wanneer heb je recht op AOW?

A
als je gepensioneerd bent
B
als je in Nederland woont en oud bent
C
vanaf 67 en 3 mnd
D
na je 65e

Slide 16 - Quizvraag

voor wie is kinderbijslag bedoeld?
A
voor alle ouders
B
voor de kinderen
C
voor kinderen onder de 18
D
voor ouders van kinderen onder de 18

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent geworden?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW

Slide 19 - Quizvraag

Sofie volgt op de universiteit een opleiding geschiedenis. Ze krijgt ...
A
kinderbijslag.
B
een Wajong-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is geen werknemersverzekering?
A
WW
B
ZW
C
WIA
D
AOW

Slide 21 - Quizvraag

De WW is een werknemersverzekering.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag